HONGARIJE
Wijnen uit Villany
Wijnen uit Villany
Waar Bacchus in het graf van de duivel zijn paradijs vindt
Lange tijd kwamen uit het zuiden van Hongarije vooral rode en witte landwijnen, maar de laatste jaren is het gebied bezig met een opmars. Een hoge reputatie genieten vooral de wijnen uit Villány-Siklos. Tiffán, Bock en Gere zijn nu wereldwijd gevestigde namen
Villány- Siklós
Slingerende wegen, wijnvelden, bosjes, groene en gele huizen, rijen wijnkelders langs de straatweg, Mariakapelletjes en kruizen met een lijdende Christus, ja zelfs een bedevaartplaats. Dat is Villány-Siklós, de meest zuidelijke gelegen wijnstreek van Hongarije.
Volgens documenten in het wijnmuseum te Villány plantten de Romeinen in de 2e eeuw AD de eerste wijnstokken. Ze noemden de gaarden Sopionae (moeras) naar het eveneens door hen in die tijd gestichte Pècs. Na de Turkse bezetting van Hongarije (1543-1696) plantten Duitse wijnbouwers de hen bekende soorten: Portugieser, Blaufrankos, Zweigelt en Rhine-riesling. Tot de inheemse soorten behoren: kadarka, hàrslevelü (lindenblad) en királyeány (koningsdochter).Verder gedijen hier Franse soorten, waaronder cabernets, chardonnay en olasz-riesling. Wijnen van de Portugieser, hebben een intens rode kleur, een naar viooltjes geurend boeket en een mooie balans. Wijnen van de olasz-riesling zijn prachtig in balans en hebben in de smaak een naar amandelen neigend bittertje.
Mediterraan
Het klimaat is zeer warm mediterraan, terwijl heuvels de wijngaarden beschutten. In de luwte gedijen de druivenstokken op een rijke en zeer gevarieerde grond met löss, leisteen en mergel. Generaties lang leren vaders aan hun zoon hoe wijn te maken. Dat alles maakt Villány tot de beste wijnstreek van Hongarije, maar de beste wijnen komen uit de gaarden Teufelsgraben en Kopàr.
Met een oogst van 800-1000 flessen per hectare streven de wijnmakers vooral naar kwaliteit. In respectievelijk 1991, 1994 en 1997 kregen de wijnmakers Ede Tiffán, Attila Gere, en Jószef Bock, de onderscheiding: ‘wijnmaker van het jaar’. Ondanks zijn uitstekende wijnen viel het ultramoderne Sauska tot nu toe niet in deze prijs.
Teufelsgraben
‘Waaraan Teufelsgraben zijn goede reputatie dankt?’ herhaalt Ede Tiffán mijn vraag. ‘Aan de grond. De onderbodem bestaat uit 20 meter diepe kalksteen, maar daarboven ligt löss. De bruine aarde laat gemakkelijk regenwater door. De druivenstokken groeien tegen een meer dan 32% steile helling en dat maakt het oogsten tot een hels karwei. Vandaar dat wij deze wijngaard Teufelsgraben noemen.’
De, met de hand geplukte, druiventrossen worden in de wijngaard en bij aankomst zorgvuldig uitgezocht. Daarna worden ze van hun steeltjes ontdaan en zacht gekneusd. Na het koud inweken vindt de alcoholische gisting plaats in roestvrije stalen tanks, maar de malolactische gisting voor de cabernets in eikenhouten foeders van 2000 liter en barriques van 600 liter. Hierin komt de wijn ook tot rijping.
Bij Tiffán kreeg Bacchus zijn eigen onderaardse paleis. In de wijnkelder ruikt het naar schimmels en ontsnapte aroma’s uit de met wijn gevulde houten vaten. Witte en grijze paddestoelen bedekken de wanden. Hier schenkt Tiffán ons een goddelijke drank: een cuvee bestaande uit 50% cabernet sauvignon en 50% cabernet franc uit het jaar 1997.
De cuvee 1997 heeft een uitgelezen cabernet-aroma met zwarte bessen en een hint van vanille dankzij de houtrijping. De smaak is fluweelachtig, dankzij mooi afgebouwde tannine, en boordevol rijp sappig fruit. De zeer hoge kwaliteit van Tiffán wijnen bewoog Jan van Lissum en Eric Sauter tot een samenwerkingsproject met Ede Tiffán onder de naam Domaine Mondivin.
Kopár
Dat wijnstokken het best gedijen op arme grond bewijzen de wijnen uit Kopár. ‘Het woord is ontleent aan het Hongaarse woord voor schraal,’ verklaart Atilla Gere. ‘De bodem bestaat uit lijsteen en is spaarzaam bedekt met löss. Evenals de andere wijngaarden in Villany geniet ook Kopár van geothermische energie, maar met een temperatuurstijging van 1°C per 10-15 meter is deze hoger dan elders. De wijngaard bevat veel bronnen warm water.’
Gere schenkt ons een Kopar cuvee 2006 in. Deze bestaat voor 2% cabernet sauvignon. 46% merlot en 52% cabernet franc. De in grote eikenhouten foeders gegiste wijn is intens robijnrood van kleur. In het rokerige aroma ontdekken we kruiden en bos maar ook rode vruchtjes. De complexe smaak, met toetsen van chocola en tabak en vooral rode vruchten, is mooi van balans. De afdronk is complex met hinten van zwart fruit. In 2006 kwam de wijn voor het eerst tot gisting in grote eigen houten vaten, maar fermenteerde voorheen in kleine barriques.
Ook op andere terreinen van de levenskunst maakte Gere naam. Zijn restaurant met Hongaarse specialiteiten heeft een alom gerenommeerde keuken. Nieuw is wine-wellness: Om te ontspannen kan men hier een wijnbad of wijnmasker nemen. De van chianti gemaakte maskers komen niet uit Italie, maar uit Spanje. Jaarlijks vindt bij Gere in de maand juni een internationale wijnfestival plaats.
Gastronomie
Ook bij Bock is het goed toeven. Evenals vele andere wijnmakers langs de wijnroute heeft ook dit in 1850 gestichte familiebedrijf een uitstekend restaurant. Regelmatig leidt Bock zijn gasten rond in de kelder. Daar lageren wijnen die tot de beste van Hongarije behoren. De cabernet franc komt gedurende twee jaar tot rijping in grote eikenhouten foeders. De jaargang 2007 heeft een complexe neus en smaak van mooi rood fruit en een aangenaam pepertje.
Vol trots laat Bock ook een kadarka 2007, een voor Hongarije inheemse wijn, proeven. Deze heeft een robijnrode kleur, volle, beetje romige, fluweelachtige smaak met bramen, bosbessen en honing.
‘Als je een goede kadarka kan maken, dan ben je als wijnmaker gelukkig’, lacht Joszef Bock ‘maar slechts ½ ha van onze 140 ha grootte wijngaard is bestemd voor de kadarka. Door de grootte van de vruchten verdringen ze elkaar aan de stok met als gevolg veel gekneusd fruit. De wijn inspireerde Liszt tot zijn forellenquintet en werd ook gedronken door Chopin.’
Zie ook: wijnroute Zuid-Hongarije: www.borut.hu