FILIPPIJNEN
rondreis MH22
rondreis MH22
F I L I P I J N E N
MEER REISINFO EN FOTO’S TE VINDEN OP ONZE TRAVELBLOG:
WWW.TANGATANGA.COM/HERLINDEMARC
FILIPIJNEN - ALGEMEEN
De Filipijnen is het 2de grootste eilanden archipel ter wereld na Indonesië, gevormd door 7.011 eilanden. Het land wordt begrensd door de Zuid Chinese zee in het Westen en de Filipijnse zee in het oosten. Met zijn 300.000 km² en 96 miljoen inwoners is dit het 12de dichtstbevolkte land, men kent er een bevolkingsgroei van 2 %. De hoofdstad is Manila.
Met zijn 66 nationale parken en 202 beschermde natuurgebieden is het een prachtig land om te bezoeken voor de natuurliefhebber. De hoogste berg is Mount Apo (2.954 m hoog). Door het land loopt een keten van actieve vulkanen waarvan er een aantal kunnen beklommen worden. Men vindt er de grootste variatie aan soorten koralen samen op 1 plaats.
Het zuidelijk gelegen Mindanao eiland, waar hoofdzakelijk een Moslimbevolking woont, is onveilig en wordt afgeraden aan toeristen omwille van regelmatige aanslagen.
Zelf reizen we rond op het eiland Luzon, waar de hoofdstad Manila is gelegen. Op het noordelijke deel van dit eiland is superrustig en veilig reizen, hier ontmoeten we echt weinig andere toeristen. In de regio rondom Manila kent men duidelijk meer toerisme, ook van locale bevolking (inwoners van Manila ontvluchten hun stad tijdens het weekend). Enkel in het zuiden hebben we wat last van opdringerigheid door mensen die toeristische diensten aanbieden, volgens ons mede door het overgrote aanbod en de weinige toeristen tijdens weekdagen.
De Filipijnen is een opvallend proper land. Alles is er oud, maar zeer goed onderhouden, vb. bussen, auto’s, hotels, … Men houdt er van kleuren, dit merkt men vooral aan de gebouwen en voertuigen.
Door zijn koloniale geschiedenis vindt men er veel Amerikaanse en Spaanse invloeden terug. Voor ons voelt dit land en zijn inwoners meer Latijns Amerikaans aan dan Aziatisch. Het kent een aparte sfeer, het ontdekken waard !
Economie
De Filipijnen is de grootste producent ter wereld van kokosnoten en ananas. Maar tevens is het ook het land waar de meeste rijst wordt ingevoerd … ondanks de prachtige uitgestrekte rijstterrassen ten noorden van Manila (?).
Landbouw: rijst, kokosnoot, suiker, maïs, bananen, ananas, mango’s, kweken van vissen, vee.
Industrie: voedings-, petroleum- en (houts)koolproducten, elektrische machines, chemicaliën, chemische producten, schoeisel.
Export: elektronica, machines en transportmiddelen, gereedschappen.
Bevolking
De Filipijnse bevolking is supervriendelijk en maakt graag een praatje, maar komt normaal gezien niet opdringerig over, behalve in de meest toeristische plaatsen zoals Manila en omgeving.
Dit is het land met het 3de grootste percentage Engelssprekende inwoners ter wereld, wat contacten vergemakkelijkt.
Vaak komen we Koreanen tegen die hiernaartoe zijn uitgeweken.
De gemiddelde leeftijd in de Filipijnen bedraagt voor vrouwen 74 j., mannen 68 j., in België respectievelijk 81,9 j. en 75,8 j.
Vele Filipijno’s dromen van een toekomst in het buitenland, waar ze hopen veel te kunnen verdienen en zo hun familie thuis te steunen. Ze zijn hiervoor bereid de laagste jobs te aanvaarden … maar dit blijkt in de praktijk niet zo gemakkelijk te realiseren. Alhoewel we al Filipino’s tegenkwamen in vele andere landen.
Het Katholicisme (80 %) is de algemeen verspreide godsdienst, met uitzondering van het zuidelijke eiland Mindanao, waar de moslims overheersen. Daarnaast vindt men ook protestanten, oud-katholieken en Boeddhisten.
In de Filipijnen komt veel prostitutie voor, ook door kinderen. Dit zou o.a. een gevolg zijn van de jarenlange aanwezigheid van Amerikaanse militairen.
Net als elders in Azië is karaoke een van de favoriete bezigheden, hier ook wel eens videoke genoemd. Hanengevechten zijn een favoriete ‘sport’ in de Filipijnen.
Mannen geven mannen een hand, een glimlach aan vrouwen !
Talen
De voertaal is het Filipino, een grappige mix van Maleisisch/Indonesisch, Spaans en Engels (dit is zeer grappig wanneer we bvb. proberen op TV de nieuwsberichten te volgen). Verder is het Engels alom gekend en spreekt men ook 8 sterke dialecten (+ nog een aantal minder verspreide).
Ontmoetingen
Wanneer we op de bus van Batac naar Vigan wachten (zie verhaal Vigan), komt een vrouw met ons praten, ze heeft een kaderfunctie in een productiebedrijf. Zij droomt ervan in Europa te kunnen werken om meer te verdienen. Haar man is kunstenaar en het is zeer moeilijk om hun gezin met 2 kinderen te onderhouden van haar wedde alleen. Dergelijke verhalen horen we af en toe wel eens. De Filipino’s hebben veelal het idee dat het elders beter is dan in hun land … het verhaal over het ‘gras dat altijd groener is aan de overkant’ … (?)
Aan de andere kant denken we niet dat de mensen hier echt arm zijn. Ze hebben misschien wel minder comfort dan in de Westerse wereld, maar leiden een totaal verschillend leven.
Verder tijdens onze reis, in het eenvoudige afgelegen bergdorpje Kabayan, zonder enig modern comfort (geen verharde weg ernaartoe, geen internet, …), ontmoeten we een dame die 7 kinderen heeft, alle 7 behaalden ze een universitair diploma en werken in een stad. Zelf ziet ze er echt veel jonger uit dan haar 55 jaren … we brengen een aangename en boeiende avond door met haar, ze vertelt echt zeer open over het leven hier in de Filipijnen.
Een taxichauffeur in Manila spreekt met ons over zijn afkomst, het eiland Cebu. Hij kwam naar de stad om er zijn kost beter te kunnen verdienen en ontmoette er zijn vrouw. Ondertussen heeft hij een bescheiden oude woning gekocht en bouwt een spaarpotje op om bij zijn pensionering terug te kunnen keren naar zijn geboortestreek en er een huis te kunnen bouwen op de grond die hij erfde. Zeer herkenbaar vinden we dit.
Tijdens onze vlucht van de Filipijnen naar Vietnam, zitten we naast een jongen uit Puerto Galera, waar we toevallig ook net vandaan komen. Hij vertelt graag over zijn leven in de Filipijnen, waar hij best tevreden mee is. Zijn beroep bestaat uit het bouwen van websites, als hobby biedt hij gratis logies aan toeristen (www.coachsurfing.com) in de hoop hiervan zelf ook gebruik te kunnen maken om internationale reizen te maken. Op die manier reist hij nu naar Vietnam en Cambodja. Hij droomt ervan ooit eens in Europa te geraken.
Weetjes
Bekende films werden opgenomen in de Filipijnen, o.a. ‘Apocalipse now’, ‘Platoon’, ‘Born on the 4th of July’ (oorlogsfilms), ‘Crying ladies’ (comedie), …
De jojo is een Filipijnse uitvinding.
De Filipijnse mango is de zoetste ter wereld.
Accommodatie
Vooral in de minder toeristische en afgelegen streken van dit land vinden we goedkope hotelletjes, deze zijn basis maar toch steeds proper en vaak gezellig ingericht.
Openbaar vervoer
Het locale openbare vervoer bestaat uit jeepneys, oude limousineachtige oorlogsvoertuigen, die mooi zijn opgekalefaterd en kleurrijk beschilderd. Het lijkt wel een strijd om ter mooist ! Hiermee kan men zich zeer goedkoop verplaatsen, soms moet men wachten tot alle plaatsen volzet zijn … vaak propt men er tot 27 passagiers in met hun bagage … van haringen in een bakje gesproken !
Verder vindt men overal tricycles, motorfietsen met zijspan die privévervoer verzorgen. Hiermee vervoert men normaal gezien 2 personen + eventueel bagage, maar vaak zit er ook een derde achterop bij de chauffeur. En de locale bevolking slaagt erin om met 6 mee te rijden …
Taxi’s zijn ook overal beschikbaar en normaal gezien best goedkoop. Maar weerom in dezelfde streek, rondom Manila, proberen de chauffeurs grotere winsten op te strijken.
De verplaatsing van luchthaven Clarck naar Santa Juliana wordt ons voor 2.500 PHP door een taxichauffeur aangeboden, terwijl we er met het openbaar vervoer + tricycle vlotjes geraken voor 480 PHP in totaal.
