Landenweb.nl

NEDERLAND
Zuiderzeeroute Fietsen

De Zuiderzeeroute: eerste poging

Het weekend voor koninginnedag 2002. Met een paar dagen vrij erbij is dat een behoorlijk lang weekend en daarmee een ideaal moment voor een meerdaagse fietstocht in Nederland. Nadat ons eerste kampeerweekend een maand daarvoor goed was bevallen, kozen we nu voor de Zuiderzeeroute. Een tocht rond het IJsselmeer van in totaal 440 kilometer. Met dagafstanden van zo'n 85 km is dat in 5 dagen goed te doen. Toegegeven, de weersvoorspellingen waren niet optimistisch, maar wij wisten beter. Vaak is het weer tijdens onze fietstochten in de weekenden veel beter dan de gemiddelde weerman denkt te kunnen voorspellen. Ook nu dachten wij wijzer te zijn dan de weergeleerden...

Voor de zekerheid wel een paar oude regenbroeken aan de bagage toegevoegd, je weet immers maar nooit. Op 26 april vertrekken we vanuit Eemnes nadat we de auto daar op een veilige plek bij de kerk hebben geparkeerd. Het waait wel stevig, maar het is gelukkig droog. De reis voorloopt voorspoeding en na een kilometer of 40 komen we in Amsterdam. Hier missen we een bordje en het duurt even voordat we in de gaten hebben dat we een brug over moeten, we vervolgen onze tocht richting de Zuiderzee dorpen boven Amsterdam.

De lucht ziet er inmiddels wel heel dreigend uit. We controleren nog even of de regenkleding bovenop in de bagage zit. Na Ransdorp moeten we er toch echt aan geloven: midden in het open veld moeten we razendsnel onze regenkleding aandoen. Ingepakt in regenjas, regenbroek en overschoenen komen we in de stromende regen aan in Volendam. We verbazen ons over de grote hoeveelheden toeristen met camera om de nek geconcentreerd op een paar honderd meter. Wij breken bijna onze nek, want de toeristen zijn duidelijk niet gewend aan fietsers. En toeristen onder een paraplu, dat is helemaal levensgevaarlijk. Maar gelukkig is de actie radius van de gemiddelde toerist niet meer dan 500 meter van de parkeerplaats en kunnen we snel onze weg weer vervolgen. Onderweg komen we nog langs een andere toeristenattractie: "The Real Dutch Cheesefarm". Een boerderij met een enorme parkeerplaats. Buiten zit een groep verveelde kaasmeisjes in klederdracht en klompen te wachten tot de rijen met bussen arriveren. Ja, als we niet onze fietsbroek aan hebben, zien we er ook altijd zo uit... en natuurlijk wonen we in een molen.

De rest van de dag hebben we last van een fikse tegenwind en vallen er regelmatig buien. Na een rit van meer dan 100 kilometer komen we uit op de camping in Wijdenes. De mevrouw van de receptie biedt ons een plaats achter het toiletgebouw aan zodat we enigszins uit de inmiddels opgestoken straffe wind staan. Gelukkig is het even droog als we de tent opzetten. Zodra de tent staat, gaat het weer regenen en trekt de wind nog wat aan. Dan maar koken onder de voortent, onze MSR Velo heeft immers een flinke luifel dus dat moet lukken. Het grondzeil dat we hebben neergelegd in de voortent wordt hartstikke nat. Het idee was dat we daar droog op zouden kunnen zitten, helaas! Dus eten we gewoon de binnentent, maar dat gaat dus niet zo van een leien dakje. Tijdens het opscheppen verslapt de greep op het pannetje. De Chicken Tonight kunnen we vervolgens uit Patrick’s slaapzak opdienen: is weer eens wat anders. Zijn lange fietsbroek zuigt ons avondmaal wel lekker op. Tot overmaat van ramp is de rijst niet gaar en eten we in de stromende regen tweedehands chicken tonight met ongare rijst. Murphy stond waarschijnlijk ook ergens op die camping. Blij met de vondst van de wasmachine en droger gooit Maureen het wasmiddel omver. Gezien het formaat voordeelverpakking ruikt het daar nu waarschijnlijk nog steeds fris. Maar uiteindelijk draait dan toch de wasmachine en warmen wij zelf lekker op in het kroegje op het campingterrein.

