ZWITSERLAND
Lugano
Lugano
Tekst: Joyce Frey.
Dankzij een paar opgespaarde dagen, kon ik het me veroorloven om er een paar dagen op uit te trekken. Vroeg in de ochtend stapte ik op de trein in Appenzell om naar Lugano te rijden. Ik reed door prachtig afwisselende landschappen, waar ik onderweg een paar keer overstappen moest. Het laatste deel ging door veel lange tunnels en over hoge bruggen die over diepe afgronden hingen. Eindelijk kwam ik in Lugano aan.
Het station lag een eind boven de stad. Met een tandradbaan kon ik steil naar beneden gaan. Daar aangekomen ging ik naar het verkeersbureau om een hotel te zoeken.
Het was nog een eind lopen, voor ik bij het hotel was. Het was een stukje achter het Casino.
Ik vroeg naar een kamer en ze hadden er nog maar een vrij voor een nacht.Het was een kamertje zonder douchegelegenheid, maar de volgende morgen kon ik verhuizen. Deze kamer was dan gereserveerd en een betere kamer kwam vrij. Omdat ik niet veel kapitaal wou uitgeven aan slaapgelegenheid, naam ik het aanbod snel aan. Uit het raam keek ik op het binnenplein naar een mooie Magnoliastruik die in volle bloei stond.
Ik deed mijn trui uit en deed een T shirt aan, want hier in het zuiden van Zwitserland, is het heel wat warmer als in het noord oosten, waar ik vandaan kwam.
Dan ging ik op ontdekkingstour. Ik liep naar het meer, waarin al gezwommen werd.
Niet ver er vandaan stond een ruïne in het water. Het kon een toren van een kerkje geweest zijn.
Ik ontdekte de haven van waar boottochten werden gemaakt. Daarna wandelde ik door de winkelstraat en dan weer terug naar het meer. Daar stond een treintje dat tochtjes door de stad maakte. Ik kocht een ticket en stapte in.
De route liep langs het meer naar Paradiso, aan de andere kant van de bocht. Dan door een straat met veel winkels weer terug. Ik ging bij de grote fontein op de Piazza della Rezzonnico en bekeek de voorbij komende wandelaars. In de avond liep ik door de smalle straatjes en het gezellige plein de Piazza della Riforma om iets te drinken en mensen De volgende morgen liep ik langs het oever en terug. Daar keek ik bij de aanlegplaats, wat die aan te bieden hadden.
Ik zag, dat over tien minuten een afvaart zou vertrekken. Ik haalde vlug een kaartje en stapte op de boot.
Hij ging eerst naar de overkant naar het grote Casino. Naar een paar andere kleine plaatsjes en langs Melide, waar het miniatuurstadje staat.
Ik ging nog een stukje verder.
In Morcote, wat men ook de parel van het meer van Lugano noemt, stapte
ik uit. Eerst liep ik een stuk langs het oever. Dan weer terug naar de winkeltjes en restaurants die onder de Arcade lagen.
Intussen was het middag geworden.
Ik besloot naar de kerk van Santa Maria del Sasso naar boven te klimmen.
Ik had een betere tijd kunnen uitzoeken. Het was bloedheet en de weg steeg tussen de nauwe straatjes steil omhoog. Af en toe bleef ik staan om van het prachtige uitzicht op het meer te genieten. Zwetend was ik boven aangekomen en ging vlug de kleine donkere kerk in.
Niet omdat ik zo gelovig ben, maar wel. om wat afkoeling te vinden.
Verder lezen >> www.reisimpressies - Lugano