Wanneer we in Manila naar de luchthaven willen, vraagt een taxichauffeur ons 300 PHP, zijn meter zou niet werken en collega’s in de buurt willen ons niet meenemen (afgesproken spel !). We weten dat het zo’n 5 km ver is, dit is te duur. Onderhandelen helpt niet. We wandelen wat verder en stoppen een andere taxi in de straat … wanneer we aankomen in de luchthaven staat de meter op 64 PHP, een mooi prijsverschil !
Nadien horen we op het vliegtuig van de Filipino die naast ons zit, dat hij 200 PHP betaalde voor een taxi naar de luchthaven, voor ongeveer dezelfde afstand. Zelfs argeloze landgenoten worden in de zak gezet !
Op grotere afstanden worden lijnbussen ingezet. Deze zijn meestal in redelijk goede staat en rijden vrij stipt, maar vorderen langzaam door vele stops, overal waar men wenst ... Afhankelijk van de locatie heeft men een meer of minder druk uurrooster. Vaak zitten deze bussen propvol, het dak is de oplossing …
Bepaalde organisaties verzorgen lange afstandsbusdiensten met vrij comfortabele bussen. Deze zijn doorgaans zeer goed georganiseerd. Ze stoppen onderweg nauwelijks.
In Vigan geeft men iedereen een volgnummertje om op te stappen. Wij kwamen eerst aan in de busterminal en hebben eerste 2 nummertjes. De vrijgekomen plaatsen mogen naar keuze worden opgevuld, omdat we eerst zijn kunnen we toch naast elkaar zitten. Zolang we niet allebei zijn opgestapt (Marc moet eerst de bagage afgeven om in het ruim te stoppen), moeten de volgende passagiers geduldig wachten.
Het betaalsysteem: tijdens de busrit komt een ontvanger rond. Eerst krijgt iedereen een briefje dat wordt doorgeprikt volgens bestemming en de bijhorende prijs. Zo kunnen de passagiers het gepaste geld klaar nemen en verloopt het betalen vlot wanneer de ontvanger zijn 2de ronde doet om te incasseren. Aan de hand van dit systeem weet men vooraan in de bus wanneer er moet gestopt worden, wie zijn bestemming niet kent of niet gezien heeft (vb. slaapt) wordt op dat moment verwittigd.
Tussen Vigan en Baguio moeten we echter meer dan 2 uren wachten op een bus die normaalgezien om het half uur rijdt. Een medepassagier vertelt ons dat er wel vaker bussen worden geschrapt (?).
Post
Een postkantoor vinden in de kleine dorpjes ten noorden van Manila is niet evident, en het moet dan nog open zijn … uurroosters gelden hier niet steeds. Op onze vraag hoe lang een brief onderweg is naar Manila, heeft men geen antwoord … ’t zou wel eens een maand kunnen duren. En van daaruit moeten internationale brieven/kaartjes dan nog worden verder gezonden naar het buitenland. Post wordt best verstuurd vanuit de grotere steden of Manila zelf, wat veel tijdwinst kan opleveren.
Prijzen
1 literfles Gin kost 2 EUR
1 liter Diesel brandstof kost 0,75 EUR
een ijsje kost 0,25 EUR
een goed maandloon bedraagt 200 EUR
Visum
21 dagen met inreisstempel (mits aantonen van uitreisticket). Dit kan nadien verlengd worden tot 59 dagen, wat niet logisch is aangezien je moet kunnen aantonen dat je binnen de 21 dagen het land weer verlaat om te worden toegelaten op de heenvlucht. Bij verlenging moet je dus de kost van het extra visum betalen + de datum aanpassing van je terugvlucht, als dit dan al mogelijk is.
Wanneer men langer in het land wenst te verblijven, kan men dus beter op voorhand een visum aanvragen bij de Filipijnse ambassade.
De Filipijnen kunnen enkel bereikt worden via de lucht, toeristen worden niet toegelaten op de internationale schepen die het land aandoen.
Valuta
PHP = Filipijnse Peso
1 EUR = 59,75 PHP (info dd. 12 oktober 2011)
ATM: niet alle geldautomaten kunnen gebruikt worden met buitenlandse debet- of creditkaarten.
Cash opnemingen kan tot 10.000 PHP, meestal mits kost van 200 PHP.
Toppers van onze reis
Santa Juliana – Mount Pinatubo
Kabayan en omgeving, de weg naar de Timbac caves en de caves zelf met zijn mummies
Batad met zijn rijstterrassen
Afknappers van onze reis
geen
ONS REISVERSLAG
GRENSOVERGANG MALEISIE - FILIPIJNEN
We verplaatsen ons tussen beide landen per vliegtuig van Kuala Lumpur naar Clark.
Het ticket kopen we aan bij het kantoor van Air Asia in de KL Sentral metrostation. We checken in via de website van Air Asia en printen onze boardingpassen op voorhand.
De luchthavenbus brengt ons vanuit Kuala Lumpur centrum naar de luchthaven.
Op de low-cost luchthaven terminal in Kuala Lumpur moet onze grote rugzakken door de scanner en daarna worden deze verzegeld door de beambte.
We lopen door en geven onze bagage af bij de opgegeven Air Asia bagage check-in locatie. Op dat moment worden onze zelfgeprinte boardingpassen gecontroleerd en vraagt men of we een retourticket hebben om de Filipijnen te verlaten. We melden aan de bediende dat we niet terugkeren naar Kuala Lumpur, maar vanuit de Filipijnen zullen verder vliegen naar Vietnam. Dit was voldoende, een bewijs hiervan werd niet gevraagd.
Daarna begeven we ons naar de douanebeambte die vlotjes onze paspoorten afstempelt.
Onze vlucht vertrekt mooi op tijd. Op het vliegtuig krijgen we van een hostess de nodige immigratiedocumenten.
Met de ingevulde immigratiedocumenten en onze paspoorten begeven we ons naar de douanier die ons vlot de nodige inreisstempels bezorgt. Daarna halen we onze bagage op en kunnen zonder verdere vragen vrij rondlopen in de Filipijnen gedurende 21 dagen.
Ernaartoe:
bus Kuala Lumpur centrum – luchthaven low-cost terminal: 12 MYR pp, 90 min. onderweg met Star express
vliegtuig Kuala Lumpur – Clark: 4.459 MYR pp, 3 ½ uren onderweg, met Air Asia
SANTA JULIANA is een ingeslapen dorpje aan de voet van de Mt. Pinatubo. In dit plaatsje, waar de tijd bleef stilstaan, wonen voornamelijk landbouwers, die zowel dieren als gewassen kweken. Ook de Aeta bevolking (oorspronkelijke bewoners van dit gebied) komen zich er stilaan vestigen, opdat hun kinderen naar school kunnen gaan. Zij houden zich bezig met de productie van houtskool, enkele dorpelingen kopen die op en stockeren ze tot er voldoende vraag is op de Filipijnse markt.
Het dorpje bestaat uit een geasfalteerde hoofdstraat en enkele zanderige zijstraatjes, waarlangs vooral kleine houten huisjes in omheinde tuintjes staan. Veel heeft men niet nodig, men leeft hier voornamelijk buiten. Kleine winkeltjes bieden een beperkt gamma koopwaar aan, zoals de basis voedingswaren voor de bewoners, wat koekjes en drankjes.
Het dorpje ligt aan de voet van de Mount Pinatubo (1.486 meter hoog), een actieve vulkaan die voorheen door velen als berg werd beschouwd … toen kwam de uitbarsting, die in 1991 (na een rustperiode van 500 jaar) de ganse streek heeft herschapen. Een jaar later liet de vulkaan zich nog eens gelden, nadien bleef ze rustig. Tot op dat moment werden de beboste berghellingen bewoond door duizenden Aeta-mensen. Nadien groepeerden ze zich in kleine dorpjes rondom de vulkaan. Ze hebben iets van de Australische Aboriginals, met hun vrij donkere huidskleur, kroeshaar en rond gezicht. Gelukkig werd de uitbarsting tijdig voorspeld en het gebied geëvacueerd. Dit werd één van de meest explosieve uitbarstingen van de 20ste eeuw, waarbij de top van de berg in een 300 m lager gelegen kratermeer veranderde.
Bij aankomst op de luchthaven in Clark reizen we onmiddellijk verder, we willen ons 21-daagse verblijf in de Filipijnen optimaal benutten. Het zou mooi zijn mochten we kunnen overnachten in Santa Juliana en morgenochtend meteen de vulkaan beklimmen. Informatie hierover hebben we niet, we wagen het erop en vertrekken ernaartoe met openbaar vervoer. De luchthaven verlaten we met een jeepney, het meest gebruikte locale openbaar vervoermiddel in de Filipijnen. Het zijn limousineachtige oude oorlogsvoertuigen, vaak met mooie taferelen beschilderd. In busterminal Dau nemen we een bus richting noorden, om vanuit Capas per tricycle (taxi-motorfiets met zijspan) het laatste stuk tot Santa Juliana af te leggen. Het wordt een dag van nieuwe ervaringen, vooral wat betreft het zeer typische openbare vervoer.