Op de tweede dag waait het nog steeds heel hard (windkracht 5 tot 6) en vallen er regelmatig buien. Wij ploeteren voort langs de dijk. Het stuk fietsen van Medemblik naar Den Oever vinden we vreselijk: zeventien kilometer alleen maar rechtdoor. Af en toe zien we een boerderij. Patrick vraagt zich hardop af hoe de mensen die er wonen hun eigen huis herkennen, de boerderijen zijn allemaal identiek. Het hele stuk hebben we de wind op kop; het is hard werken om vooruit te komen. Steeds vaker houden we even rust om bij te komen. Dan fietsen we op de Afsluitdijk. De lucht is zwart, maar we hebben geluk: we hebben de wind schuin in de rug. Het routeboekje geeft aan dat halverwege de Afsluitdijk een restaurant ligt, dat wordt ons tussentijdse doel. De teleurstelling is groot als het restaurant een niveau lager ligt dan de weg, we willen de fietsen niet buiten ons zicht op een drukke parkeerplaats achterlaten, doorfietsen dan maar. We eindigen de dag nat en moe in Makkum. We twijfelen of de camping open zal zijn en voelen er weinig voor om voor niets nog tien kilometer door te moeten. We nemen een hotel in een poging onszelf en onze spullen te drogen.

Het hotel ligt pal aan de route op de markt van Makkum. Onze fietsen mogen we stallen in een hok achter het hotel. Terwijl we de fietsen naar binnen rijden zien we dat Patrick lek heeft gereden. Het plakken van de band komt later wel, eerst even opwarmen en bijkomen. De badkamer en de verwarming worden snel in gebruik genomen als droogrek. De serveerster is verbaasd als we bij het bestellen van het diner ook meteen het toetje bestellen. Wat ons betreft mogen ze productie draaien, des te sneller kunnen wij in onze hotelkamer vegeteren. Het slapen in het hotel bevalt ons niet zo goed als onze tent. Het bed is doorgezakt en we kunnen horen dat we niet de enige gasten zijn. We nemen onze slaapzak in plaats van de aanwezige dekens. Bij nader inzien hadden we net zo lief op de camping gestaan: een les voor een volgende keer.

Als we de volgende ochtend opstaan, regent het nog steeds. En jawel, ook hebben we wéér wind tegen. Helaas is de wind wel gedraaid, maar niet geluwd. De schapen die langs de dijk in de wei staan, staan ons met hun kont in de wind allemaal aan te kijken. We komen nauwelijks vooruit. Met heel hard trappen bereiken we een snelheid van amper 11 kilometer per uur. Als we tenminste al fietsen. De gemiddelde snelheid daalt hard omdat we steeds vaker moeten stoppen om bij te komen. Als we in een tunneltje weer staan uit te hijgen, geven we aan elkaar toe dat we het niet gaan redden. Met het huidige tempo moeten we minimaal 8 uur daadwerkelijk fietsen om de geplande dagafstand te halen. Bovendien krijgen we van de route en het landschap niets meer mee. We kijken vooral naar beneden om de wind en de regen te ontwijken. De conclusie is dat we in het huidige tempo de route niet in vijf dagen halen, maar we worden wel weer op ons werk verwacht.

