Landenweb.nl

ITALIE
Italie Fietsvakantie 2

Campodolcino - Cremona

De dag na ons Splügenpas avontuur dalen we nog verder af Italië in. Als we een tunnel binnen rijden, lijken de geiten die we in het stikdonker net missen net zo geschrokken van ons als wij van hun! Gelukkig staan ze netjes aan de kant en lijken ze niet te durven bewegen. De afdaling wil je echt alléén maar ondernemen met een goede fiets en vooral goede remmen. En Benjaminse heeft gelijk als hij eenieder aanraadt om vooral licht op de fiets te monteren. In een groot deel van de tunnels zie je dus niets, maar dan ook echt niets zon donker is het daar. Wij fietsen letterlijk blindelings vertrouwend op de Italiaanse wegbeheerder door die tunnels, een beetje op gevoel richting het lichtpuntje aan het einde van de tunnel, spannend!



De weg langs het Lago di Como is smal en bochtig. Het maakt de Italianen allemaal niets uit, zij halen overal in. Wij vragen ons hardop af waarom de Italiaanse regering nog steeds geld stopt in het schilderen van strepen en haaientanden op de wegen. Geen Italiaan die zich daar wat van aantrekt. In Varenna zijn we net op tijd om nog even snel te lunchen voor de veerboot ons naar Bellágio zal brengen aan de andere kant van het Como meer. We bestellen een gebakken ei met gebakken aardappels, dat lijkt ons wel een snel en voedzaam gerecht. We krijgen allebei één gebakken ei met sporadisch wat ham erin verwerkt. Niet per ongeluk anderhalf ei per persoon of zelfs twee, nee, één ei. En één aardappel die in partjes is gebakken. De mevrouw heeft volgens Patrick verder nog wat aan de dennenboom geschud (volgens Maureen is het rozemarijn). Twee blikjes cola vervolmaken deze gedenkwaardige lunch, die volgens de rekening € 28,- moet kosten. Maureen knippert toch nog wel een keertje extra met de ogen voordat ze gelooft dat ze het bedrag goed heeft gelezen. Dus aanstaande fietsers opgelet: ga geen gebakken ei eten in het restaurant annex hotel dat tegenover de ticketcounter voor de veerboot ligt, sterker nog, ga er helemaal niet eten, je wordt er door een lelijke uitbaatster kaalgeplukt waar je bij staat. En als klap op de vuurpijl moet je de fietsen uit het zicht zetten want dat vindt ze maar niets, fietsen bederven volgens haar het uitzicht!



Als we net de tent in Barco op de camping hebben opgezet, valt de eerste regenbui van die avond. Tijdens de nacht vallen er regelmatig fikse buien en onweert het flink. Zo tussen de bergen hoor je de donder ook erg goed. ’s Ochtends regent het nog steeds. Als we nu nog niet opstaan, maar ons nog eens omdraaien, misschien is het dan straks droog. Helaas blijkt deze optie die ochtend niet te werken. Als we even naar buiten kijken, ziet het er niet uit dat het vandaag nog droog gaat worden. We pakken de spullen in de regen in. Zelf steken we ons in de regenkleding. De regenkleding en vooral de overschoenen bewijzen ons deze dag hun dienst zeer goed. De vele plassen zijn niet te ontwijken op het onverharde fietspad langs de rivier de Adda. Na 2 uur hebben we het wel aardig gezien met die Adda en het onverharde pad langs die rivier. Het haalt de gemiddelde snelheid behoorlijk naar beneden, terwijl we deze dag een lange etappe op het programma hebben staan. Nadat we het asfalt hadden teruggevonden, gaat de snelheid wel wat omhoog en word het tijdelijk droog. Maar de beschrijvingen van Benjaminse zorgden ervoor dat we weer eens de nodige tijd verliezen met het zoeken van de juiste weg in de dorpen. We moeten borden volgen die niet blijken te bestaan. In Crema worden we door al dit gezoek weer door de bui ingehaald en gaat de hemel open. Onvoorstelbaar, zoveel regen hebben we op de fiets nog nooit over ons uitgestort gekregen! Tegen zoveel water tegelijk kan ook onze regenkleding niet op. Tja, natte voeten hebben we nu toch al, dan hoeven we ook niet meer te proberen om de plassen te ontwijken. We hebben het gevoel dat we in Nederlands weer en landschap zijn terechtgekomen; nat en vlak. Dat de Po vlakte inderdaad vlak en saai is net als de polders in Nederland wisten we al, dat het er ook zo kon regenen als in Nederland was nieuw voor ons.