En we hebben geluk … er is accommodatie in het dorp. De tricycle chauffeur brengt ons naar homestay Bognot, waar we met open armen worden ontvangen door Angie & Alvin. Een homestay is een soort verblijf bij de locale bevolking, in dit geval komen we in een ruim huis terecht, dat 2 jaren geleden centraal in de grote tuin werd gebouwd, met als doel gasten te herbergen. Het is wellicht het grootste en meest stevige huis in het ganse dorp, dat bovendien uit steen werd opgetrokken, met terras, 3 slaapkamers, 2 badkamers, een grote leefruimte en open keuken, TV en authentieke jaren ’70 jukebox. We hebben het huis voor ons alleen, andere gasten zijn er niet. Zelf wonen de vriendelijke jonge uitbaters met hun zoontje in een klein houten huisje aan de rand van hun domein. ’s Avonds komen ze even langs voor een gezellige babbel bij een tasje koffie.
Na aankomst gaan we ons vlug inschrijven voor de vulkaantocht van morgenochtend bij het PDC kantoor, dit is de 4x4 vereniging die de tochten naar de Mount Pinatubo vulkaan organiseert. Daarna gaan we rustig het dorpje verkennen. Supervriendelijke bewoners komen met ons meewandelen en spreken ons aan in vlot Engels. Ze vertellen wat over hun leven in dit afgelegen gebied. Het straatbeeld bestaat vooral uit jeeps, tricycles, … boeren keren op de rug van hun buffels terug van
een werkdag op het veld. De aanwezigheid van de originele Atea-bevolking valt ons op.
Om 7.00 u ’s ochtends krijgen we een gids en jeep met chauffeur toegewezen, we vertrekken meteen richting kratermeer. Door de halfdroge rivierbedding van lavagruis zoekt onze chauffeur handig zijn weg omhoog. Vaak spat het water tot over het voertuig, onze voeten worden nat wanneer we doorheen de snelstromende rivier rijden. Dit is voor ons het moeilijkste te berijden traject dat we tot nu toe per jeep aflegden, wat een avontuur. Eenmaal het voertuig echt niet meer verder kan omdat de kloof te smal wordt, na ongeveer 1 ½ u, start onze wandeling onder begeleiding van gids Noël. Na zo’n 2 u flink doorstappen, waarbij we telkens weer de rivier doorwaden, bereiken we ons doel: het azuurblauwe meer. Herlindes fototoestel krijgt geen rust meer. Goed dat we vroeg zijn vertrokken, zo kunnen we lang genieten van deze unieke plek. Wanneer wij terugkeren kort na de middag, komen er nog enkele mensen boven, die de tocht vanuit Manila of Angeles met een touroperator maken.
Terug in Santa Juliana, duiken we onder de koude douche, waarna een lekkere uitgebreide Filipijnse maaltijd op ons wacht.
In alle rust kunnen we nagenieten van deze mooie tocht, want we blijven nog een nachtje in Santa Juliana, waarna we zullen verder reizen naar het noorden. Onze reis doorheen de Filipijnen kan niet meer stuk, dit eerste hoogtepunt doet ons reeds uitkijken naar een volgende.
Ernaartoe:
bus Kuala Lumpur centrum – luchthaven low-cost terminal: 12 MYR pp, 90 min. onderweg met Star express
vliegtuig Kuala Lumpur – Clark: 4.459 MYR pp, 3 ½ uren onderweg, met Air Asia
jeepney Clark luchthaven – Dau busterminal: 50 PHP pp, 15 min. onderweg
bus Dau busterminal – Capas: 40 PHP pp, 1 uur onderweg
tricycle Capas – Santa Juliana: 300 PHP, 45 min. onderweg
(alternatief: taxi van Clark naar Santa Juliana voor 2.500 PHP, na onderhandelen 2.000 PHP)
Overnachtingen:
Alvin Bognot homestay: 500 PHP per persoon per nacht, propere basiskamer met privésanitair (enkel koud water), incl. stevig ontbijt, kamer met 4 bedden, ruime gezellig ingerichte zitruimte met TV en jukebox, aangenaam terras, zeer vriendelijk onthaal, behulpzaam met de voorbereiding van de vulkaantocht zonder commissie te vragen, organiseren andere excursies in de omgeving indien gewenst, vers bereid avondmaal 150 PHP pp., tel. 0919 861 4102, bognothomestay@gmail.com (mail wordt niet dagelijks gelezen, geen internet ter plaatse, de mensen moeten hiervoor naar Capas)
Excursies:
Mount Pinatubo:
organisatie: PDC, Santa Juliana
prijs volgens aantal deelnemers: 2 pers.= 2.000 PHP pp. (3 pers.= 1.500 PHP pp., 1 pers.= 4.000 PHP),
inbegrepen: spectaculaire rit met ervaren chauffeur in 4x4 voertuig door een halfdroge rivierbedding gedurende 1 ½ uren, gids tijdens de 2 tot 3 uren durende wandeling naar het kratermeer, inkomprijs vulkaangebied, uitgebreide maaltijd na de tocht, douches met handdoeken en zeep ter beschikking,
vertrek: tussen 7.00 u en 10.00 u ’s ochtends.
Zelf vertrokken we om 7.00 u, we waren als eersten aan het kratermeer en hadden alle tijd om er van het uitzicht te genieten. De terugweg nam ongeveer evenveel tijd in beslag als de heenweg. Omstreeks 15.00 u kwamen we terug aan in het dorp, waar ons een heerlijke ‘koude’ douche wachtte en een stevige maaltijd klaarstond.
Meenemen: picknick voor onderweg, drank. Zwemmen in het meer is verboden, maar wordt toch gedaan.
Let wel: de tocht wordt niet georganiseerd tijdens het regenseizoen van juni t.e.m. september. Wij hadden geluk, het opnieuw opstarten van deze tochten werd uitgesteld door een orkaan begin oktober, het was de eerste week dat men opnieuw de vulkaan beklom.
Wanneer het regent wordt er niet vertrokken. Een regenbui onderweg kan wat oponthoud veroorzaken, omdat de stroming in de rivier te sterk wordt, wat na 2 uren weerom geregulariseerd is.
Tijdens het weekend is het meestal zeer druk op de vulkaan, vele locale toeristen komen deze dan beklimmen. Wij deden de excursie op maandag, er reden die dag slechts 7 jeeps, de dag ervoor waren er meer dan 100 bezoekers.
Alternatief: dezelfde tocht wordt ook georganiseerd vanuit Manila of Angeles door touroperators, hiervoor betaalt men het dubbele van de prijs, vervoer naar Santa Juliana inbegrepen. Men gebruikt dezelfde organisatie, PDC in Santa Juliana, om de tocht te maken. Rond 4.00 u ’s nachts moet men reeds vertrekken om tijdig in Santa Juliana te zijn, want na 10.00 u laat PDC geen 4x4 voertuigen meer vertrekken.
BAGUIO is een bergstad met 302.000 inwoners, gelegen op 1.450 meter hoogte in het centrum van het Cordillera gebergte. De stad werd gebouwd rond 1900 als bergverblijf voor de Amerikaanse militairen. Ondertussen werd het een overbevolkte woonstad, bovendien ook universiteitsstad met zo’n 250.000 studenten. Vele inwoners van Manila komen hier regelmatig een weekend doorbrengen in de aangename koelte.
Het valt ons onmiddellijk op … hier zien we geen tricycles maar wel ontelbare grote witte taxi’s en jeepney’s. De lichte motorfietsen zouden het moeilijk hebben met een zware lading de steile straten op en af te rijden. Zelfs de jeepney’s hijgen en puffen omhoog, daarbij hun vuile uitlaat uitspuwend.
Hier komen we enkel als tussenstop voor onze doorreis naar het verdere noorden, het is geen toeristische stad. We maken een wandeling naar het stadspark, wat echt niet veel voorstelt.
Voor we vertrekken willen we het uitzichtpunt in het Camp John Hay park bezoeken, wat ons een mooi zicht op de bergomgeving en de stad zou moeten geven … maar een woonwijk is in de plaats gekomen, enkel toegankelijk voor bewoners … de veiligheidsagent kijkt even niet en we wagen een poging, om tot de ontdekking te komen dat er helemaal geen uitzicht is door de hoge begroeiing op de rand van het plateau. Grapje van Lonely Planet ?
Terwijl we dan toch even rondwandelen in het mooie groene park, komen we aan de ‘lost cemetary’, een ‘begraafplaats voor het negativisme’. Dit is geen lugubere plaats, de kleine grafsteentjes worden getooid met beelden en grappige teksten. Onder de leiding van hun commandant, begroeven in de jaren ‘80 een aantal militairen hier hun negatieve ingesteldheid om bewust een positieve toekomst tegemoet te treden. Om eens bij stil te staan !
Jammer dat de begraafplaats zelf en het bijhorende ‘Historical Core museum’ gesloten is, lijkt ons een bezoekje waard, nu we hier toch zijn.
