Landenweb.nl

SINGAPORE
Singapore Reisverslag

De Reis
Singapore: Eindhoven in de tropen.
Zodra we de douane gepasseerd zijn, verwachten we een zinderende skyline van wolkenkrabbers met veel metaal en glas. Helaas, niets van dit alles. Wanneer je Singapore binnenrijdt vanaf Johor Bahru denk je eerst in een provinciestad als Eindhoven terecht te zijn gekomen. Gewoon, huizen, straten, mensen, auto's; allemaal niets bijzonders. Een aantal verschillen met Maleisië vallen meteen op: we zien bijna geen brommers meer. De brommers die we zien, hebben overigens allemaal een Maleis kenteken. Het is ook een stuk schoner dan Maleisië. Toegegeven: schoner dan Maleisië is niet moeilijk. Eigenlijk hadden we verwacht dat we helemaal nergens troep zouden liggen, de verhalen doen immers de ronde dat het op straat gooien van afval absoluut niet getolereerd en daardoor zwaar beboet wordt in Singapore. Het viel wel mee met het afval langs de weg, het is in ieder geval een stuk schoner dan in Nederland langs de kant van de weg. Zoals Annoek en Haiko al gewaarschuwd hadden, is het respect door het overige verkeer voor een fietser minimaal. Fietsen is slechts voor de allerarmsten, de rest gaat met het openbaar vervoer of de auto. Fietsers zullen we dan ook nauwelijks zien tijdens ons verblijf. Gelukkig is het rustig op de weg, dus we hebben weinig last van de voorbij zoevende vooral dure auto's.

Bij het huis van Annoek en Haiko ligt de sleutel voor ons klaar. We hadden instructie gekregen dat de sleutel andersom gedraaid moet worden, dan we in Nederland gewend zijn. Maar in Maleisië hadden we al kennis gemaakt met dat fenomeen, dus we waren er al op voorbereid. Binnen wacht ons een koelkast vol met allemaal lekkere dingen die we in ruim drie weken niet hebben gezien. Yoghurt, boterham met kaas, koele sinaasappelsap. Op tafel staat zowaar een schaaltje met dropjes waarvan de inhoud in rap tempo wordt weggewerkt. Het is een black & white huis, dat stamt uit de koloniale tijd. Over de hele stad staan dergelijke huizen verspreid. Als ze in een straat staan, is het naambordje van de straat ook zwart-wit. Aan de voorzijde van het huis hebben ze een prachtig overdekt terras gemaakt, in de achtertuin is een zwembad(je) geplaatst. We zien al wel dat we het wel een tijdje gaan volhouden als gasten en dat we de fietsen even aan de tropische wilgen hangen. Annoek komt 's avond in een voldoende formaat Saab voorglijden van haar werk, Haiko zien we pas in het weekend want hij zit in verre oorden voor zijn werk.

Die avond wordt ons een broodje kroket beloofd, op de Hollandse Club. Dat van die club weten we zo net nog niet, maar het broodje kroket slaan we niet af. Hoewel de Hollandse Club breder toegankelijk is dan de naam doet vermoeden, is het aantal niet-Nederlanders niet erg groot. Het wordt een flinke portie bitterballen in imperialistische sferen genuttigd. Met name Patrick heeft zich zitten verbazen over het feit dat er blijkbaar nog zulke blanke westerse koloniale bolwerken bestaan in verre warme oorden. Een beetje beschamend is het wel als je erover nadenkt dat je je in een ver buitenland afzondert van de wereld in een club met een hoog hek eromheen. Maar goed, principes zijn er om ze overboord te zetten dus genieten we van de tropische bitterballen. Die ballen bevallen zo goed dat we later die week nog eens terug gaan om er een hapje te eten.