De camping in Cremona is moeilijk te vinden. Een aardige meneer in een invaliden-autootje wijst ons aan het begin van de stad de juiste kant op. Maar de camping ligt letterlijk aan de andere kant van de stad. De bordjes die we op een gegeven moment tegenkomen, sturen echter alleen de automobilisten richting de camping. De weg die wordt geduid is verboden voor fietsers. Op de kaart zien we dat we deze weg eigenlijk maar een paar honderd meter hoeven te volgen om bij de camping uit te komen. Of, als we ons aan de regels willen houden dan moeten we een flink stuk om door een wir war van straatjes in Cremona. We doen net of we gek zijn en het bord “verboden te fietsen” niet hebben gezien en fietsen over de vluchtstrook van een tweebaans drukke doorgaande weg. We hebben al genoeg gefietst wat ons betreft. Als de tent eenmaal staat, klaart het eindelijk op.



Cremona - Florence

De Po-vlakte is met recht vlak te noemen. De dag dat we van Cremona naar Guastella fietsen, een afstand van bijna 80 kilometer, klimmen we een ongelooflijke 28 meter. Dat is nog geen viaduct. Het is echter ook een saaie omgeving, waar je blij bent dat je tempo kan maken. Des te sneller heb je deze vlakte weer achter je gelaten. Vanaf Modena volgen we circa 20 kilometer een speciaal fietspad, dat is aangelegd op de bedding van een oude spoorlijn. Gek worden we van de poortjes die ervoor moeten zorgen dat het pad alleen door fietsers gebruikt kan worden. Wat is er toch mis met één paaltje of hooguit twee paaltjes? Nee, er worden ingewikkelde poortjes geplaatst waardoor iedere keer het tempo eruit gaat. Ach, we worden wel heel bedreven in het stuurwerk met iedere paar honderd meter een poortje over een stuk van bijna 20 kilometer.



Na de Po-vlakte moeten we de Apennijnen over. Dat viel ons reuze mee, terwijl het wat betreft hoogtemeters nagenoeg vergelijkbaar is met het beklimmen van de Splügenpas. Maar de dag erna blijken we teveel van onszelf te hebben gevraagd in één aangesloten fietsperiode. We willen onze rustdag in Florence houden, niet in een of andere onbekende industriestad. Het is slechts zo'n 75 kilometer naar Florence. Maar de Toscaanse heuvels zijn steil en we rijden natuurlijk weer niet in een keer goed, Paul bedankt! We hadden verwacht hooguit rond een uur of twee in de middag Florence binnen te rollen. We zijn echter om 12 uur pas in Empoli waar we net een krappe 40 kilometer op de teller hebben staan. Het is nog eens eenzelfde afstand naar Florence. De hoogteprofielen tussen Pistoia (waar we die ochtend vertrokken zijn) en Empoli zoals ze zijn weergegeven in het routeboekje lijken totaal niet op de voortdurende beklimming en afdaling die we moeten verrichten. Wij zijn te moe voor deze steile heuvels, de geest heeft het zwaar maar het lichaam helemaal. In eerste instantie hebben we bedacht om in Empoli een hotel te nemen en dan met de trein naar Florence te gaan. Maar Empoli blijkt een treurig uitziende stad als we er eindelijk binnen rollen. We besluiten de trein te nemen met fietsen en al, dan kunnen we toch de rustdag in Florence houden. We willen, na een paar nachten noodgedwongen in een hotel te hebben geslapen, ook wel weer graag in ons tentje slapen. We weten dat er een camping in Florence is, dus op met de trein naar Florence. Het doet ons enigszins pijn aan het ego om een kaartje te gaan kopen, maar ja, de benen deden nog veel meer pijn. Een krap half uurtje later en slechts twaalf euro armer staan we met onze fietsen in het middenpad van een Italiaanse trein. Als echte provincialen stappen we natuurlijk in Florence een station te vroeg uit. We vonden het al zo raar dat verder niemand uit de trein wilde... Hopen dan maar dat de volgende trein ook op hetzelfde perron stopt, want het forenzenstation heeft geen lift om met de fietsen het perron te kunnen verlaten, de bijzonder steile trap nodigt niet echt uit om er met de fietsen af te dalen. Gelukkig komt na vijf minuten de volgende trein naar Florence. De speciale fietswagon blijkt een onmogelijke hoge instap te hebben, daar is niets fiets-vriendelijks aan. Maar ook deze barrière nemen we.