Ernaartoe:
trycicle Santa Juliana – Capas: 300 PHP, 45 min. onderweg
bus Capas – Baguio: 275 PHP pp, 5 uren onderweg, met Victory Line
taxi Baguio busterminal – hotel: 50 PHP, 15 min. onderweg
Overnachtingen:
Belfranlt hotel, 1500 PHP (normale vraagprijs is 1650 PHP) voor een ruime 2 persoonskamer met sanitair (warm water), incl. ontbijt, TV, ventilator, gratis Wifi aan de receptie, oud en vrij donker hotel, redelijk goed onderhouden en proper, vriendelijk onthaal, centraal gelegen, vlakbij de overdekte markt, General Luna Road, tel. 442-5012, beoordeling: 3/5
Excursies:
Camp John Hay park (info Lonely Planet): een mooi park waar men rustig in kan wandelen (indien men tijd over heeft), eerder gericht naar de locale bevolking, het uitzichtpunt is verdwenen, het is een residentiële wijk geworden die enkel toegankelijk is voor bewoners, we probeerden het toch, maar de begroeiing was te hoog voor een uitzicht op de vallei. Wanneer men hier langskomt is de ‘lost cemetary’ aan het ‘Historical core museum’ zeker een bezoekje waard.
ernaartoe en terug: taxi hotel – Camp John Hay park: 71 PHP
VIGAN is een koloniaal kuststadje met 47.000 inwoners, gelegen langs de zijderoute aan de South China zee in het noorden van de Filipijnen. Het stadje is gespaard gebleven van bommen tijdens de 2de wereldoorlog en daardoor goed bewaard, de meeste huizen zijn mooi onderhouden, wat Vigan een Unesco erkenning opleverde.
Dit is wellicht het mooiste koloniale stadje dat we al bezochten in Azië, maar kan voor ons niet tippen aan de prachtige koloniale steden verspreid over Latijns Amerika. De grote oude huizen in Spaanse stijl werden gebouwd in de 19de eeuw door Chinese handelaars, de benedenverdieping wordt vaak nu nog als winkelruimte gebruikt. De ramen boven hebben typische luikjes met houten kader en inzetwerk, waarin kleine mica raampjes zijn geplaatst. Men ziet hier niets door, maar het daglicht kan wel naar binnen.
Het is aangenaam wandelen door de rustige geplaveide voetgangersstraat ‘Calle Chrisologo’, de rest van het centrum is ietwat drukker. Paardenkoetsen vullen het straatbeeld, ze hebben geluk dat ook de bewoners hier gebruik van maken voor hun verplaatsingen in het centrum, want veel toeristen zien we niet.
De sobere barokke St. Pauls kathedraal (1799) is opgetrokken in witte steen, de dikke muren en dwarse steunmuren wijzen op de zogenaamde aardbevingsstijl. Op de façade vindt we hier enkele Chinese invloeden terug, zoals beelden van honden naast religieuze figuren.
De Syqia Mansion was het familiehuis van een voormalige presidentsvrouw, waarvan de bovenste verdieping nog steeds door een kleinzoon wordt bewoond. De andere 2 verdiepingen zijn publiek te bezichtigen, maar worden soms toch nog gebruikt door de familie. Hiervoor werden een keuken en badkamer gerenoveerd. We nemen een kijkje in dit mooi bewaarde authentieke koloniale huis, met zijn donkere houten meubels. De grote tafel in de woonkamer staat gedekt voor het bezoek van de familie deze avond, de dranken staan reeds klaar op het buffet.
Pottenbakkerij RG JAR is eerder een artisanaal fabriekje. Aan een man bij de poort vragen we of we het bedrijfje kunnen bezoeken, wat geen probleem blijkt, we mogen gerust wat rondkijken. Op het domein ligt het vol potten in alle vormen en maten, velen zijn met mos begroeid … van over stock gesproken. Binnen in de donkere bakstenen loods met golfplaten dak, maakt men volop nieuwe potten die op een draaischijf manueel worden vormgegeven. Verderop komen we aan de ovenruimte, een halfronde dikke bakstenen koker, die als een +/- 25 meter lange worm op de aarden bodem ligt. In de aarden gang die eronder is uitgegraven wordt het vuur gemaakt waarop duizenden potten tegelijk kunnen worden gebakken. Indrukwekkend is dit wel !
Aan de rand van Vigan bezoeken we in de kerk van Bantay de ‘shrine nuestra señora de la caridad’. Dit 1,2 meter hoge houten Mariabeeld zou het oudste bewaarde uit deze provincie zijn, de handen en het hoofd werden oorspronkelijk vervaardigd in ivoor, maar werden gestolen in 1928 (ondertussen door andere vervangen). De barokke kerk met gotische accenten is opgetrokken in rode bakstenen, afgewerkt met witte omlijstingen. De klokkentoren staat op een heuveltop en werd voorheen gebruikt als uitkijktoren tegen vijanden, men kan deze beklimmen voor een uitzicht op de omgeving. Hierboven en bij het Mariabeeld mag je een wens doen !
De Santa Maria massieve barokke kerk (1769) in het gelijknamige plaatsje is echt een dominant bouwwerk, dat van bovenop een kleine heuveltop het plaatsje overheerst. Dit is merkwaardig, omdat Spaanse kerken meestal aan een centraal plein worden gebouwd. De sobere kerk werd opgetrokken in aardbevingstijl, bestaat uit metersdikke rode bakstenen muren die aan de buitenkant gesteund worden door vertikaal geplaatste korte dikke zijmuren/balken. Mooi is dit niet echt te noemen, maar wel indrukwekkend. De klokkentoren staat apart. Tijdens de Filipijnse revolutie van 1896 werd deze kerk als verdedigingsfort gebruikt.
Daguitstap naar Laoag en omgeving:
Het kuststadje Laoag, de hoofdstad van de provincie Ilocos Norte, was voorheen bekend door de goudmijnen. Het is slechts een 50-tal km verwijderd van Vigan, we besluiten van daaruit een uitstap te maken naar Laoag en omgeving.
Laoag zelf heeft ons niet zoveel te bieden, we bezoeken er de wegzakkende klokkentoren, duidelijk te zien aan de brede deur die al half onder de grond zit. Het is een zeer lompe vierkante toren, veel breder dan de andere die we in de streek reeds hebben bezocht. Een huizenblok verderop vinden we de bijhorende Sint Williams kathedraal (1612) in Italiaanse renaissance stijl, een sobere wit bouwwerk met gele zuilen.
In Suba bezoeken we ‘Malacanang of the north’, het voormalige vakantiehuis van de familie Marcos, gebouwd in 1966-67. Hier krijgen we een idee van de uitbundige levensstijl van het glamoureus koppel Imelda en Ferdinand Marcos. Het is opvallend hoe tijdloos dit bijna 45 jaar oude huis nog is. Het grote rechthoekige gebouw is zeer licht en luchtig, staat in een grote tuin aan de rand van het Paoay meer. De uitzichten van op de grote terrassen zijn dan ook fantastisch. Op de bovenverdieping van het huis, tussen de slaapkamer en de open eetruimte, is de danszaal, vaak gebruikt voor feestjes met de vele gasten die hier werden ontvangen. Naast het huis is een Olympisch zwembad te vinden, aan de andere kant een golfterrein met 18 holes. De familie maakte zo’n 20 jaar gebruik van dit huis, tot het in 1986 werd in beslag genomen door de overheid naar aanleiding van de revolutie en Marcos met zijn familie in ballingschap ging naar Hawaii. Daar overleed Ferdinand Marcos (1917-1989) aan een ziekte. Kort nadien mocht Imelda terugkeren naar haar land, ze is ondertussen 83 j. oud en nog steeds politiek actief, ze kreeg als bijnaam: stalen vlinder. Het koppel heeft 3 kinderen, 2 dochters en een zoon, Ferdinand jr., die senator is in de huidige regering. Imelda Marcos kwam enkele jaren geleden nog in het nieuws omwille van haar vele verzamelingen, waaronder juwelen, maar ook 3.000 paar schoenen, … zo is ze bij velen bekend.
In Paoay bezoeken we de door Unesco erkende San Augustin kerk (gebouwd 1704 – 1794) met losstaande klokkentoren, om schade bij aardbevingen te vermijden. Ook hier spreken we van een barokke aardbevingsstijl (omwille van de zeer dikke (steun)muren), weerom gemengd met Aziatische invloeden. Dit vinden we veruit de mooiste kerk die we bezochten hier in de streek, omdat hij aan de rand van een groot plein staat, komt hij zeer goed tot zijn recht. De muren zijn vervaardigd uit dikke koraalrotsen en witte bouwstenen, gemetst met een mix van kalksteen, cement en suikerrietsap.
Batac is onze laatste stopplaats. Hier vinden we het mausoleum waar het lichaam van Ferdinand Marcos werd opgebaard ... het lijkt ons eerder een wassen beeld.
We gaan ook even kijken in het geboortehuis van Marcos ernaast. Maar als museum stelt dit voor ons niet echt veel voor.