Met een gekrenkt ego besluiten we op te geven en naar het eerstvolgende NS station te fietsen. Dat is station Hindeloopen. Naarmate we er dichter bij komen, beginnen we ons ernstig zorgen te maken. We zien namelijk mensen in felgekleurde hesjes op de rails lopen. Het station blijkt dicht vanwege werkzaamheden. Op het winderige perron hijgen we uit en slikken de teleurstelling met een candybar weg. Het enige voordeel van terugfietsen naar het station in Workum is dat we wind mee hebben. Eenmaal in de trein, blijken we niet de enige fietsers te zijn die de strijd hebben moeten staken. Drie andere fietsers waren eveneens de elfstedentocht aan het fietsen. Zij hebben de fiets tijdelijk gestald bij een kroeg en gaan met de trein terug om de auto op te halen. Wij gaan met de trein naar het station in Tiel, de auto is van later zorg. De conducteur vertelt later dat er met zulk weer regelmatig mensen in de trein zitten met fietsen. Dat maakt het gevoel van opgeven niet minder, maar we zijn in ieder geval niet de enigen.

Gelukkig blijkt het ook de twee dagen erna nog rotweer. We willen de route zeker nog eens fietsen. Dan moeten de weersvoorspellingen wel vijf dagen warm, zonnig en windstil aangeven. Daar wachten we in het Nederlandse klimaat dus nog steeds op…

De Zuiderzeeroute: tweede poging
Het wachten wordt beloond. Het weekend van hemelvaart 2003 zijn de weersvoorspellingen prachtig. We nemen op maandag extra verlof en hebben zo weer de benodigde vijf dagen om de 440 kilometer tellende Zuiderzeeroute te kunnen voltooien. De auto wordt net als vorig jaar in Eemnes geparkeerd. De tassen, tentstokken en stoeltjes worden op de fietsen geladen en we kunnen op pad.

De route is met de klok mee bewegwijzerd en voert ons langs Naarden en Muiderberg. We laten Amsterdam achter ons (we wisten immers nog dat we de brug over moesten) en gaan op zoek naar een plaats om wat te eten. Onderweg komen we veel andere fietsers tegen, we zijn duidelijk niet de enigen die de weersvoorspellingen hebben gevolgd. In Volendam kunnen we zien dat het daar ook met stralend weer bijzonder druk is. We vragen ons ook dit jaar weer af, wat alle toeristen komen bezichtigen in Volendam. We zien nog steeds niet meer dan vooral veel souvenirswinkels. Het is niet bijzonder mooi, niet bijzonder gezellig en wel bijzonder kitsch. Net voordat we bij de camping in Wijdenes zijn, komen we langs een SVR-camping. Het ziet er druk uit bij de boer en we gaan ons geluk beproeven bij dezelfde camping als vorig jaar. Maar als we daar aankomen is die (natuurlijk) ook hartstikke druk. Het zwembad zit propvol dikke kinderen. De mevrouw achter de receptie geeft een blik alsof ik gek ben als ik vraag of er nog een plaatsje is. Ze zegt dat er geen plaats meer is. Ik geef aan dat we maar een heel klein stukje grasveld nodig hebben voor ons tentje en onze fietsen. We moeten even wachten, er wordt gekeken misschien toch nog een klein plaatsje vrij is.

Tien minuten later staat ons tentje inderdaad, naast de ingang van de speeltuin, vlakbij het zwembad. Nog tien minuten later en we hebben spijt dat we niet hebben geprobeerd om te kamperen bij de boer. Onrustig zien wij toe hoe kinderen akelig dicht met hun fiets langs onze tent komen. Af en toe struikelt een kind over onze tentharingen. Geen reden voor medelijden wat ons betreft, maar verontwaardigde blikken, Dan moeten ze maar zo dicht bij onze tent gaan lopen en fietsen. Het duurt tot ’s avonds zeer laat voordat het rustig wordt op de camping. De camping is niet goed voor onze nachtrust. ’s Ochtends vroeg staan de kleine kinderen al weer klaar voor de speeltuin. Ook wij zijn dus vroeg op. De tweede dag is een dag waar we enigszins tegenop hebben gezien. We moeten deze dag twee saaie stukken afleggen, van Medemblik naar Den Oever is 17 kilometer saai rechtdoor. Na een klein stukje door het bos, komen we dan aan bij de Afsluitdijk. Dat betekent nog eens 33 kilometer rechtdoor. Net voordat we de Afsluitdijk op kunnen, rijden we nog maar even richting het centrum van Den Oever om te lunchen. Dit lunchen doen we bij het eerste etablissement dat we tegenkomen: een triest excuus voor een restaurant fraai gelegen aan een betonnen plaat.