Singapore wordt vaak geprezen om haar winkels. Wij gaan op onze eerste dag dan ook winkelen. Voorzien van plattegrond en pas voor het openbaar vervoer gaan we op pad. Het betaalsysteem van openbaar vervoer in Singapore vinden we geweldig. De oplaadbare pas is op de bus en de metro te gebruiken. Bij binnenkomst in de bus houdt je de pas langs een leesapparaat. Dat maakt met verschillende geluiden duidelijk of je het wel of niet goed doet. Bij het uitstappen haal je de pas er opnieuw langs. Dan kan je tevens zien hoeveel geld nog beschikbaar is. Het ogenschijnlijk simpele systeem werkt voor zover wij kunnen zien hartstikke goed. We snappen niet waarom we dat in Nederland nog niet hebben. Wij hebben hier al jaren een shitknip of shitter waar je niets mee kunt en in Singapore stap je gewoon zonder op of omkijken in zo'n bus en is er al jaren een heel goed werkend systeem. Nog zoiets wat in Singapore wel kan en in Nederland niet; het file probleem oplossen. Met zo onvoorstelbaar veel grote auto's op zo weinig land is het echt vrijwel een wonder dat er nauwelijks files lijken te zijn in dit stadstaatje. Het werkt vrij simpel: zorg voor goed en betaalbaar openbaar vervoer en maak autorijden tijdens drukke tijden gewoon ronduit duur. En ziedaar: probleem opgelost! Nee, in Nederland zullen we er nog vele jaren over praten, commissies oprichten die ook praten en proeven doen.

Het openbaar vervoerpasje dat we van Annoek leenden was bijna leeg dus we zoeken even naar een plaats om de pas op te laden. Dat blijkt in het metrostation te kunnen. We hebben niet genoeg kleine biljetten om beide passen op te laden. Terwijl we de instructies staan te bestuderen, komt een meneer naar ons toe. Hij vraagt of hij ons misschien kan helpen? We staan met het 50 Singapore dollar biljet in de handen, dat hij ongevraagd van ons overneemt. Wij blijven hem sprakeloos nakijken. Even later is hij terug met het wisselgeld. Als dat in Amsterdam gebeurde, zouden we dat nooit goed hebben gevonden en meteen moord en branden hebben geschreeuwd. In Singapore lijkt het heel normaal en noemen ze het 'customer service'.

De winkels zelf vallen ons enigszins tegen, we hadden ons verheugd op de elektronicawinkels. De winkelstraten zijn vol met shopping malls, maar de winkels zijn relatief klein. De airco staat er, net als in bus en de metro op standje "Antarctisch koud". Zweten is iets wat de Singoporees absoluut wil voorkomen en wat ons betreft lukt dat op deze manier heel goed. Verder is het aantal verkoopmedewerkers in de meeste winkels zo hoog, dat we meteen aangesproken zullen worden als we binnen stappen. Laten wij daar nou een ontzettende hekel aan hebben. De elektronicawinkels lijken allemaal hetzelfde te verkopen, net zoals in Nederland overigens. We dwalen dus ook alleen wat rond, kijken wat in etalages maar laten het daar maar bij. Voor de lunch gaan we Annoek ophalen op haar werk bij de Nederlandse ambassade. Vol jaloezie bekijken we het enorme kantoor inclusief bankstelletje met werelds uitzicht. Zo'n werkplek zouden we ook wel willen maar wij werken allebei niet voor de overheid in het buitenland. Terwijl we wat eten, regent het buiten heel hard. We kunnen gelukkig ook ondergronds van de ene shopping mall naar de andere.

De tweede dag gaan we naar de botanische tuinen. In de orchideeëntuin staan zoveel mooie exemplaren, dat je op een gegeven moment niet eens meer onder de indruk bent. Patrick is druk met fotograferen. Dat fotograferen een kwestie van geduld is, weet niet alleen Patrick als fotograaf. Maureen zou soms willen dat ze wat te lezen had meegenomen. Op de derde dag gaan we naar Sentosa. Dit recreatie-eiland voor de kust van Singapore wordt gepresenteerd als een geweldige belevenis. We gaan met de bus naar het opstappunt voor de kabelbaan. Bij de kaartverkoop wordt gevraagd of we een cabine met glazen bodem willen? Ach wel ja, waarom niet. Als we de kaartjes krijgen, blijkt Maureen de duurste en meest uitgebreide optie te hebben gekocht. We gaan niet meteen maar naar Sentosa, maar blijken eerst omhoog te gaan naar het hoogste punt. Dan weer terug naar het punt waar we begonnen en vandaar pas naar Sentosa. Zodra de cabine de toren verlaat, hebben we spijt van de glazen bodem. Eigenlijk hebben we gewoon spijt dat we niet te voet Sentosa zijn binnen gegaan. Het uitzicht over Singapore is voortreffelijk, maar dan moet je wel je ogen open willen houden. Het glazen bodempje geeft ons het gevoel dat we ieder moment naar beneden kunnen storten; doodeng. Patrick maakt nog wel wat foto's van het uitzicht. Op het beste uitzicht van de hele stad, komt er net een tegemoetkomende cabine voorbij. Daar zal Patrick later nog meer last van hebben, van voorbijkomende objecten op de foto... zoals in de Japanse tuin.