Ernaartoe:
taxi hotel – busterminal Baguio: 45 PHP, 15 min. onderweg
bus Baguio – Vigan: 340 PHP pp, 6 uren onderweg, met Partas in comfortabele airco bus
Overnachtingen:
Gordion hotel, 1792 PHP per nacht (normale vraagprijs is 2200 PHP pn) voor een kleine 2 persoonskamer met sanitair (beperkt warm water, piepklein badkamertje) en lekker ontbijt naar keuze, TV, airco, proper, gratis Wifi, mooi koloniaal gebouw, open zitruimte aan de straatkant, kamers langs de straatkant kunnen lawaaierig zijn, vriendelijk onthaal, 15 Salcedo street, tel. (077) 722-2526, reservation@vigangordionhotel.com, www.vigangordionhotel.com
Excursies:
Vigan:
- pottenbakkerij RG Jar: wandelafstand van het centrum, op eenvoudige vraag mochten we vrij rondlopen in het fabriekje
- Syqia Mansion: goed bewaard historisch huis, eigendom van de nakomelingen van een voormalige presidentsvrouw
inkom: 20 PHP pp.
Bantay: kerk met ‘shrine nuestra señora de la caridad’ en klokkentoren
inkom: vrije donatie
ernaartoe: op wandelafstand van het centrum
Santa Maria: Santa Maria church, Unesco
ernaartoe en terug: bus Vigan – Santa Maria: 55 PHP, 1 uur onderweg, met Partas
Uitstap Laoag en omgeving: We vonden dit een geslaagde dag met voldoende variatie, topper: ‘Malacanang of the North’.
- Laoag: stadsbezoek, met wegzakkende klokkentoren, Sint Williams kathedraal
ernaartoe: bus Vigan – Laoag: 141 PHP pp., 2 uren onderweg, met Partas
- Suba: ‘Malacanang of the north’, oud vakantiehuis van Ferdinand en Imelda Marcos, we kregen in deze prachtige villa een indrukwekkend beeld van het leven van deze boeiende familie
inkom: 30 PHP pp, gratis rondleiding
ernaartoe: jeepney Laoag – ingang ‘Malacanang of the north’, 22 PHP pp., 15 min. onderweg
- Paoay: San Augustin kerk met klokkentoren, mooi voorbeeld van aardbevingsarchitectuur, Unesco
inkom: gratis
ernaartoe: privé tricycle ‘Malacanang of the north’ – Paoay: 100 PHP, 30 min. onderweg
- Batac: Mausoleum Ferdinand Marcos + museum in zijn geboortehuis
inkom: gratis
ernaartoe: tricycle Paoay – Batac: 50 PHP, 15 min. onderweg
terug naar Vigan: 114 PHP pp., 1 ¾ uren onderweg (de Partas airco bus rijdt zeer onregelmatig, we moesten +/- 2 u wachten langs de highway, kan ook met locale bus die stopt in centrum van Batac)
Nadat we de kuststrook met het koloniale stadje Vigan en zijn omgeving bezochten, keren we terug naar BAGUIO. We proberen rechtstreeks naar het binnenland te reizen, maar dat is niet mogelijk, de wegen zijn slecht, bovendien door de tyfoon van begin oktober op een aantal plaatsen bedolven onder modderstromen. Het is een gevaarlijke verplaatsing van meer dan 18 uren bus. We volgen het advies van de dame uit het toerismekantoor van Vigan en keren terug naar Baguio om van daaruit opnieuw noordwaarts te reizen, ditmaal de bergen in.
Ernaartoe:
tricycle hotel – busterminal: 30 PHP, 5 min. onderweg
bus Vigan – Baguio: 344 PHP pp., 6 ¼ uren onderweg, met aircobus Partas
taxi Baguio busterminal – hotel: 50 PHP, 15 min. onderweg
Overnachtingen:
Omdat het gemakkelijk is en we tevreden zijn over de centrale ligging, keren we terug naar hetzelfde hotel als bij onze eerste stop in Baguio, zie verhaal Baguio (1)
Het koele bergdorpje KABAYAN (+/- 13.000 inwoners) is 1.200 meter hoog gelegen in een zeer groene bergomgeving waar men leeft van de teelt van ‘strong arabica’ koffie en ‘rode kintoman’ rijst. Op het grondgebied van dit dorp ligt de populaire berg mount Pulag (betekent: ‘heilige grond van Kabayans voorouders’) die met zijn 2.922 meter de 3de hoogste berg van de Filipijnen is, na mt. Apo en mt. Dulang-Dulang. Maar het dorp is vooral bekend omwille van de goed bewaarde mummies van de Ibaloi bevolking, die er zich in verschillende grotten bevinden. Hiervoor kreeg het zelfs een Unesco erkenning. Voor de wandelliefhebber is dit een leuke bestemming.
De reis van Baguio naar Kabayan is een avontuur op zich.
Meer dan 1 uur op voorhand komen we aan bij de bus, waar we proberen 2 plaatsen op de achterbank in te pikken. Eigenlijk zijn er reeds 5 van de 6 smalle plaatsen ingenomen door handbagage van anderen, maar Herlinde schuift deze wat dichter bij elkaar, zodat we er met 2 tussen kunnen … afwachten of dit lukt, want plaats voor 7 personen is er echt niet op deze achterbank. We blijken uiteindelijk geluk te hebben … een dame heeft er 2 stuks handbagage gedeponeerd, waarschijnlijk in de hoop zo wat meer ruimte te hebben ... Komt daar nog bij dat dit niet zo’n goeie zitplaatsen zijn, maar een volgende bus rijdt er niet meer vandaag … en toch maar liever een zware verplaatsing dan een dag te moeten wachten, de 21 dagen van ons visum vliegen voorbij … al hebben we ons deze rit wel ietwat anders voorgesteld. Onze bagage wordt op het dak van de bus geplaatst … netjes verpakt onder een groot plastiek zeil (nadien blijkt dit nuttig te zijn, want onderweg krijgen we regen).
Het eerste deel van de busreis gaat over een highway, dit is een smalle maar goed geasfalteerde bergweg, die momenteel op meerdere plaatsen onderbroken is door modderstromen (met daarin grote rotsblokken) die nog niet volledig zijn opgeruimd na de laatste tyfoon (begin oktober). Dat bemoeilijk het rijden enorm. Men is hier overal druk aan het werk … al is het zondag !
Na 2 ½ uren verlaten we de highway en rijden verder op een onverharde smalle bergweg in zeer slechte staat, mede door de vele modderstromen die de laatste tijd de weg overspoelden (regenseizoen, tyfoons), … waar andere voertuigen kruisen een opgave is. Meestal moet er een eind achteruit worden gereden omdat de weg te smal is, toch blijft het telkens millimeterwerk … spannend !
Al bij al valt het zitten op de achterbank beter mee dan verwacht, de bus geraakt amper vooruit waardoor we wat minder door elkaar worden geschud. Ondertussen is de middengang gevuld met staande passagiers, ook het dak geraakt stilaan volzet. De berglandschappen onderweg zijn prachtig, vaak spectaculair … soms rijden we langs de rand van een weggespoeld stuk rijbaan en houden toch even onze adem in, ook omdat we hebben gezien dat de banden van de bus totaal geen profiel meer over hebben … maar we moeten vertrouwen hebben in de ervaren chauffeur. Een auto komt hier niet door !
In het donker komen we aan in het zeer afgelegen dorpje, waar de bewoners ons vriendelijk de ‘Coop lodge’ wijzen. Dit is de enige slaapplaats hier, die bestaat uit enkele piepkleine kamertjes met stapelbed en gezamenlijk sanitair. Maar we klagen niet … alles is zeer netjes en proper. Na een heerlijke verfrissende koude douche rusten we even uit in het kleine zitplaatsje en maken kennis met de vriendelijke uitbaatster van de lodge, Nila, die ons vertelt dat er nog een andere gast is, in het gastenboek hebben we zelf al gezien dat de vorige bezoekers hier meer dan een week geleden vertrokken. Kort nadien maken we kennis met de Australiër Kevin en gaan samen iets te eten zoeken. In dit dorpje zijn enkele kleine locale eetplaatsjes … de meeste sluiten echter om 19.00 u. Wanneer we terugkeren naar ons hotelletje, worden we op straat vergezeld door groepjes vrolijk dronken jonge mannen uit het dorp … het is zondag, dan wordt er gedronken, vooral Gin.
’s Ochtends zijn we blij verrast met de mooie omgeving waarin we zijn terechtgekomen, het dorpje wordt omringd door rijstterrassen en prachtig groene bergen, met een bijzonder gevarieerde fauna en flora.
Nadat we een bezoek aan het museum hebben gebracht, waar we onze eerste echte mummie zien (tussen 800 en 1.000 jaar oud), wandelen we de vallei in, op weg naar de Tinongchol Burial Rock. Hier werden de doodskisten in rotsholtes opgeborgen, enkele zijn nog bewaard gebleven (dit fenomeen kwamen we ook tegen in Sulawesi, Indonesië). Onderweg komen we langs de rivier, waarin men met grote zeven aan het werk is, op zoek naar koper. In de bijhorende werkplaats boven aan het pad, vertelt men ons dat hiervan de meeste dorpelingen kunnen leven … Ondanks de hoogte is het hier enorm warm, we puffen wanneer we terug de vallei uitklimmen naar het dorp.
