SURINAME
Een stad van duizenden
Een stad van duizenden
Wie aan Suriname denkt, denkt aan zon, cultuur en oerwoud. Maar het land heeft meer te bieden. In de hoofdstad Paramaribo, waar het grootste deel van de bevolking woont, is altijd wat te beleven.
Toeterende auto’s en harde muziek bevestigen dat je je in het centrum van de stad bevindt. Oude, vervallen gebouwen met vrolijke kleuren doemen op. Een enkele keer staat er een modern pand tussen. Winkels als Sylvia’s gordijnen, Twinkle Shoes en Hing Long Supermarket doen goede zaken en de paspoppen staan in plaats van ín de etalage vóór de etalage. De weg is versierd met elektriciteitsdraden en aan ieder pand hangt een reclamebord. Geschilderde reclame, want zelfs in deze tijd zijn er in Paramaribo nog traditionele reclame-uitingen te vinden. Op borden langs de kant van de weg en op muren van gebouwen worden vooral drankmerken aangeprezen. Een geel bushokjes met reclame voor Surinaamse rum is dan ook geen uitzondering.
Langs een van de hoofdwegen van de stad staat een marktkraam met aardappels. Onder een gekleurde parasol waar grote trossen bananen aan bungelen, zit een oudere vrouw de aardappels te schillen. Verderop staat een verlaten kraampje met krabben die aan touwtjes naast elkaar hangen. Een doordringende zeelucht komt je tegemoet.
Het verkeer op de smalle wegen rijdt rakelings langs elkaar heen, maar niemand lijkt zich te storen aan de drukte en het asociale rijgedrag van hun medeweggebruikers. In heel Paramaribo staan nauwelijks stoplichten, er zijn slechts drie rotondes en op iedere hoek van de straat staat een stopbord. Fietsers en voetgangers wordt het haast onmogelijk gemaakt zich te verplaatsen, want stoppen voor een zebrapad of een fietser voor laten gaan is er niet bij. Je kunt jezelf afvragen of er überhaupt verkeersregels zijn, of dat er gewoon het recht van de grootste auto of degene die het eerst toetert geldt.
Overal waar je kijkt zijn mensen: jong, oud, creolen, chinezen, arm en rijk; iedereen leeft naast elkaar. Ze slenteren wat rond, bellen met hun BlackBerry, hangen voor een winkel of verkopen hun waren op straat. Een man op een kruk met naast zich een stapel dvd’s, probeert met een harde kreet de aandacht van langslopende mensen te trekken. Een ander heeft zijn auto omgebouwd tot kraam. Handtassen hangen uit het raam, broeken en t-shirts bungelen aan het dak. Op de grond voor de auto staan planten en manden met kokosnoten. De verkoper zelf is nergens te bekennen.
Een stukje verderop ligt de centrale markt. Ook hier krioelt het van de mensen. De donkere markthal is gevuld met tientallen kramen die allemaal iets anders aanbieden. Vooral fruit en groenten, maar ook sieraden en verzorgingproducten worden verkocht. Potten met haargel staan opgestapeld in rijen naast elkaar en de sinaasappels liggen netjes gepresenteerd. Bij ieder product staat een handgeschreven bord met een prijs. Buiten de hal lopen veel zwerfhonden die afkomen op het eten.
Dat mensen met verschillende geloofsovertuigingen hier vreedzaam samenleven, is ook te zien aan de moskee en de synagoge die in de Keizerstraat naast elkaar zijn gebouwd. Een uniek fenomeen dat volgens een redacteur van dagblad De Ware Tijd nergens anders ter wereld mogelijk is. En dat is nu juist het mooie aan Suriname: wie je ook bent of wat je ook doet, iedereen is gelijk. Daar kunnen ze in veel landen nog wat van leren.