We doen in Florence nog een poging om de McDonald’s te vinden. In het Centraal Station hangen borden dat de Mac slechts 50 meter verder ligt. We hebben de laatste paar dagen al vaker geprobeerd om de borden richting de McDonald’s te volgen, maar dat leidde nooit tot een lekkere vette hap. Ook in Florence lijken de borden ons weer te verleiden zonder dat we wat te eten vinden. Dan gaan we maar fietsen richting de camping. Op de fiets spotten we alsnog de gele M. Weten wij meteen wat we die avond zullen eten! Florence is voor ons ongekend druk en toeristisch. Dat merken we zodra we de hal van het Centraal Station inkomen en er ons vervolgens doorheen worstelen. Op de fiets komen we langs allerlei toeristische attracties. Je struikelt letterlijk over de toeristen. We stappen af en lopen door het centrum met onze fietsen, dat scheelt een hoop ergernis. Om de camping te bereiken moeten we nog even klimmen. We kruipen echt omhoog, we zijn totaal op. Nadat we een tijdje (lees: lang) in de rij voor het loket hebben gestaan, mogen we dan toch eindelijk onze tent gaan neerzetten. Het zoeken van een geschikte plek valt helemaal niet mee. Dat ligt niet aan ons. We zullen alle kersverse kampeerders die na ons arriveren hetzelfde ritueel zien doorgaan. Vol ongeloof denkt iedereen dat er toch vast wel ergens een stukje op de camping te vinden zal zijn dat niet onmogelijk scheef is. Maar nee, het zoeken blijkt voor eenieder vergeefs, een vlak stuk camping groot genoeg voor een trekkerstentje is niet te vinden. Afgezien van het gebrek aan vlakke plekken is het een mooie camping; veel faciliteiten voor trekkers en een werelds uitzicht, daar kan het gemiddelde hotel in Florence niet tegen op.



Florence is mooi, vooral van de Dom waren wij erg onder de indruk. Eén gedachte overheerst bij het zien van alle versieringen die erop zijn aangebracht; “wat een hoop werk”. Vóór de Dom is het erg druk met groepjes toeristen die, veelal voorzien van gids, de Dom bekijken. Wij hebben het revolutionaire idee om eens rond de Dom te lopen. Zodra we de zijde van de hoofdingang achter ons hebben gelaten, is er nog slechts een enkele verdwaalde toerist te ontdekken. Geen groepjes, geen gids met vlaggetje, niets van dat al. De brug met al het klatergoud ook wel bekend als Pont Vecchio is niet aan ons besteed. Wat een ontzettende verzameling kitsch.



Onze eerste avond in Florence worden we verrast met een gigantisch vuurwerk. We weten niet wat er te vieren is, maar het is in ieder geval groot feest en het mag wat kosten. En de Italianen houden behalve van siervuurwerk ook nogal van vuurwerk dat kan knallen. Zeker een half uur lang kunnen we van de show genieten. Het wordt op het plateau dat nagenoeg boven de camping ligt afgestoken dus we zitten op de eerste rang samen met alle andere campinggasten. Halverwege de vuurwerkshow zien we bij onze tent ineens een vuurvliegje voorbij komen, alsof het een piepklein stukje verdwaald vuurwerk is. Wij denken dat het vuurvliegje sinds die avond weet wat hij wil worden als hij later groot is! Op de tweede avond (vrijdagavond) op de camping in Florence horen we tijdens het koken een nogal slechte band oefenen. Dat is vast niet zomaar, dat wordt vanavond vast ergens feest. Ze zingen iedere keer maar een paar regels. Vervolgens lijkt het alsof ze de tekst kwijt zijn en valt het stil. Na een paar minuten beginnen ze dan gewoon met een nieuw liedje. Tegen de tijd dat wij willen gaan slapen, begint de band echter non-stop te spelen. Het was echt de slechtste band die we ooit hebben gehoord. Helaas duurt het optreden ook nog tot diep in de nacht.



