CYPRUS
Contrastrijk eiland in de zon
Contrastrijk eiland in de zon
Tekst en Foto's: Joyce Frey
Als je op Cyprus aankomt, moet je eerst aan het linksrijdende verkeer wennen.
Ayia Napa, waar ik twee weken zal leven, heeft voor iedereen wat te bieden. Voor dag- en nacht liefhebbers en voor jong en oud. Tussen de twee stranden van de haven tot de Nissibeach, die ongeveer
twee kilometer van elkaar liggen, loopt een wandelweg direct langs de zee, weg van het straat rumoer.
Een leuk wandelingetje.
Je kan de zelfde weg weer terug gaan, of over een straat met veel winkels en restaurants .
De airco- winkels zijn ideaal voor een afkoeling bij heet weer.
Twaalf kilometer verder ligt de badplaats Protaras, waar je gemakkelijk met een bus heen komt.
Hier is het moderner en kleiner. Mij beviel het hier niet.
Zelfs het blauwe water leek kitsch te zijn.
Ook Larnaca, vijftig kilometer verder in het westen is met de bus te doen.
Larnaca is een stad met grote zakenpanden, winkels en veel verkeer.
Het strand ligt direct naast een drukke straat waar onafgebroken verkeer door gaat.
Tussen het strand en de straat staan een hoop verkoopstands.Voor de stad liggen wel een paar prachtige baaien waar het rustiger is.
Nicosia
In de ochtend werd ik voor het hotel afgehaald om naar Nicosia te rijden. Rijdend over de Autobaan passeerden we rode velden. Hier zouden de beste aardappels van de wereld groeien.
Na Larnaca word de omgeving rotsiger. De heuveltjes zijn bijna wit. Nicosia niet anders dan andere steden .
Grote bedrijfspanden en winkels.
De eerste stop was voor het standbeeld van aardsbisschop Makarios. Daar lagen een hoop sinasappels op de grond die uit de bomen gevallen waren. Als een auto erover reed, had je sinasappelsap.
We bekeken een byzantijnse kerk. Aan de muren hangen iconen en aan het plafond vergulde kettingen met lichten er aan.
Daarna bezochten we het Cyprus-museum. Heldendaden uit oude tijden zijn hier te bewonderen. Hoewel ik geen museumliefhebster ben, vond ik het hier toch wel interessant. Dankzij de vertellingen van de reisleider.
Later kregen we een formulier in de handen gedrukt waar we personalia in te vullen hadden. Iedereen maakte zijn huiswerk.
Als we klaar waren, liepen we met het papiertje naar de bufferzone, waar sinds vier jaar de grens geopend is.
Bij de douane stonden we in een rij om een stempel te krijgen en om doorgelaten te worden. Toen iedereen een stempel op zijn papiertje had, gingen we verder. Wel onder leiding van een Turkse beambte.
Ook hier mochten we weer een kerk bezoeken. De Johanniskathedraal.
Daarna weereen andere. Vroeger was het een katholieke kerk geweest. Nu was het omgebouwd tot een moskee.
Daarna wandelden we naar de groentemarkt waar ook veel andere artikelen te koop zijn.Dit was al alles.
Gemoedelijk slenterden we terug naar de grens om weer een stempel op het blaadje te krijgen.
Daarna kregen we vrije tijd.
Ik wandelde door de straten en straatjes.
Om bij de grote winkels te komen moest ik een paar drukke wegen oversteken. Daar had ik echt geen zin in, want die winkelstraten zijn toch overal het zelfde.
Over een weg met veel bochten reed de bus de bergen op.
We wandelden door een klein dorpje en reden daarna verder de hoogte in om een klein museumpje te bekijken.
Een schuurtje waar vroeger wijn geperst werd.
Kort onder de top van de berg mochten we weer uitstappen om verder te lopen. De reisleider had botanicus moten worden. Hij wist over elk plantje en boom iets te vertellen.
Boven aangekomen, moesten we weer in de bus om naar een dieper gelegen restaurant te rijden waar gegeten werd.
Hier werd Meze geserveerd.
Dat zijn verschillende vleeswaren met spaghetti, aardappels, rijst, sla brood en verschillende sausjes.
Dus een tafel vol met verschillende gerechten. Daarbij kregen we rode wijn en water. Na het eten werd het Kykkosklooster bekeken. Later in het dorpje Lefara maakten we koffiepauze.
Dan reed de bus terug.
Noord Cyprus - Kerynia
Voor dat ik deze trip maken kon, moest ik mijn paspoort bij de reisorganisator laten kopiëren.
In Nicosia zouden we de bufferzone over gaan.
Een beambte kwam met een lijst met onze namen in de bus.
Ik had het geluk als eerste gecontroleerd te worden en kon uitstappen.
Buiten zag ik dat een toerist de grens filmde. Hij werd gepakt en zijn opnamen werden vernietigd..
Na een lange tijd ging ik terug naar de bus, waar die douane beambten nog steeds niet klaar waren.
De arme vrouw die zo nodig op de toilet moest, zat nog steeds daar.
Als eindelijk iedereen gecontroleerd was en op de w.c kon gaan, ging het eindelijk verder.
Wel weer met een Turkse begeleider.
Aan de andere kant van de grens lag een hoop afval langs de autobaan. We gingen direct naar het Pentadaktylosgebergte . Aan de andere kant ligt de stad Kerynia. Daar bewonderden we de oude Vesting.
Daarna kregen we een hoop tijd om de plaats zelf te gaan ontdekken. Mij beviel de haven bijzonder goed.
Hier kon ik lang vertoeven.
Na twee uur reden we een stukje een berg op om in Bellapais te gaan eten.
Als we de buik vol hadden werden de restanten van de achthonderdjarige, goed onderhouden, Abdij bekeken.
In het noorden leven hoofdzakelijk Türken. Toen in 2004 de grenzen werden geopend, vertrokken de meeste Cyprioten uit het noorden om in het zuiden weer met hun eigen landgenoten samen te leven.
Boottocht
Ik zocht een mooie windstille dag uit om een boottocht te maken.
Dat was ideaal weer voor een toer op de open zee.
Het kristalheldere blauwe water liet zachte golfjes die amper te merken waren.
De tour ging voorbei aan de Cape Greko waar op de heen- en terugweg pauze gemaakt werd om te gaan zwemmen.
Verder vaarden we langs de Fig tree Bay, Protaras tot Famagusta. Op de terugweg werd een eten geserveerd. Dat was goed te hebben op de rustige zee. Na vier uur kwamen we weer in de haven aan.
Mijn laatste avond hier was groot feest met fanfare, kermis, vuurwerk en heel veel mensen. Wat gevierd werd weet ik niet. Maar een ding was zeker. Het was geen afscheidfeest voor mij.
Meer reisverhalen... www.reisimpressies.eu