Gesterkt door de lunch beginnen we aan de Afsluitdijk. We hebben dit keer wind op kop en de groene hectometerpaaltjes lijken voorbij te kruipen zo laag is ons tempo. We rusten een paar keer langs de kant van fietspad en kijken jaloers naar de tegemoet komende fietsers, zij hebben wel wind mee. Was de route maar tegen de klok in bewegwijzerd. Vorig jaar hadden we ons al vergist in het einde van de Afsluitdijk. In eerste instantie zie je namelijk niet het Friese vasteland steeds groter worden, maar Kornwerderzand. Jawel, er wonen ook gewoon mensen langs de Afsluitdijk. Afgepeigerd bereiken we uiteindelijk het Friese vasteland. Hier besluiten we dat de eerste camping die we tegenkomen ons als gast mag gaan verwelkomen. We krijgen gelukkig de wind in de rug en net voor Makkum komen we langs de Friese variant van een SVR-camping. De campinghoudster geeft aan dat ze een veldje vrij houden voor de fietsers. Het is er heerlijk rustig in vergelijking met de camping in Wijdenes. Na het douchen kunnen we genieten van onze buren: een Duits gezin dat voor het eerst hun nieuwe tent op gaat zetten. Altijd goed voor het nodige leedvermaak maar dat roep je dan ook over je af als je een fonkelnieuwe tunneltent van enorm formaat op de camping nog uit de plastic verpakking moet halen. In de loop van de avond zien we de nodige routegenoten binnendruppelen. Zij zijn net als wij blij dat het einde van de Afsluitdijk wordt beloond met een rustig campingplaatsje.

De volgende ochtend blijkt het weer nog steeds volledig zonnig en warm. De wind is ons alleen nog steeds niet gunstig gezind, we hebben voor de derde dag wind tegen. We komen erachter dat we vorig jaar op de derde dag maar een heel klein stukje hebben afgelegd voordat we hebben opgegeven. We zien erg veel schapen, waaronder ook een heleboel zwarte schaapjes. De Zuiderzee zelf zien we nauwelijks die houdt zich verscholen achter de dijk. We fietsen zo'n 80 kilometer en kiezen voor een SVR camping in Ossenzijl dat iets van de route af ligt. Tijdens het opzetten van de tent worden we door onze buren getrakteerd op een gekoeld drankje. Na het douchen lopen we naar het dorp om daar in de schaduw te kunnen zitten. In ons routeboekje staat over Ossenzijl dat jaarlijks zeer veel boten het plaatsje passeren. Het aantal toeristen dat de boot aanlegt is alleen niet zo groot. Maar terwijl we boten langs zien komen, vinden wij het helemaal niet zo raar. Het dorp heeft nauwelijks voorzieningen en de aanlegplaatsen zijn een lelijke betonnen bak. Zelfs de ophaalbrug is weinig bijzonder.

