SCHOTLAND
Schotland Fietsvakantie
Schotland Fietsvakantie
Tiel - Newcastle
Zoals altijd als we ergens moeten zijn, zijn we veel te vroeg. We parkeren de auto op een dubieuze publieke parkeerplaats en halen de fietsen van de drager. We hangen de tassen aan de fiets en kijken eens om ons heen. De terminal ligt in een weinig inspirerend industrieterrein met uitzicht op de Hoogovens. We rijden wat rond en kijken toe hoe passagiers van een cruiseschip worden uitgezwaaid. Ruim op tijd melden we ons bij de terminal van DFDS Seaways. Via internet hadden we al gereserveerd voor de overtocht naar Newcastle upon Tyne. DFDS Seaways geeft in haar folders aan dat fietsen gestald kunnen worden op een door het personeel aangewezen plaats. Ze raden je wel aan om zelf spanbanden mee te nemen. Onze aangewezen plaats biedt nauwelijks mogelijkheid om de fietsen ergens aan vast te maken. We worden samen met circa 10 andere fietsers geacht de fietsen te plaatsen in een verbindingsruimte tussen de beide helften van een parkeerdek. Veiligheid boven alles moet de "loadmanager" gedacht hebben toen hij ons dirigeerde om de fietsen voor een nooduitgang te zetten. Wij hadden gelukkig hele lange spanbanden bij ons zodat we de fietsen aan de klink van de nooduitgang kunnen bevestigen. Op hoop van zegen laten we onze fietsen en het grootste deel van onze bagage achter, op zoek naar onze hut. Met de heersende hittegolf in Nederland hadden wij gerekend op een warm en bedompt hok. Het is wel een hok, compleet met kartonnen wanden maar met een koelkasttemperatuur. Na een vertraging van een uur, verlaten we dan toch IJmuiden, op weg naar onze fietsvakantie in Schotland.
De boot is voorzien van diverse faciliteiten waaronder een bioscoop, disco, casino, bar en verschillende restaurants. In één van de restaurants willen wij een broodje bestellen. De vier man personeel is daarbij niet erg behulpzaam. Nog geen kwart van de tafels is bezet. De kelners lopen allemaal druk te doen, maar we kunnen niet ontdekken waarmee. Het is niet zo dat ons broodje nog gemaakt hoeft te worden! Het personeel is weinig behulpzaam en onbeleefd. De borden worden op tafel gesmeten, het glas is gebarsten. Na de forse rekening te hebben betaald, gaan we snel weer terug naar onze hut. De boot gaat flink op en neer. De kapitein geeft via de intercom aan dat het een paar dagen flink heeft gewaaid en dat wij een "bumpy ride" tegemoet gaan. Eén tabletje tegen reisziekte helpt ons helaas niet. Het enige wat helpt is blijven liggen. Pas in de haven van Newcastle is het voor ons weer rustig genoeg om op te kunnen staan. De fietsen blijken de ruwe overtocht gelukkig ook heelhuids te hebben doorstaan. We hangen de tassen weer aan de dragers. Het is even wachten tot de boot af mogen van de belangrijke jongen met felgekleurde jas. Hij gebaart dat de fietsers nog even moeten wachten. Als de hele boot verder leeg is, is hij ons alweer vergeten; op eigen initiatief verlaten we dit schip dan maar. De Schotse fietsvakantie is nu echt begonnen. Even vers water halen voor in de kruikjes en dan kunnen we op pad.
Newcastle - Glen Trool
Twee zaken vallen die eerste dag meteen op. Ten eerste de schoorstenen, veel huizen hebben zeker vijf schoorstenen op het dak staan. Ten tweede de onmogelijke fietspoortjes. De fietspaden zijn ingericht met poortjes waar we onze volgeladen fiets net langs krijgen geworsteld. De poortjes staan niet alleen aan het begin en einde van zo'n fietspad, maar ook tussendoor komen we zo nog vaak tegen. Terwijl je daar toch al niet kon komen met de auto. Wij vragen ons af: "wat is er mis met één paaltje aan begin en einde van een fietspad?". En we zijn blij dat we geen karretje of tandem hebben. Gelukkig zal blijken dat we bijzonder weinig fietspaden hoeven te volgen, zodat de strijd met de poortjes tot twee dagen beperkt blijft. Maar het haalt wel een streep door je tempo. Na circa 40 kilometer fietsen wordt de route heuvelachtig en krijgen wij het zwaar. Moe op vakantie gegaan, nemen onze benen het klimmen niet in dank af. Het zijn Limburgse landschappen, maar dan wat hoger.