Florence - Rome

In Siena staan vrij veel fietsers op de camping. Waaronder drie oudere Nederlandse mannen. Als wij een hapje gaan eten in het restaurant, zitten zij er ook. We krijgen enigszins de indruk dat de sfeer tussen de drie mannen betere tijden heeft gekend. Wij doen echter ons eigen ding en eten de heerlijke voorverpakte maaltijden die door de restauranthouder vol overgave in de magnetron zijn geplaatst. We vertrekken de volgende ochtend extra vroeg. We zullen die dag door Le Crete fietsen, waar we geen schaduw verwachten maar wel spectaculaire uitzichten. Tot Florence hadden we mooi fietsweer, niet echt warm, maar wel warm genoeg om in een T-shirt te kunnen fietsen. In Toscane is het echter nogal warm, ongeveer tien graden warmer dan gebruikelijk is voor de periode van het jaar. Het is boven de 35 graden. Vandaar dus dat wij die ochtend de wekker vroeg hebben gezet, we hopen zo de ergste hitte te vermijden. We willen ook nog wat van Siena zien ’s ochtends vroeg. Nou, dat lukt ons uitgebreid. We zien de hele stad, maar de Dom en het Piazza del Campo zien we niet van dichtbij. Een uur nadat we de camping hebben verlaten, slagen we er eindelijk in de stad achter ons te laten na een frustrerende zoektoch door de nauwe en steile straatjes van Siena. Le Crete bood inderdaad een leeg aanzicht, maar lang niet zo leeg als de brochures ons willen laten geloven. Wij vonden het er vooral warm. We zijn dan ook blij als we in Sarteano op de camping een verfrissende duik kunnen nemen in het daar aanwezige zwembad. Een uurtje later zien we één van de drie mannen aankomen op de camping. Maar de andere twee mannen zien we niet. Als Maureen water gaat halen, hoort ze de man bellen. Dat klinkt als ruzie. Na het eten lopen we even bij de man langs, we hebben een beetje met de man te doen. Dat blijkt niet nodig. Hij was met zijn twee broers op fietsvakantie. Het tempo van de drie mannen was niet gelijk, wat tot de nodige ergernissen leidde. Wij vonden die dag een zware fietsdag, maar deze man vond het een heerlijke dag. Voor het eerst tijdens de fietsvakantie kon hij zijn eigen tempo fietsen en kilometers maken. Zijn broers zijn vooruit gereisd met de trein en ze zullen hem ergens vlak voor Rome weer oppikken.



De volgende dag is het wederom ongelooflijk warm. Het kwik loopt die dag op tot bijna veertig graden. Veel erger nog vinden we het gebrek aan wind die dag. Na de middag raakt Patrick bijna oververhit. Hij stopt met zweten dus vindt er geen verkoeling meer plaats. Hij begint een gevoel te krijgen dat hij ook had tijdens onze fietsvakantie in Maleisië. Dat liep toen uit op een gedwongen rustdag vanwege uitdroging en oververhitting. Dat gingen we dus niet nog eens riskeren! We hadden al gepland om in een hotel te slapen, aangezien de volgende camping op veel meer dan een dagafstand lag. Dus zoeken we in de eerste plaats waar we doorkomen een hotel. En dat blijkt echt het leukste hotel te zijn van de hele fietsvakantie! We krijgen een mooie kamer, wat te drinken en een stukje taart ter verwelkoming. Uit alles blijkt dat de eigenaresse haar hotel met veel plezier runt. ’s Avonds krijgen we dan ook nog eens de beste maaltijd van de hele fietsreis naar Rome! het ontbijt de volgende ochtend is zo uitgebreid dat we nauwelijks kunnen kiezen wat we zullen eten. Dat is wel wat anders dan die ene voorverpakte croissant gevuld met bakkersroom die we in de voorgaande hotels kregen. Als we afrekenen vragen we ons af waarom ze niet meer vraagt voor dit klein paradijsje in Italië.