Op Sentosa zelf bezoeken we de vlindertuin. Het stuk tuin waar je tussen de vlinders door kan lopen, vinden we erg leuk. We willen ook naar Underwaterworld, een groot aquarium waar je onder de vissen door kan lopen. We besluiten te lopen tussen de attracties. Dat blijkt nog helemaal niet mee te vallen. Singapore is niet bedoeld om te lopen. Niet dat het niet gaat, want de voorzieningen zijn er wel. Maar de Singaporezen zelf lopen niet, die nemen ook de bus naar de eerstvolgende halte. Want van lopen krijg je het warm en dat is dus niet de bedoeling. We hebben ons nog wel afgevraagd hoe het zit met ouderen en gehandicapten. Straten waar veel verkeer doorkomt, moeten door voetgangers worden overgestoken via een brug met steile trappen over de weg. Wij hebben nergens voorzieningen voor ouderen of gehandicapten kunnen ontdekken, zou het verboden zijn om oud of gehandicapt te zijn in Singapore?

In het Hyatt Hotel in Kuantan hadden we in de krant al over SARS gelezen. In Singapore zelf merken we de eerste paar dagen nauwelijks wat van de ziekte. Op vrijdag zien we voor het eerst mensen met een zakdoek voor hun mond in de metro zitten. De scholen zijn dan inmiddels gesloten en ook evenementen zoals sportwedstrijden worden afgelast. Op maandag zijn alle mondkapjes uitverkocht en zijn de bestellingen ook al volledig gereserveerd. Wij maken ons niet zo druk en zien het voordeel wel van de in onze ogen overtrokken aandacht van de media. Het blijkt namelijk dat iedereen lekker thuis blijft zodat wij rust en ruimte hebben op de plekken die we bezoeken. Zo bezoeken we ook de dierentuin die volgens het "open concept" is ingericht. Maureen heeft de buslijnen die we moeten hebben opgezocht. We stappen onderweg over op een bus die naar de dierentuin gaat, dat staat ook als bestemming op de bus. Patrick heeft niet opgelet en is eigenwijs. Als we na een tijdje afslaan richting de dierentuin, drukt Patrick op het stop-knopje. Eenmaal gedrukt, moeten we eruit want dat had de ma van Maureen ons verteld. Het blijkt nog wel 2 kilometer lopen te zijn. Al lopend, komen we het bord weer tegen dat de toegang tot het gebied op expliciete verbiedt. Er is verder niemand te bekennen, dus we durven het nu wel aan om een foto te maken.

De dierentuin is ruim opgezet. De verblijfplaatsen zijn zo natuurlijk mogelijk nagebouwd. Af en toe is dat zo goed gelukt, dat de dieren nergens te zien zijn. Wel hebben we medelijden met de ijsbeer in dit tropisch klimaat. De aapjes die vrij rondslingeren zijn ook een belevenis totdat de vervelende troepen kinderen komen met dito vervelende mama's. We brengen nog wat tijd door bij een aquarium met enorme krokodillen die zowaar af en toe bewegen.