Op de tweede fietsdag geeft Patrick na twintig kilometer al aan dat het licht is uitgegaan. De heuvels zijn steiler dan verwacht (een helling van 15% is geen uitzondering), zodat het zwaar trappen is. Het is bepaald ook niet motiverend om 's ochtends na 45 minuten trappen slechts 6,83 kilometer op je tellertje te zien staan! We kunnen bij beklimmingen moeilijk een ritme vinden, vooral omdat het hellingspercentage vaak wijzigt. De heuvels zijn bovendien te lang om na een afdaling weer zonder trappen boven te kunnen komen. Hoewel we nog in het bewoonde deel van de route zitten, komen we nauwelijks mensen tegen. We verwachten ieder moment Jeremy Clarkson (van het BBC autoprogramma Top Gear) tegen te komen op de smalle, heuvelachtige wegen. Perfect terrein om een snelle bolide uit te proberen, bijvoorbeeld onze eigen fonkelnieuwe Mini Cooper S!
Op de derde dag hebben we eigenlijk 122 kilometer gepland. De eerste kilometers gaan voorspoedig en snel. Daarna steekt een fikse tegenwind op en daalt het tempo drastisch. De keuze tussen kamperen in Castle Douglas of nog 60 kilometer doorsleuren naar Newton Stewart, is dan ook snel gemaakt. We zoeken een plekje op de camping in Castle Douglas, stellen onze ambitieuze planning voor de eerste keer tijdens deze fietsvakantie bij. De route naar Newton Stuart de volgende dag, leidt door het Galloway Forrest over onverharde wegen. Een mooie route, maar ook hier is het tempo weer niet erg hoog. Tot aan Newton Stuart zien we geen B&B-bordjes, dus zijn we blij dat we in Castle Douglas op de camping hebben gestaan. Het was sowieso een bijzondere camping. Het was een grote parkeerplaats met een park erbij. Op het gras stonden bijna geen caravans, die stonden allemaal op het asfalt. Keurig in rijen opgesteld, lekker drie weken buiten zijn!? Het enorme park was voor de tentkampeerders. Onderweg komen we een bord tegen richting Lockerbie. Er is zoveel onbewoond gebied, dat het bijna niet voor te stellen is dat op de grond zoveel mensen omgekomen zijn na de bomaanslag op het vliegtuig.
De camping in Glen Trool Park blijkt niet meer te bestaan. Het duurt bij ons even voor we daar achter zijn: 11 kilometer in anderhalf uur met zware beklimmingen om precies te zijn. Bij de ingang van het Glen Trool Park hangt een kaart, waarop de camping is aangegeven. Wij gaan enthousiast op zoek naar de Engelse versie van een staatsbosbeheer camping. Na 5,5 kilometer zwaar trappen, eindigt de weg in een steil gravelpad. Onder een aanval van midges bedenken we dat je daar nooit met je caravan kan komen. De fiets wordt weer naar boven geduwd, terug dan maar. We kijken goed, maar hebben niet de indruk dat je elders wel met de caravan kan komen. Terug bij de ingang van het park, gaan we het dan toch maar even vragen bij het visitor centre. De camping blijkt te zijn opgeheven! Gelukkig is er in Glen Trool nog een camping. De mevrouw achter de balie kijkt bedenkelijk als we daar vragen of we een nachtje kunnen komen kamperen. Ze heeft een groep met 30 archeologiestudenten. Volgens haar is het nogal vol, maar we mogen zelf even gaan kijken. Na ruim 90 kilometer fietsen, vinden wij een camping niet snel te vol. De studenten nemen we op de koop toe, hoewel we uit ervaring weten dat je dan wat minder uurtjes slaap haalt dan je wel zou willen.
Glen Trool - Lamlash
De dag erna blijkt het vinden van een camping weer een uitdaging te vormen. In Monkton, onder de rook van vliegveld Glasgow Prestick Airport en naast het spoor, ziet het trailerpark er allerminst aantrekkelijk uit. De receptie, winkel en bar zouden open moeten zijn. Het is overal donker binnen, de deuren zitten op slot. Wij voelen er niet zoveel voor om proefondervindelijk te gaan vaststellen of ze ook nachtvluchten en nachttreinen hebben en besluiten door te fietsen. In Troon raken we de beschreven route volledig kwijt. De beschrijving in het routeboekje klopt niet met de inrichting van de straten. Het fietspad dat wij langs de A78 vinden is ook grotendeels onverhard, maar dat komt vooral door gebrekkig onderhoud. Wij vinden fietspad ook een groot woord voor het vergane asfalt vol gaten en glas. Maar dit is vast niet het onverharde pad dat het routeboekje bedoeld. De kwaliteit is zo slecht dat wij dan maar op de drukke weg gaan fietsen. De route vinden we die dag niet meer terug. Op de kaart rijden wij naar Ardrossan, om de boot naar Isle of Arran te kunnen nemen. Deze gaat gelukkig meerdere malen per dag. De overtocht duurt een uur, het eten aan boord is duur maar goed weg te krijgen na zo'n lange dag fietsen.