In Trevignano Romano aan het Lago di Bracciano kunnen we weer kamperen. De laatste twintig kilometer voor de camping waren een verzoeking. Onze benen wilden ons niet meer de berg op brengen. Vlakke meters zijn geen enkel probleem, maar de hellingen zijn een verzoeking. We maken per week net iets meer kilometers dan ons lichaam eigenlijk nog leuk vindt. Maar ja, we hebben maar vrije dagen voor 4 weken fietsvakantie en we willen nog een paar dagen in Rome doorbrengen dus moet de goed 1600 kilometer in iets meer dan 3 weken worden weggetrapt. Op de camping ontmoeten we die avond weer die ene fietsende broer, die nog steeds blij is dat hij lekker kan fietsen. De dag erna zal hij zich weer met zijn broers herenigen in Bracciano, waar zij met de trein naartoe zijn gegaan.



De laatste fietsdag moeten we nog circa 40 kilometer naar Rome. We bereiken rond het middaguur het St. Pietersplein. Helaas mogen we niet met de fiets het plein op omdat er een officiële gelegenheid op het plein aan de gang is. Oke, nu nog een camping vinden in Rome. De mevrouw van het hotel in Bagnoregio heeft ons de camping aan de Via Aurelia aangeraden. Wij gaan op weg, niet wetende dat deze weg tientallen kilometers lang is. Na een paar kilometer komen we langs de McDonalds. Kijk, dat vinden wij dan weer helemaal niet erg! Na een vette lunch stappen we weer op de fiets. De Via Aurelia is een drukke weg, zeg maar gerust hele drukke weg, waar het overige verkeer langs je heen raast. De Italianen hebben de onhebbelijke gewoonte om pas op het allerlaatste moment een afslag te nemen. Ze maken dus geen gebruik van de aanwezige uitvoegstrook, maar sturen op het laatst alsnog de afrit op. Dat gedrag levert voor ons een aantal best spannende momenten op. We lijken Rome toch wel langzaamaan achter ons te hebben gelaten, maar geen spoor van de camping te bekennen. Vertwijfeld vragen we ons af of we wel goed zitten. Maar ja, Benjaminse heeft de camping op de kaart ook wel ver van Rome afgetekend. Dus het zou zomaar kunnen kloppen. Het voelt een beetje als de situatie in St. Pierre, waar we twee jaar eerder tijdens onze fietsvakantie over de Groene Weg zeven campings op een rij zouden moeten vinden en wij uiteindelijk per ongeluk 12 kilometer verderop op een prachtige naturisten camping terecht kwamen. Dit keer is de camping die we tegenkomen echter niet zo mooi en zelfs niet naturistisch van aard. Na circa twintig kilometer komen we in Castel di Guido bij camping Aurelia uit. We mogen een nachtje kamperen. We zijn nagenoeg de enige gasten op een treurig veld. Enigszins uit het veld geslagen pakken we onze stoeltjes uit en gaan er even bij zitten. Wat moeten we nu toch doen? Zitten we hier vreselijk ver van Rome af, op een zo goed als gesloten camping. Maureen zegt dat ze even gaat kijken of ze wat te drinken kan kopen, aangezien ze wel een bordje richting de pizzeria had zien staan: dan kunnen we het verdriet wegdrinken. Helaas blijken de pizzeria en de bar net zo leeg als de betonnen bak die voor het zwembad door zou moeten gaan. De bushalte voor de ingang van de camping komt nergens vandaan en gaat nergens naar toe. Daar gaan wij niet mee in Rome komen, niet in de laatste plaats omdat je niet contant kunt betalen in de bus. Patrick is inmiddels toch maar begonnen met het opzetten van de tent. Maureen geeft aan dat ze eigenlijk met de boodschap terugkwam dat we terug naar Rome zouden fietsen, desnoods om een hotel te nemen. Patrick denkt er twee seconden over na als hij hoort hoe weinig er te beleven is op de camping. We hebben namelijk ook niets te eten bij ons.