Om geen tijd te verliezen, wandelen we onmiddellijk door naar de Opdas Mass Burial Cave, deze grot is in het dorp zelf gelegen. Aan het bordje ‘opdas’ nemen we het smalle betonpaadje tussen de huisjes door naar beneden. We volgen dit een hele tijd, tot we tussen de rijstveldjes uitkomen. Dit lijkt ons verdacht ver, maar we zien niemand om het aan te vragen. Bovendien is het hier zeer mooi, we wandelen verder. Wanneer we bijna beneden in de vallei zijn, komen we langs een klein huisje, waar we de vraag stellen … de vriendelijke man wijst naar boven …
Bijna helemaal terug boven, op een 30-tal meter van de hoofdstraat verwijderd, vragen we opnieuw de weg. De Opdas grot bevindt zich aan de achterzijde van een huis, vlakbij de hoofdstraat. We liepen dus een heel eind te ver … maar genoten toch van de mooie wandeling.
Hier vinden we een kleine grot, waarin een heleboel beenderen zijn bewaard, hoofdzakelijk schedels.
Sinds gisterenavond zijn we al op zoek naar vervoer om bij de Timbac grotten te geraken. Dit zijn de meest bekende grotten waarin nog zeer goed bewaarde mummies liggen. Bovendien zijn ze toegankelijk voor het publiek … We vonden al enkele mannen met een 4x4 voertuig, maar allen haken af omdat ze het rijden over de weg ernaartoe niet zien zitten met hun voertuig. Uiteindelijk brengt Nila (lodge uitbaatster) ons in contact met een 4x4 truckchauffeur. Deze aarzelt, maar na de bevestiging van het toerismekantoor, dat er reeds onlangs via die weg is gekomen, beslist deze ons er morgenochtend toch naartoe te brengen. Oef !
De rit naar de Timbac grotten in de open bak van onze gehuurde 4x4 vrachtwagen is prachtig. Wat een adembenemend mooie omgeving van bergen en valleien, met rivieren, rijstterrassen, … niet te beschrijven. De rit valt al bij al goed mee, maar een voertuig met lagere ophanging zou hier moeilijk kunnen passeren, de rotsen op het wegdek liggen zeer oneffen, er zijn vrij grote niveauverschillen.
In 2 verschillende grotten zien we een aantal kisten, die door de bewaker worden geopend. Hierin liggen telkens een of meerdere mummies (ook baby’s), die ongelooflijk goed zijn bewaard. Op de gedroogde huid van hun armen en benen zijn duidelijk nog tatoeages te zien. Zeer indrukwekkend !
Ernaartoe:
taxi hotel – Dangwa busterminal in Baguio: 45 PHP, 10 minuten onderweg
bus Baguio – Kabayan: 135 PHP pp, 6 ¼ uren onderweg over een afstand van 85 km, er rijden slechts 3 bussen per dag, waarvan de laatste om 12.00 u vertrekt, wees tijdig aanwezig want ze zitten al vlug overvol (wij hadden met veel geluk de 2 laatste plaatsen op de achterbank en waren 1 uur op voorhand ter plaatse).
Overnachtingen:
Coop Lodge, 200 PHP per persoon voor een nette piepkleine 2 persoonskamer met stapelbed, gemeenschappelijk sanitair (koud water), handdoek op vraag ter beschikking, zithoek, balkon, zeer vriendelijke en behulpzame uitbaatster, Kabayan Coop lodge, beoordeling: 3/5
Excursies:
Kabayan national museum: inkom 20 PHP pp.
Tinongchol burial rock: inkom gratis
Opdas Mass burial cave: inkom 20 PHP pp, aangeduid op straat, eenmaal op het smalle betonpad is deze onmiddellijk gelegen aan de linker kant achter een huis (niet aangeduid, best even vragen aan de mensen rondom)
Timbac caves: inkom 20 PHP pp.
ernaartoe: in de open laadbak van een 4x4 vrachtwagen, als tussenstop op doorreis naar Sagada, zie verhaal Sagada, ernaartoe.
Tips:
Informeer je bij het toerismekantoor/museum van Kabayan, toen wij hier kwamen was de bewaker van de Timbac grotten in Kabayan en reed met ons mee ernaartoe. Hij heeft de sleutel om de poort van het domein en de 2 grotten te openen. Het zou een teleurstelling zijn hiernaartoe te gaan en niet binnen te geraken !
Wanneer je met hen een afspraak maakt, heb je geen gids nodig, ze vroegen ons wel de gids een kleine (hij krijgt reeds een loon, dus vroeg men om niet te overdrijven) fooi te geven.
Je kan de tocht ook in de omgekeerde richting maken, laat je afzetten aan de highway tussen Baguio en Sagada, van daaruit is het maar een klein eindje wandelen (+/- 1 uur). Van de grotten naar Kabayan daalt het 1.200 meter, dus dit is makkelijker te voet te overbruggen.
Wij zochten vervoer omdat we het niet zagen zitten de 1.200 meter naar de grotten te klimmen met zware bagage.
Het bergdorp SAGADA (11.000 inwoners) is gelegen in de Filipijnse ‘mountain province’, op 1.477 meter hoogte midden in het Cordillera gebergte. Ook hier kan men mooie wandelingen maken, langs rotspartijen, rijstvelden, watervallen, grotten … hier kan men de loop van een ondergrondse rivier volgen, om +/- 700 meter verder de grot weer uit te zwemmen (minstens 1.30 m diep). Maar het plaatsje is vooral bekend om de grotten en rotsnissen die er al eeuwenlang worden gebruikt als begraafplaatsen. Een troef is de rust die wordt behouden door de moeilijke bereikbaarheid van het afgelegen plaatsje. Het populaire weekendtoerisme vanuit Manilla kan hier niet geraken.
In de reusachtige grot Lumiang Burial Cave zijn heel wat kisten op elkaar gestapeld langs de wanden. De oude kisten zijn vervaardigd uit holle boomstammen, waarop het deksel met houten pinnen is vastgezet, zo onderscheiden ze zich van de recentere houten planken kisten die vaak een kruis dragen.
Aan de rotswanden van Echo Valley zien we een aantal kisten onder elkaar hangen, ook hier zijn zeer oude, maar ook recente exemplaren te bewonderen. Het is een fotogenieke plaats. We bereiken deze plaats door het kerkhof van Sagada over te steken en een pad te volgen dat in de vallei afdaalt. Na het bewonderen van de kisten, willen we verder wandelen langs Latang Cave, om daar naar de weg te klimmen. Maar een pad is er niet te vinden, recente grondverschuivingen hebben alles weggespoeld, Marc en Kevin (de Australiër die sinds Kabayan met ons samen reist) doen elk enkele pogingen zich een weg te banen naar boven, maar komen telkens voor loodrechte wanden te staan. De ondergrondse rivier die hier bovenkomt, kunnen we zonder gids of zaklamp niet riskeren te volgen. Het wordt terugkeren op onze passen …
Het uitzichtpunt Peak Kiltepan, op 1.636 meter hoogte vergt een hele wandeling. Hier worden ons rijstterrassen beloofd … maar deze kunnen ons echt niet bekoren na de rit tussen Kabayan en de Timbac caves. Maar het is toch een leuke wandeling.
Via de weg naar Bangan bereiken we de Bokong waterval. Hier zijn een groepje tienerjongens van de rotsen in de waterpoel aan het springen, terwijl anderen foto’s nemen. We kijken een tijdje toe en vragen hoe de weg verder loopt om via een lus uit te komen in Sagada. Het pad is zeer onduidelijk, eigenlijk niet echt een pad … Een jongen loopt een heel stuk met ons mee om ons te tonen waar we de rivier via grote ronde rotsblokken kunnen oversteken. Hij geeft Herlinde een steuntje wanneer ze een al te grote pas moet nemen met haar korte beentjes … We willen hem bedanken, maar hij loopt vlug weg, zijn vrienden wachten ! Nu moeten we door de rijstveldjes omhoog klimmen tot aan de weg naar Sagada. Uit de verte horen we de jongen roepen … hij wijst welke richting we uit moeten.