Als de boot aanlegt duurt het maar even voor we van boord mogen. We hebben geleerd van de zoektocht naar de camping in Glen Trool. In Brodrick vragen we bij de plaatselijke Tourist Information naar de dichtstbijzijnde camping. De mevrouw achter de balie vraagt of beperkte voorzieningen een probleem voor ons zijn. Na ruim honderd kilometer fietsen, willen we gewoon een plaatsje om onze tent op te kunnen zetten. Ze verwijst ons naar camping Glen Rosa. Zonder haar aanwijzingen hadden we de camping waarschijnlijk niet gevonden. Bij het huis waar een bordje camping staat, doet een oudere dame open. Ze waarschuwt ons nog even dat we niet te dicht bij het riviertje moeten gaan staan. Maar het terrein blijkt naast het riviertje wel heel mooi vlak. En dat kunnen we van de rest van het terrein niet zeggen. Je raadt het al, wij hebben ons tentje naast het rustig kabbelende riviertje opgezet. De volgende dag hebben wij een rustdag gepland. ’s Nachts regent het vrijwel constant. Als we ’s ochtends de eerste keer wakker worden, is het droog. Maar wij mogen blijven liggen, we hebben immers een rustdag. Als we de tweede keer wakker worden, regent het weer. Nog een uurtje blijven liggen is ook geen straf. Het opstaan wordt zo een paar keer uitgesteld. We steken ons hoofd eens buiten de tent. Dat rustig kabbelend riviertje van gisteren is inmiddels veranderd in een flinke watermassa vlak naast de tent! De toppen van de Schotse bergen kunnen we niet zien, die zijn verborgen in laaghangende bewolking. Rond half twaalf gaat Maureen een snelle poging doen om zo droog mogelijk de fietsen buiten te zetten, zodat we zelf in de voortent kunnen gaan zitten. Tijdens deze actie is een meneer van de camping aanwezig. In zijn Range Rover komt hij het terrein overgescheurd, om te vertellen dat we beter de tent kunnen verplaatsen. Het blijft volgens hem de hele dag regenen en de plaats waar wij staan zal in de loop van de dag onder water komen te staan. Als we dan toch de spullen moeten inpakken en verplaatsen, willen we ook wel een warme douche aan het einde van de dag. Wij besluiten door te fietsen naar de volgende camping; de lucht is zo grijs dat het niet waarschijnlijk is dat Schotland die dag nog een streepje blauwe lucht gaat zien.
Lamlash - Kilmartin
De mevrouw achter de receptie in Lamlash kan niet geloven dat wij in de stromende regen ons tentje op willen zetten. Ze wijst nog even op de ruimte met de wasmachines, waar we kunnen schuilen tot het droog is. Gezien de grijze lucht hebben wij er weinig vertrouwen in dat het op korte termijn droog wordt, nat zijn we toch al, dus wij zetten in razend tempo de tent weer op. Het gras is zompig en binnen luttele seconden staan we te soppen in onze schoenen. Een van de weinige nadelen van onze SPD-schoenen. Dankbaar maken we gebruik van de wasmachine en droger op de camping. Aan het eind van de middag hebben wij weer heerlijk frisse en droge spullen, nog lekker warm als ze uit de droger komen. In de loop van de avond klaart het langzaam op. Wij laten de fietsen die nacht - goed vastgebonden - buiten staan. Mocht het de volgende ochtend nog steeds regenen, dan kunnen we zonder nat te worden alles inpakken. De volgende dag is het weer echter weer een stuk opgeklaard. Wij rijden langs de zuidkant van het eiland. Wel moeten we regelmatig opboksen tegen een fikse tegenwind. Vanaf Lochranza nemen we de veerboot naar Kintyre.