We pakken de boel weer in en rijden terug richting Rome. We volgen opnieuw de Via Aurelia en na een behoorlijk aantal kilometers vinden we daar dan toch geheel onverwacht alsnog camping Roma, mooi gelegen aan de rand van Rome. Voor toekomstige fietsers: de camping ligt aan de rijbaan richting Rome van de Via Aurelia, tegenover de Panorama supermarkt en het Jolly Hotel Midas, ter hoogte van kilometerpaal 8. Als je stad uitrijdt, en dat doe je als je van het St. Pietersplein afkomt, zie je geen bordje naar de camping want dat is er niet! Geloof ons, dit wil je in het boekje erbij schrijven als je in Rome denkt te gaan kamperen. We horen van de andere fietsers dat iedereen zo’n beetje verkeerd rijdt, sommige mensen wat meer dan anderen. Dus ben wijs, pak je route-boekje en schrijf het op!



Rome - Tiel

We gaan de volgende dag erop uit om Rome te verkennen. Hoewel we graag bij de paus op bezoek wilden gaan, vinden we de rij voor het Vaticaanmuseum te lang om met deze temperaturen in te gaan staan. Rome is prachtig, op iedere hoek van iedere straat is wat moois te zien. Het feit dat we het Vaticaan niet van binnen hebben bezocht, is wellicht een mooie reden om nog een keer terug te gaan naar Rome. We hebben na wat zoeken een kaart van de omgeving van Rome gekocht met meer detail dan de kaart die wij bij ons hebben. Van andere fietsers hebben we begrepen dat de weg naar het vliegveld goed te fietsen is. Wij gaan de dag voordat we zullen vliegen al richting het vliegveld. Wij voelen er niets voor om op de dag dat we gaan vliegen nog op de fiets richting het vliegveld te moeten met het risico te verdwalen. We hebben wat moeite om de juiste weg te vinden, maar na krap drie uurtjes en flink wat zoeken staan we dan toch op het vliegveld. We hebben nog even geprobeerd of het mogelijk is om de vlucht een dag te vervroegen, maar dat bleek niet mogelijk te zijn. Dus hebben we onze intrek in het Hilton Hotel genomen, het enige hotel dat in de directe omgeving van het vliegveld ligt. Let wel, dit hotel is duur met een hoofdletter “D”! Dus als je wat meer budget bewust wil reizen dan wij is het verstandig een hotelletje te zoeken in het dorpje Fiumicino dat vlak bij het vliegveld ligt.



Voor het inpakken van de fietsen regelt een van de piccolo’s de volgende ochtend een kartonnen doos. Het duurt even voordat hij begrijpt waarom ik een doos vraag, waardoor hij waarschijnlijk dacht dat hij de vraag niet goed begreep. De goede man moet gedacht hebben dat wij de fietsen in de doos wilden doen in plaats van het karton gebruiken om alleen het stuur in te pakken. We pakken dit keer de fietsen maar in beperkte mate in. Wat karton om het stuur heen en verder alleen de plastic hoes van de Fietsvakantiewinkel. Na onze fietsvakantie in Costa Rica hadden we de fietsen zeer goed ingepakt. En bleek bij aankomst op Schiphol dat iemand ze flink had laten stuiteren. Dus nemen we deze keer niet al die moeite, het is immers geen garantie dat je fiets de vlucht overleefd. Wellicht zijn ze er voorzichtiger mee als ze minder goed zijn ingepakt? Eigenlijk hebben we maar een conclusie: je moet gewoon hopen dat degene die jouw fiets moet behandelen er voorzichtig mee zal zijn. Na een vlucht van 2,5 uur staan we weer in Nederland. Vol spanning wachten we op het moment dat fietsen worden bezorgd. Gelukkig heeft al onze bagage deze vlucht goed overleeft. De ouders van Patrick staan ons op te wachten met hun nieuwe auto en dito fietsdrager. Ze brengen ons thuis zodat we niet ook nog eens de wondere wereld van het openbaar vervoer hoeven te trotseren. Als we uit de auto stappen komen Bertje en Poes aangerend; wij zijn weer thuis!