In Little India zien we vooral veel kitsch, dat is niet aan ons besteedt; je moet namelijk houden van al dat klatergoud en die enorme drukte. De markt is er wel zeer kleur- en geurrijk. We besluiten Chinatown op te zoeken. Het valt een beetje tegen, zoals de naam al doet vermoeden wonen er Chinezen maar dat is het dan ook wel. Afgezien van een kleurrijke tempel is er eigenlijk niets te beleven. Wij zin eigenlijk vooral gecharmeerd van alle airco's in het straatje achter de restaurants en de was die uit de flatgebouwen hangt. Verder gaan we nog naar de Chinese en Japanse tuinen. In de bonsaituin staan we verbaasd van de leeftijd van veel exemplaren. Het oudste boompje dat we ontdekken is 200 jaar oud. Wat een werk om al die boompjes zo netjes bij te houden. We vragen eigenlijk nooit of anderen een foto van ons willen maken, maar maken gebruik van de zelfontspanner. Maureen staat dan al op de plek die gefotografeerd moet worden. Patrick stelt dan zorgvuldig in en trekt vervolgens een sprintje. Het resultaat van deze methode in de Bonsaituin is bij thuiskomst ronduit bijzonder te noemen.

Al met al hebben we heel veel van Singapore gezien in de vijf dagen dat we er op pad zijn geweest. We hebben ons steeds vervoerd met de bus en de metro. Ook van de normale woonwijken hebben we het nodige gezien. Als we bij Annoek en Haiko op het terras zitten of sterker nog, in het zwembadje liggen, dan zouden we haast vergeten dat het overgrote deel van Singapore in hoogbouw woont. Maar in de bus realiseren we ons dat weer des te meer. Patrick komt over Singapore tot de volgende conclusie: "het is net Eindhoven". Hij legt tijdens het eten aan Annoek en Haiko uit waarom: je kan in Singapore goed winkelen, maar echt bijzondere winkels vindt je er niet. Het is met name een werkstad, zonder een specifiek eigen karakter. Kortom: net Eindhoven maar dan in de tropen.

De laatste dag besteden we aan het inpakken van alle spullen. De fietsen zullen we achterin de auto vervoeren, dus we pakken ze thuis al flink in. Terwijl Patrick druk in de weer is met karton en tape, pakt Maureen de tassen in. De weegschaal wordt er weer bij gehaald en de tassen worden een paar maal omgepakt. Uiteindelijk vallen ze met de tassen binnen het juiste gewicht. Patrick besluit toch nog om een aantal spullen over te pakken naar de handbagage. Hoewel we uitkijken naar het weerzien met de katten, ons eigen bed en schone kleren en specifiek voor Maureen ook naar het dragen van schoenen met hakken, vinden we het wel jammer dat het er al weer opzit. We hebben genoten van het verblijf bij Annoek en Haiko. Het was vooral een relaxt bezoek. Overdag vermaakten we onszelf en ’s avonds gingen we samen eten en wat hangen op het terras. Kortom, we brachten onze dagen in ledigheid door en dat beviel goed.

Op het vliegveld aangekomen, wordt ons door een oud manneke verteld dat de fietsen niet goed genoeg zijn ingepakt. Volgens ons zijn ze uitstekend ingepakt, maar we hebben geen zin in discussie. We tekenen het briefje dat de vliegtuigmaatschappij niet aansprakelijk is voor schade door de zogenaamd slechte verpakking. Dat briefje moesten we in Schiphol ook al tekenen en daar vonden ze de fietsen wel goed ingepakt. Singapore Airlines kent haar eigen personeel blijkbaar goed genoeg om te weten dat ze niet zorgvuldig met odd sized luggage omgaan en maken ze dit het risico van de klant. Bij het scannen van de douane blijkt dat Patrick in zijn enthousiasme ook de EHBO-tas in de handbagage heeft gestopt. Het "kinderschaartje" met afgeronde toppen (je kan er nog geen papiertje mee knippen) en het opvouwbare schaartje worden met het nodige machtsvertoon in beslag genomen. Die mogen we na aankomst in Amsterdam terugvragen aan de bemanning.