Na Ellary moeten we een hek door om naar Castle Sween te kunnen, waar met grote letters op staat dat het een "private road" is. Volgens het routeboekje moeten we daar wel in. De eigenaren hebben in ieder geval een hele grote achtertuin. De weg bestaat uit twee paden, ongetwijfeld voor de Land Rover van de landheer. Het is op stukken zo steil dat fietsen niet gaat. De fietsen duwen valt evenmin mee. Castle Sween blijkt een groot woord. Het halfvergane bouwval dat wij zien, heeft wat ons betreft weinig met een kasteel te maken. We vragen ons af wat er te zien valt als de Britten iets aanduiden als ruïne! De hele rit over het landgoed blijven we ons verbazen over de obscene omvang van het achtertuintje van Lord Huppeldepup waar we doorheen fietsen. Aan het begin van het traject konden we door het groen een blik werpen op het stulpje van de goede man: net zo obsceen als de oppervlakte van het landgoed.
Volgens het routeboekje is in Kilmartin kamperen op de village green toegestaan. Voor de zekerheid gaan we bij de plaatselijke winkel annex VVV even vragen of er in het dorp gekampeerd kan worden. Zonder aarzeling zegt de man dat op het grasveld tegenover Hotel Kilmartin gekampeerd kan worden. Een openbaar toilet ligt naast het hotel, dus sanitaire voorzieningen zijn ook geregeld. Hij verzoekt ons alleen om zo ver mogelijk aan de achterzijde van het veld te gaan staan. In het dorp lijkt niemand het raar te vinden dat onze tent daar staat. Wij vinden het wel erg vreemd om midden in een Schots dorp, volledig in het zicht, een tent op te zetten. Het openbaar toilet is voorzien van toiletpapier en er is zelfs een geiser aanwezig, die voor warm water zorgt. Ter gelegenheid van Maureen’s verjaardag, gaan we eten in het hotel. Aan een tafel met uitzicht op ons eenzame tentje genieten we van de maaltijd die op meer dan één pitje gemaakt is. Aanrader: "apple crumble with ice-cream" als dessert!
Kilmartin - Innerleithen
Oban is een van de grotere steden waar we doorheen komen. Niet dat Oban een grote stad is in de absolute zin van het woord. Helaas voor Patrick is er geen "Mmm lekker" (McDonalds voor niet-intimi) te bekennen. Het is echter duidelijk wel een toeristische plaats, veel winkels zijn ook op zondag gewoon open. Wij maken daarvan gebruik door netjes te kopen die ons hoofd tegen de midges moeten beschermen. Dat we ze niet nodig zullen hebben tijdens de rest van de fietsvakantie, weten we dan nog niet. Als we een halve dag over de drukke wegen als de A85 en de A83 hebben gefietst, halen we weer opgelucht adem als we weer op rustiger wegen uitkomen. Die zijn dan wel een stuk minder vlak dan de drukke wegen, maar dat nemen we graag voor lief. Op de doorgaande wegen is veel vrachtverkeer, die met hoge snelheid langs komen razen. Op de rustige wegen kom je hooguit een schaap tegen, dat in paniek voor Patrick uit gaat rennen. Nooit geweten dat schapen zo hard en zo ver kunnen rennen.
Bij het intekenen van de route op onze kaart, hadden we het ons al afgevraagd. Hoe komen we van Tarbet naar Inversnaid? In de beschrijving staat dat er een bootje komt dat naar het hotel vaart. We blijken mee te gaan met Loch Lomond Cruise. We moeten een paar uurtjes wachten tot onze cruise zal vertrekken. In de tussentijd zien we busladingen vol bejaarden op zo'n fijne boottocht vertrekken. De cruise vaart pas om half twaalf. Voor ons betekent dat een heel late start van onze fietsdag. We worden gedropt bij een hotel dat in de middle of nowhere ligt. Op zich geen punt, ware het niet dat je vervolgens een onvoorstelbaar steile weg omhoog moet richting de bewoonde wereld. We fietsen de rest van de dag langs vele prachtige lochs. Aan het einde van de dag kunnen we op een leeg grasveld van het eerste trailerpark dat we tegenkomen een plaatsje uitzoeken. Als we goed en wel staan, komt een Engels gezin pal tegenover ons staan. Nog geen tien minuten later, zet een motorrijder op nog geen twee meter afstand van onze tent zijn tentje op. Waarom doen die mensen dat toch? Kunnen ze op dat lege grasveld niet een plaats verder weg uitzoeken?