Tijdens het kokkerellen van maître Pierre komt een mevrouw onze tent van dichtbij bekijken. We lijken af en toe wel een rijdend reclame-team voor de MSR Velo. Later bij het afwassen wordt ook ons opvouwbare teiltje nog bewonderd. We hebben voor het afbreken van de tent een duidelijke taakverdeling. Patrick breekt de buitentent af terwijl Maureen de tent leeghaalt en de slaapzakken in de compressiezakken stopt. Daarna gaat Patrick verder met het inpakken van de slaapzakken en de matjes. Maureen pakt intussen de voortassen (kleding, slippers en dergelijke) in. De binnentent wordt vervolgens afgebroken en alle tassen worden op de fietsen gepakt. Alleen de tas met de kookspullen en onze stoeltjes blijven nog even staan, om te ontbijten. In Ossenzijl worden we ’s ochtends tijdens het afbreken van de tent belaagd door kleine vliegjes. Gek worden we ervan. Het duurt even voor we wakker genoeg zijn om te snappen dat het geen vliegjes zijn, maar mini-muggen. We worden volledig lek geprikt en zitten vervolgens onder de mini-muggenbulten. Helaas jeuken ze niet minder dan ‘gewone’ muggenbulten. Na het inpakken, maken we nog even een praatje met routegenoten. Ook zij hadden zich op de Afsluitdijk verheugd op het einde bij Kornwerderzand.

Het is inmiddels zondag geworden en wij zijn aangekomen in een streng gelovig deel van Nederland. Het is heerlijk rustig fietsen in plaatsen als Zwartsluis en Genemuiden, we zien nauwelijks mensen buiten. Alleen een stel volledig gekleed in zwart komt uit een kerk. Hun kleding ziet er beduidend warmer uit dan die van ons. In Kampen proberen we een lunch te vinden. In eerste instantie komen we niet verder dan een café waar we alleen wat kunnen drinken. Gelukkig vinden we een Grieks restaurant waar de lunch uitstekend smaakt. We rijden door naar de natuurcamping in Elburg. Bij aankomst blijkt het een onderdeel te zijn van een grotere camping, "Old Putten" genaamd. De receptioniste wil ons als op de trekkersplaats zetten, rondom het kinderbad. Daar zet ze namelijk alle trekkers neer. Zelf vindt ze dat een heel goed idee, daar staat namelijk een picknicktafel. Ons lijkt het een nogal drukke en luidruchtige plek en dus niet zo'n goed idee. Het duurt even voor ze in de gaten heeft dat wij gewoon voor de natuurcamping komen. We worden verwezen naar een stuk waar inderdaad het bordje van de natuurkampeerterreinen bij staat. Maar we zien geen verschil met de rest van de camping. Hooguit dat het gras minder gemaaid is. Zou de beheerder denken dat er geen onderhoud hoeft te worden gepleegd aan een natuurkampeerterrein? Voortaan gaan we niet meer naar een natuurkampeerterrein dat onderdeel is van een grotere camping. (In 2005 hebben wij van de beheerders van camping "Old Putten" een e-mailtje gekregen dat de camping momenteel weer terug in handen van de familie is. Dat was hij niet toen wij er waren tijdens de Zuiderzeeroute. We zijn van harte uitgenodigd om de camping te komen bewonderen, maar we zijn er nog niet geweest) De camping wordt in de loop van de avond wel steeds rustiger. Wij hebben maandag vrij genomen, dus we zien iedereen vol belangstelling de auto en caravan weer volproppen.

Op maandag fietsen we naar Eemnes. Ook op deze dag hebben we zonnig weer en wind tegen. Zwoegend denken we: had de ANWB de bewegwijzering maar tegen de klok in gemaakt. In Harderwijk doet het aantal touringcarbussen niet onder voor Utrecht CS in het hoogseizoen. Hele busladingen met schoolkinderen worden uitgestort. We zijn blij als we de boulevard van Harderwijk, (ongetwijfeld wordt de asfaltplaat die dienst doet als parkeerplaats zo genoemd) achter ons laten. In Eemnes aangekomen, ziet de lucht er dreigend uit. Als we net in de auto zitten vallen de eerste paar druppels. Maar wij hebben toch maar mooi vijf dagen met warm en zonnig weer kunnen fietsen in Nederland.