Als we zitten te wachten tot boarding begint, worden we bij de balie geroepen. Maureen gaat ernaar toe met het vermoeden dat er nog meer gezeur over ons schaartje komt. We moeten onze stoelen afstaan een moeder met kind, zo wordt er gezegd. Maureen is het er duidelijk niet mee eens. Iedere passagier heeft de mogelijkheid om vanaf een bepaald moment voor vertrek, stoelen te reserveren. Wij hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door midden in de nacht speciaal de wekker te zetten om het reserveringsnummer te bellen. Maureen zegt dat ze niet begrijpt waarom dat gevraagd wordt. De Nederlandse meneer naast haar probeert het in het Nederlands uit te leggen. Hij snapt niet dat de vraag best wordt begrepen, maar dat we er niet op in willen gaan. Patrick ziet alle commotie aan en komt zich ermee bemoeien. We geven duidelijk aan de beambte aan dat iedereen kan reserveren. Het argument van de beambte dat het zo'n lange zit is, vinden we niet echt sterk. Als hij het voor ons korter kan maken, heel graag. Op de vraag waarom hij onze plaatsen wil hebben, zegt de man dat er maar acht ruimere plaatsen in het vliegtuig beschikbaar zijn. Die avond zouden acht moeders met kinderen aan boord zijn. Wij suggereren een upgrade voor ons of de bewuste dame naar first class, daarmee is de discussie over en uit.

Nog even maken we ons zorgen dat we dertien uur tussen zes huilende baby's zullen zitten. Ook niet echt een prettig vooruitzicht. Maar na het instappen blijkt, dat op de overige felbegeerde plaatsen met meer beenruimte, ook allemaal mensen zitten zonder kinderen. Alleen de plaats naast ons blijft lang leeg, opgelucht halen we adem als er een meneer naast ons komt zitten. We verdenken de vliegtuigmaatschappij ervan dat ze ons hebben willen pesten vanwege het schaartje in de handbagage. Terwijl we dat bespreken, bedenken we wat er allemaal nog meer in de EHBO-set zit, dat we niet hoeven in te leveren: een stel naalden, een wegwerp scalpel, waar je operaties mee kan uitvoeren. Volgens ons zijn de beveiligingsmaatregelen dus enigszins doorgeschoten, niet waterdicht en van ieder gezond verstand ontdaan; typisch Amerikaans dus. In het vliegtuig zitten veel mensen met mondkapjes en ook op het vliegveld hebben we heel veel mensen met mondkapjes gezien. We vinden het een beetje overdreven. Bovendien willen de meeste mensen wel wat eten en drinken. En dan moet dat kapje af. Dus daar ga je met je bescherming. Wel valt tijdens de vlucht op, hoeveel mensen in een vliegtuig zitten te hoesten en te proesten. Als je erop gaat letten, is dat echt heel erg.

Op Schiphol haalt Maureen de tassen op bij de gewone bagage, terwijl Patrick naar de band gaat waar de bijzondere bagage binnenkomt. De IKEA-tassen zijn weer goed herkenbaar en zo teruggevonden. Patrick is inmiddels druk bezig met het uitpakken van één fiets. Maar als we daarmee klaar zijn, wachten we nog steeds op de tweede fiets. De aankomsthal is inmiddels verder nagenoeg weer leeg. Maar Maureen’s fiets is nog niet gearriveerd. Dat betekent dat hij nog in Singapore staat of dat hij net als het vliegtuig door is naar Chicago. Na meer dan een uur vergeefs wachten gaat Maureen in de rij staan bij het loket waar vermiste bagage opgegeven moet worden. Maureen’s ouders staan intussen nog steeds geduldig te wachten tot we door de douane komen. We denken nog even na over het formulier dat we hebben ingevuld over de verpakking. Als de fiets niet terugkomt, betekent dat een schadevergoeding van een paar euro per kilo, we gaan maar voor 2000 euro het schip in! Terwijl we beginnen met de opgave, komen twee andere toeristen vertellen dat er toch nog een fiets is binnengekomen. Wat een opluchting. Snel pakken we de fiets uit en gaan we door de douane. We moeten nog wel een nieuw schaartje kopen voor in de EHBO-set, we hebben niet de moeite genomen om het op te halen.