De volgende dag kunnen we de beoogde camping in West Calder niet vinden. Op het kruispunt proberen we alle vier de richtingen, maar de camping is nergens te bekennen. Dan fietsen we maar door naar Biggar. Ook daar hebben we moeite om de camping te vinden. Hij blijkt in het public parc van Biggar te liggen. Af en toe vonden we de beschrijvingen in het boekje erg vaag. Zo ook in Broughton waar de volgende beschrijving "(Dreva Road – bord verkeerd – TC, pas op! klein weggetje ), klim" ons op het verkeerde spoor zet. Voor ons is het niet duidelijk of we nu wel of niet Dreva Road in moeten. We verwachten dat de weg direct gaat klimmen. Dat doet de Dreva Road niet, dus denken we dat we verkeerd zitten. We rijden iets verder door in het dorp en slaan alsnog rechtsaf. Die weg klimt wel meteen, dus dat zal wel goed zijn. De weg gaat via een hek over in een voetpad. Het is niet de eerste keer dat we over een voetpad moeten dus gaan we gewoon door. Na anderhalve kilometer, waarin we al flink hebben moeten duwen, verdwijnt het pad in het niets. Wij zijn omringd door bergen, met bloeiende heide en grazende schapen. Het is een prachtige plek, puur Schotland, maar of het ook de juiste plek is? Patrick gaat te voet een kijkje nemen bovenop een zeer steile top. Ongetwijfeld zou Frank van Rijn hier fluitend hebben kunnen fietsen, maar wij zien het niet zitten. We rijden en duwen de fietsen terug en gaan dan toch maar Dreva Road in. Dat blijkt bij nader inzien toch de juiste weg te zijn, we snappen niet goed waarom die beschrijving dan zo ingewikkeld is gemaakt. Dit avontuur kostte ons bij elkaar bijna 2 uur om de juiste weg te vinden, had die tekst er niet gestaan waren we direct goed gereden (maar dan hadden we wel een mooi stukje off-roaden en een prachtig stuk Schotland gemist!).
Innerleithen - Tiel
Op de camping in Innerleithen moeten we even hard doorwerken om de tent droog op te zetten. Terwijl de regenbui losbarst, zetten we de laatste scheerlijnen vast. Die scheerlijnen zijn er hard nodig. Gedurende de nacht horen we regelmatig de wind aan komen rollen door het dal. De wind maakte de tent flink aan het flapperen. Gelukkig is de tent goed bestand tegen wind. Na het bereiken van de kust de volgende dag, is het nagenoeg gedaan met het vele klimmen. De voorlaatste fietsdag hebben we in eerste instantie een overnachting in Blyth gepland. De weg er naartoe blijkt op zondagmiddag al erg druk te zijn. We zien het niet zitten om op maandagochtend de spits mee te moeten maken, daarom fietsen we door naar Whitley Bay. Het vakantiepark dat we daar aantreffen is enorm, inclusief overdekt zwembad en een supermarkt waar menig dorp jaloers op zou zijn. Helaas staan ze geen tenten toe. De juffrouw achter de balie verwijst ons naar een camping in Blyth. Dat doen we natuurlijk niet, daar komen we net vandaan! Dan maar door naar de camping in Newcastle. In Tynemouth hebben we weer met een vage beschrijving te maken, waardoor we weer de nodige kilometers met zoeken kwijt zijn. Het is kwart voor drie als we niet alleen bijna bij de camping zijn, maar ook bijna bij de boot naar IJmuiden. Langzaam is in Maureen’s hoofd de gedachte ontstaan, dat we de ferry misschien wel een dag eerder kunnen nemen. We rijden naar de terminal. Het blijkt inderdaad mogelijk om de tickets om te boeken. We moeten wel wat bijbetalen, maar dat vinden we niet erg. Hiermee voorkomen we de laatste, vervelende dag van een fietsvakantie. We zijn klaar met fietsen, het is mooi geweest in Schotland maar nu we willen eigenlijk wel naar huis. Dit voorkomt een dag vol met wachten. Nu hoeft dat niet, na een kwartiertje begint het laden van de boot.
We blijken een cabine te hebben met eigen douche en toilet. We weten niet zeker of dat dit komt door het overboeken van de tickets, of dat het een vergissing was. Voor de zekerheid springen we allebei snel onder de douche; dat hebben we dan maar gehad als we toch een verkeerde hut zouden blijken te hebben. Het blijkt een stuk goedkoper te zijn om aan boord de cabine om te boeken naar een hogere klasse, dan dit vooraf bij reservering te doen. Wel is het een beetje raar, dat dit niet in de goedkoopste cabines wordt aangegeven. De terugreis verloopt een stuk rustiger dan de heenweg. Onze auto blijkt in IJmuiden gelukkig nog alle onderdelen te bevatten, zodat we zonder problemen naar huis kunnen rijden. Thuis aangekomen worden we verwelkomd door de Dikke Poes en Poesje. Al het miauwen dat we de in de afgelopen twee weken hebben gemist, halen zij in een middagje weer in. We zijn weer thuis!