Terug in het dorp ontmoeten we een Duits koppel, Marco en Elke. Het klikt meteen, we spreken af samen te eten … bijgevolg groeit ons groepje van 3 naar 5 om morgen samen verder te reizen …
Ernaartoe:
4x4 vrachtwagen Kabayan – Timbac caves – Catubo: 3500 PHP voor de truck, gedeeld met een Australiër, 3 uren onderweg, supermooie landschappen tijdens deze bergrit !
bus Catubo – Sagada: 140 PHP pp, 4 uren onderweg met locale bus
Overnachtingen:
Sagada homestay, 700 PHP per nacht voor een 2 persoonskamer met sanitair (warm water), kleine en propere kamer, meerdere gezellige zitplaatsen in het huis, gratis wifi, vriendelijke en behulpzame uitbaters, net boven het dorp gelegen op 2 min. wandelen van het centrum, tel. +639 1970 28380, sagadahomestay@yahoo.com.ph , beoordeling 4/5
Excursies:
al onze bezoeken deden we te voet, nergens hoefden we een ingang te betalen
Bergdorpje BATAD (1.100 inwoners) is gelegen in het Cordillera gebergte en wordt omringd door de prachtigste rijstterrassen in een komvormige vallei. Deze rijstterrassen rondom Batad zijn stevig gebouwd, met hun rotsstenen muurtjes. Ze zijn 2.000 jaren oud en worden wel eens het 8ste wereldwonder genoemd, ze kregen dan ook een Unesco erkenning.
Na een vroeg vertrek uit Sagada maken we een tussenstop in Bontoc (+/- 25.000 inwoners). Hier bezoeken we het streekmuseum, waar we een idee krijgen over de verschillende authentieke bevolkingsgroepen die hier hun oorsprong vinden. Het museum en het ernaast gelegen schooltje zijn opgericht door Belgische missiebroeders en zusters. Deze week viert het schooltje zijn 100-jarige bestaan. We voelen een enorm respect voor de Belgische missie die hier goed werk heeft verricht.
We willen ook het marktje gaan bezoeken, maar worden aangetrokken door groepjes traditioneel uitgedoste mensen. Ze begeven zich naar een plein, waar de maand van de authentieke bevolking van de omgeving wordt gevierd. We worden uitgenodigd plaats te nemen en kijken toe hoe na de openingsspeech de mensen uit verschillende dorpjes hier hun dans en muziek brengen. Een kleurrijk schouwspel … en beloofde ons reishandboek niet dat we hier wel eens mannen in G-string zouden tegenkomen … wel het zijn er een massa !
Onderweg naar Banaue groeit ons groepje van 5 uit tot 7 … in de Jeepney (openbaar vervoer) maken we kennis met Victor en Lorena, een jong Hongaars – Japans/Filipijns koppel op huwelijksreis. Ze leerden elkaar kennen tijdens hun studies in Japan. Omdat we allemaal hetzelfde doel hebben, beslissen we samen verder te reizen. Het is een leuk groepje … allemaal verschillende nationaliteiten … we maken heel wat plezier samen.
In Banaue huren we samen een Jeepney, die ons via een zeer modderige onverharde bergweg met vele aardverschuivingen – ook hier zien we weer overal de gevolgen van het regenseizoen en de tyfoons – in 1 ¼ uur tot aan de zijweg naar Batad brengt. Hier kan geen enkel voertuig nog verder … zelfs de bewoners van het kleine dorpje moeten te voet 2 uren (9 km) stappen naar huis … vaak zwaar geladen met boodschappen. Maar het loont de moeite … we komen uit in een komvormige vallei, ’t lijkt wel een amfitheater gebouwd van rijstterrassen. Het wordt stilaan donker, we zoeken vlug een onderkomen voor vannacht. Het is niet te geloven, maar in dit zeer afgelegen oord zijn enkele hotelletjes, weliswaar zeer basis, maar ze bieden wat we nodig hebben, een bed en eten en koude douche ... bovendien is het er zeer proper. Pas een 2-tal jaren geleden werd hier elektriciteit aangelegd, wat het leven een heel stuk gemakkelijker maakt voor deze mensen. Ondanks de ongelooflijke ongemakken moeten die enorm van hun woonplaats houden, zelfs jonge gezinnen blijven er wonen. En wie hier eens op bezoek komt … kan dit wel begrijpen, je verliest jezelf in de isolatie van deze onbeschrijfelijke omgeving van adembenemende uitzichten en wil hier langer blijven.
We maken een wandeling langs de bovenrand van de rijstveldjes, om van de uitzichten alom te genieten en dalen af naar de krachtige Tappiya waterval met onderaan een grote zwempoel. Na de middag is het tijd om terug te keren, we halen onze bagage op in ons hotelletje en keren terug naar de weg via een ander pad dan de heenweg, wat 3 uren wandelen betekent.
Ernaartoe:
jeepney Sagada – Bontoc: 45 PHP pp, 45 min. onderweg
jeepney Bontoc – Banaue: 150 PHP pp, 2u 15min. onderweg
jeepney Banaue – Batad junction: 1500 PHP voor de jeepney, privé gehuurd via het toerismebureau in Banaue, gedeeld met 7 mensen, 1u15 onderweg
te voet Batad junction – Batad: 2 uren flink bergop doorstappen, 9 km ver
Overnachtingen:
Simon’s view inn & restaurant, 150 PHP per persoon voor een kleine propere basiskamer met gemeenschappelijk sanitair (warm water), prachtig uitzicht op de vallei, groot overdekt terras, zeer vriendelijk ontvangst, lekkere zelfgemaakte pizza’s te verkrijgen, Simon T. Illag, Batad-Banaue, tel. 093 0507 7467, beoordeling 4/5
Excursie:
Bontoc streekmuseum: 50 PHP pp.
dagtocht Batad: 1000 PHP voor een gids, gedeeld met 7 mensen, wandeling door de rijstterrassen,
Tappiya waterval, retour naar de weg Batad-Banaue
BANAUE (21.000 inwoners) is een stadje dat op 1.200 meter hoogte in het Cordillera gebergte is gelegen. Ook de omgeving van dit stadje is bekend om zijn prachtige rijstterrassen, eveneens 2.000 jaren oud. Het verschil met de terrassen van Batad is dat hier de trapjes niet met stenen zijn verstevigd, maar gewoon uit modder zijn opgetrokken. Ze hebben eveneens een Unesco erkenning gekregen.
In Banaue voelen we goed het verschil met onze vorige locaties, het is hier een drukte van jewelste … bovendien worden we voortdurend geplaagd door jonge mannen die ons … een hotelkamer, een tour, een gids, een busreis, … willen verkopen. Lukt het ene niet, dan komen ze prompt met een ander voorstel.
We willen hier graag nog een dag blijven om naar een uitzichtpunt te gaan kijken, waar ook mooie wandelingen tussen de rijstterrassen kunnen worden gemaakt. Ook het marktje zou een bezoekje waard zijn.
Maar de tijd begint te dringen, onze 21 dagen Filipijnen vliegen voorbij. Daarom beslissen we toch maar verder te reizen … ooit komen we terug om alle gemiste plaatsen te bezoeken !
Ernaartoe:
jeepney Batad junction – Banaue: 1.400 PHP voor de jeepney, privé gehuurd en gedeeld met 7 mensen, geboekt via onze gids, die we samen inhuurden voor de dagwandeling rondom Batad
Overnachtingen:
Stairway lodge & restaurant, 500 PHP per nacht voor een propere basis 2 persoonskamer met sanitair (warm water), kamer achteraan met zicht op de vallei, op 2 min. wandelen van het drukke centrum wat de omgeving rustiger maakt, gratis wifi, vriendelijk onthaal, de kamerprijs kan onderhandeld worden, geen stopcontacten in de kamers, elektrische toestellen kunnen geladen worden aan de receptie tegen een kleine bijdrage, beoordeling 3/5
Vanuit Banaue reizen we terug naar BAGUIO, het centrale punt voor verschillende verplaatsingen bij gebrek aan directe verbindingswegen van de kust naar het gebergte. Het wordt een prachtige rit.
Onderweg passeren we een weggeslagen brug door een recente tyfoon. Tot enkele dagen terug kon hier geen verkeer door en moesten busreizigers de rivier te voet over via een noodbruggetje, om aan de overkant een andere bus te nemen. Nu is er een stevigere noodbrug en mogen voertuigen 1 per 1 naar de overkant. Ook op dit traject zien we vele modderstromen en aardverschuivingen, wat het verkeer bemoeilijkt, maar overal is men aan het werk om alles zo vlug mogelijk op te kuisen, hier en daar is een stuk van de weg mee weggespoeld en moet er over 1 overgebleven baanvak worden gereden.
Na aankomst in Baguio maken we een wandeling over de locale markt, gedeeltelijk overdekt. Zulke marktjes zijn vaak kleurrijk en er is wel steeds wat nieuws te zien. We proberen er een gebakje, soort minipannenkoekje met kaas erin. De verkoopster vindt dit reuzeleuk.
Ernaartoe:
minibus Banaue – Baguio: 360 PHP pp., 6 ½ uren onderweg
taxi Baguio busterminal – hotel: 45 PHP, 15 min. onderweg
Overnachtingen:
Omdat het gemakkelijk is en we tevreden waren over de centrale ligging, keren we terug naar hetzelfde hotel als bij onze vorige stops in Baguio, zie verhaal Baguio (1)
TAGAYTAY (61.500 inwoners) is gelegen op de 640 meter hoge meanderende bergkam hoog boven het Taal meer met daarin de (actieve) vulkaankraters van de Taal vulkaan. Met zijn typische lintbebouwing strekt het stadje zich uit over 20 km, door de hoogte kent het een aangenaam koel klimaat. Tijdens de weekends is het er superdruk, de bewoners van Manila komen hier verkoeling zoeken, ’t is immers maar 55 km ver. Zij houden zich hier vooral bezig met rondhangen in de vele fastfood restaurants en ’s ochtends wachten tot de mist is opgetrokken voor een prachtig uitzicht op het Taal meer met zijn vele vulkaankraters.
