LIECHTENSTEIN
Op verkenning in het ministaatje
Op verkenning in het ministaatje
Tekst en Foto's:
Joyce Frey
Een paar dagen zou ik in het kleine landje Lichtenstein doorbrengen, dat tussen Zwitserland en Oostenrijk ingeklemd ligt en dat 12,4 KM. breed en 24,6 lang is. Ik kreeg in Balzers bij mijn dochter een kamer met uitzicht op het slot Gutenberg, dat hoog boven de plaats uit troont.
Met de trein ging ik naar Sargans. Daar werd ik met een auto afgehaald. Na een kleine tien minuten waren we aangekomen en maakten we het ons gemakkelijk op het balkon.
Ik verwonderde me erover, waarom hier alles vastgebonden is. Mijn gastgevers grijnsden en vertelden, dat ik dat al vlug zelf zou merken. Dat gebeurde ook.
Het duurde niet lang voor de Föhn kwam. Een hevige warme valwind die uit het zuiden komt als het daar slecht weer is. In de dalen stormt het heviger dan in de bergen. De temperatuur stijgt en een droge lucht zorgt voor een helder zicht.
Maar wie dan naar buiten gaat, zal ik aanraden een regenjas mee te nemen. Want als de föhn zijn kracht verliest, is een regenbui gegarandeerd.
In de middag wandelden we naar het kasteel omhoog, dat op het moment gerenoveerd word. Waarschijnlijk komt er een restaurant in. Van boven af heb je een prachtig uitzicht op het stadje en op de omliggende bergen.
We gingen weer naar beneden om door het stadje te lopen en om de kerk te bekijken.
Dan wandelden we naar de Rhein. In het midden van de brug zetten we een voet in Zwitserland en de andere in Lichtenstein.
De grens is alleen maar te herkennen aan een plaatje op de brugleuning. Het uitzicht is erg mooi.
De volgende dag namen Sandra en ik met de bus. Ik kocht een dagkaart voor zeven franken. Later ondervond ik, als gepensioneerde, maar vijf franken te moeten betalen . Eerst reden we naar Vaduz.
Daar zou ik graag met het toeristentreintje gegaan zijn.
We liepen door de autovrije straat, die niet erg opwindend is voordat we bij het treinstation kwamen.
Daar werd ons verteld, dat alleen maar groepen die gereserveerd hadden mee konden. Of we moesten het geluk hebben nog vrije plaatsen te vinden.
Twee bussen kwamen. De ene uit Nederland en de andere uit Duitsland. De passagieren stapten uit de bus om in het treintje plaats te nemen. Het was vol. Twee keer per dag rijd het voor "vrije" toeristen. Maar zo lang willen we niet wachten.
Wij slenterden naar de andere kant waar druk verkeer was, om op een terrasje met zicht op het slot van de vorsten-familie iets te gaan drinken.
Het slot was boven moderne zakengebouwen en banken nog te zien.
Vaduz heeft enige musea, maar verder weinig te bieden. Later stapten we in de bus naar Mauren om daar het vogelparadijs te bezoeken. Hier zijn hoofdzakelijk papagaaien uit de hele wereld verzameld.
Na tien minuten hadden we het bekeken. Terug in Mauren aten we op een gezellig terrasje en stapten daarna in de bus naar Schellenberg om naar een korte klimtour de ruïne te bekijken.
Dan weer terug naar Mauren om vandaar naar Balzers te komen. Tja, dat kleine landje, ben je vlug doorheen.
De dag er op had mijn schoonzoon ook vrij. We zouden een dagje de bergen in gaan. Eerst naar Triesenberg en verder naar Gaflei.
Daar wandelden we de berg op naar het uitzichtpunt. Van hier heb je een mooi zicht op het Rheindal. De föhn deed nog steeds zijn best. Ik moest me een het hek vasthouden om niet weg te vliegen.
Verder lezen >> www.reisimpressies.eu - Vorstendom Liechtenstein