De Taal vulkaan is een complexe vulkaan met veel kraters, die gelegen is in het Taal meer, het grootste meer ter wereld dat op een eiland is gelegen. Het is een van de vele actieve vulkanen die de Filipijnen telt, maakt deel uit van de zogenaamde ‘pacifieke vuurring’. Sinds 1977 was er geen uitbarsting meer, al vreesde men ervoor in 1991 toen ze wat onrustige activiteit vertoonde, er ontstonden toen enkel wat moddergeisers.
We reizen van Baguio naar Manila, maar willen in deze drukke stad niet blijven. Daarom nemen we onmiddellijk een bus naar Tagaytay, waar we in het donker aankomen. Normaalgezien proberen we dit steeds te verhinderen, het is leuker te zien waar je terecht komt. De bus stopt op een zeer druk kruispunt aan een rotonde, met niets dan fastfood restaurants en enkele hotelletjes in de buurt.
Maar het meest storende zijn de tientallen mannen die ons zeer opdringerig boottochtjes op het meer, ritjes met de tricycle (motortaxi), hotelletjes, … aanbieden. Tijdens onze rondreis in het noorden van Manila waren we dit niet gewoon … we komen in een totaal andere wereld terecht.
’s Ochtends nemen we onze bagage om te verhuizen naar een hotelletje aan de rand van het meer, zo’n 329 meter lager gelegen. Weerom moeten we de vele verkooplustige mannen afwimpelen. Onderweg naar het dorpje Talisay zitten we in een overvolle Jeepney (locaal openbaar vervoer), samen met een aantal mensen die bloemen naar het kerkhof brengen. Ook in de Christelijke Filipijnen wordt 1 november herdacht.
Het dorpje zelf is vrij rustig, we zien er geen andere toeristen en worden niet de ganse tijd lastiggevallen, hier vinden we dan ook geen hotelletjes. Het toeristische deel ervan ligt zo’n 5 km verderop, daar zoeken we een hotelletje aan de rand van het meer. Maar dat valt dik tegen … prijs/kwaliteit laten de hotelletjes veel te wensen over. Een propere kamer vinden we niet. Dus … keren we terug naar het superdrukke kruispunt van Tagaytay om ons opnieuw in dezelfde hotelkamer te installeren. Een verloren dag !
Vanuit Tagaytay bezoeken we de volgende dag het meer en beklimmen de actieve vulkaankrater Taal. Na een boottochtje van ½ uur op het Taal meer, komen we aan op een van de eilandjes. Van hieruit wandelen we in 40 min. naar de kraterrand van de Taal vulkaan. Een mooie wandeling, maar o zo druk. Locale mensen met uitgemergelde kleine paarden staan te wachten om toeristen naar boven te brengen, samen met de vele wandelaars maken zij het pad overdruk. Boven worden we echter getrakteerd op een prachtig uitzicht over het kratermeer met een mini eilandje erin en zijn omgeving. De meesten rusten hier en keren terug … de moedigen volgen nog een eindje de kraterrand omhoog voor een ander uitzicht, wat nog mooier is.
Ernaartoe:
taxi hotel – busterminal: 45 PHP, 15 min onderweg
bus busterminal Baguio – busterminal Manila Pasay: 455 PHP pp, 7 uren onderweg, met Victori liner
bus Manila Pasay – Tagaytay rotonda: 60 PHP pp, 2 uren onderweg met locale bus, kaartjesverkoper doet een vergeefse poging om ons te doen betalen voor onze rugzakken
Overnachtingen:
Mont Wind hotel, 1.500 PHP voor een 2 persoonskamer met sanitair (warm water), inclusief sober ontbijt, ventilator, TV, vriendelijk en behulpzaam onthaal, tel. 483 0459, montwindhotel@gmail.com, Tagaytay rotonda – Tagaytay city, beoordeling: 3/5
Excursies:
Taal vulkaan: 1800 PHP voor het transport heen en terug met tricycle van Tagaytay naar Talisay, boot heen en terug van Talisay naar vulkaan Taal + 100 PHP pp. voor de ingang van het NP + 20 PHP voor aanleggen met het bootje op het vulkaaneiland
Talisay:
ernaartoe en terug:
tricycle Tagaytay hotel – central market, 30 PHP, 15 min.
jeepney Tagaytay – Talisay, 40 PHP pp., ½ uur onderweg
Het eiland MINDORO is één van de minst ontwikkelde gebieden van het land, dat in tweeën wordt gedeeld door het gebergte ‘high rolling mountains’. Het noordelijk deel heeft een zeer grillige vorm met mooie baaien en uitstulpingen. Stranden omringd door tropisch groene berghellingen maken de streek zeer toeristisch, misschien mede daardoor het ook meest bevolkte gebied van het eiland. Vanuit de vele strandhotelletjes worden duiktochten georganiseerd. Mooie wandelingen tussen de tropische groene begroeiing leiden naar watervallen met onderaan zwempoeltjes, de reden van ons bezoek. Hier zullen we de laatste 2 nachten van ons Filipijns verblijf doorbrengen.
Puerto Galera, ook Muelle genoemd, is een toeristisch havenplaatsje met 28.000 inwoners, gelegen in een mooie baai van het eiland, waar zeil- en motorjachten graag vertoeven en kleine overzetboten hun passagiers naartoe brengen. Witte zandstranden zijn vooral in de buurt van White Beach te vinden. Rondom de drukkere toeristische trekpleister Sabang, vindt men een van de beste duiklocaties van de Filipijnen. Wie eerder op zoek is naar een rustige plaats, kan best terecht bij een resort, aan één van de vele strandjes.
Wij kiezen voor Puerto Galera, het dorpje waar slechts enkele hotelletjes zijn, omdat we niet lang kunnen blijven. De overzetboten komen hier aan, dus we hoeven geen verdere verplaatsing, bovendien is het er rustig … geen uitgaansleven zoals in de andere plaatsen, Sabang en White Beach.
Later dan verwacht komen we aan bij ons hotelletje, de verplaatsing van Tagaytay hiernaartoe, die in vogelvlucht niet veel voorstelt, duurde uren … Het regent en wordt vlug donker, we hebben niet veel zin om nog een uitstapje te maken, ’t zal voor morgen zijn.
Maar het blijft regenen … we zouden naar een waterval wandelen, maar in zo’n plensregen is dit niet leuk, het pad zal glad en modderig zijn … dus beslissen we het plaatsje zelf en zijn omgeving te gaan verkennen. Dit is de eerste keer sinds we op 19 mei vertrokken uit België, dat we door de regen worden verhinderd een mooie uitstap te maken, eigenlijk mogen we van geluk spreken ... toch vinden we het jammer van de gemiste natuurpracht !
In de namiddag houdt het regenen op en gaan we op stap. De baaien rondom blijken er zeer rustig bij te liggen … november is pas het begin van het toeristische seizoen hier. We bewonderen strandjes met mangroves, omringd door begroeide heuvels van waaruit de regendampen opstijgen.
Het dorpje zelf stelt niet zo veel voor, typische kleine Aziatische winkeltjes sieren de enkele straten, die overspoeld worden met tricycles … bij gebrek aan voldoende werk spreken de chauffeurs iedereen voortdurend aan. Hier komen we voor de eerste keer in de Filipijnen oudere Westerlingen tegen met jonge Filipijnse meisjes … ook Westerse jongemannen gaan hier op de versiertoer, op zoek naar een vakantieliefje … het alom bekende Aziatische fenomeen !
We verblijven in een leuk hotelletje met uitzicht op de baai en een uitstekend Mexicaans restaurant. Een van onze favoriete keukens … en ditmaal krijgen we grote porties, niet echt een Aziatische gewoonte. Het is moeilijk ons bord leeg te eten … we zijn niet meer gewend om zoveel te verorberen.
Ernaartoe:
jeepney Tagaytay – Nasugbu, 65 PHP pp, 90 min onderweg
minibus Nasugbu – Batanga haven, 120 PHP pp, 1 ¾ onderweg
boot Batanga – Puerto Galera, 200 PHP pp voor de boot, 50 PHP pp milieutaks, 30 PHP pp terminal fee
Overnachtingen:
Badladz adventure resort hotel, 990 PHP per nacht voor een nette 2 persoonskamer met sanitair (warm water), ruim terras met zicht op de baai, TV, airco, ventilator, gratis wifi, lekker Mexicaans restaurantje, tel. 043 287 3184, info@badladz.com, www.badladz.com
Veel reisplezier, www.tangatanga.com/herlindemarc