Landenweb.nl

CEVENNEN
Geschiedenis

To read about CEVENNES in English - click here

Hotels Cevennen

Populaire bestemmingen FRANKRIJK

ArdecheAuvergneBourgondie
BretagneCevennenCorsica
Cote d'azurDordogneElzas
JuraLanguedoc-roussillonLoiredal
LotNormandiePicardie
Provence

Geschiedenis

Cevennen voor Christus

Ca. 1000 v.Chr.

De Cevennen werden bevolkt door verschillende Keltische stammen: de Volcae (in het bijzonder de Arecomici-stam) in het zuiden, de Gabali in het noorden, de Ruthenen in het westen, de Helvii in het zuidoosten en de Vellavii in het noordoosten.

3e tot en met de de 1e eeuw voor Chr.

De Romeinen bezetten het Centraal Massief en de Vellavii, de Helvii en de Arecomici-stam sloten een verbond met de Romeinen. De Gabali en de Ruthenen sloten een pakt met de Gallische koning uit de Auvergne en Franse volksheld Vercingetorix (ca. 82-46 v.Chr.), die uiteindelijk de Gallische opstand (53-52 v.Chr.) verloor bij het Beleg van Alesia door de Romeinse soldaten van keizer Julius Caesar. Het leger van Julius Caesar trok hiervoor dwars door de Cevennen. Na de totale verovering van Gallië (nu Frankrijk, België, grote delen van Zwitserland, Noord-Italië en delen van Nederland en Duitsland ten westen van de Rijn) bleven de Romeinen daar tot de 5e eeuw n.Chr. en stichtten de provincies Gallia Narbonensis en Gallia Aquitania.

advertentie

Standbeeld van de Gallische koning VercingetorixFoto: Myrabella CC BY-SA 4.0 no changes made

Cevennen na Christus

*In 77 n.Chr. verklaarde de Romeinse militair en letterkundige Plinius de Oudere dat de inwoners van Rome een op de Mont Lozère gemaakte kaas het lekkerste vonden*

Gedurende de 3e eeuw werden er in de Cevennen veel diocesen opgericht na de kerstening vanuit het zuiden (Nîmes) door Sint Bodile en vanuit het noorden door bisschop Privatus van Mende.

In de 4e eeuw installeerden de Visigoten, een (Oost)-Germaans volk, ariaanse priesters (stroming binnen het christendom die de drie-eenheid niet accepteerde) in de Cevennen.

Vanaf de 5e eeuw vochten de Franken en de Visigoten om het zuiden van Frankrijk, terwijl de Hunnen langzaam in heel Europa oprukten. De Visigoten wonnen deze strijd maar lieten wel de Romeinse structuur in het gebied intact en bleven onder andere het Romeinse geld gebruiken, de architectuur en alle andere Romeinse prestaties.

*In 464 beschrijft de dichter Sidoine Appolinaire (431-489) zijn reis door de hoge Cevennen en heeft het vooral over Trevidon, het huidige Saint-Laures-de-Trèves, waar op dat moment de Gallo-Romeinse politicus Tonantius Ferreolus leefde, Praefectus praetorio van Gallië van 450-453*

Van de 7e tot de 10e eeuw hadden de Cevennen te lijden onder Moorse aanvallen en de Saracenen uit Spanje veroverden vanuit hun basis Nîmes het gebied, inclusief de Vallée Française, een Franse enclave in het door de Visigoten bezet gebied. De Saracenen bezetten de Cevennen van 720 tot 750.

Vanaf de 9e eeuw zijn de Cevennen gedurende een lange tijd onderdeel van het Frankische Rijk, maar na het Verdrag van Verdun in 843 zullen de Cevennen vijf eeuwen lang geen deel uitmaken van Frankrijk. Het Verdrag van Verdun regelde de verdeling van het Frankische Rijk na de dood van Lodewijk de Vrome (778-840) onder zijn drie overlevende zonen, Lotharius I (795-855), Lodewijk de Duitser (806-876) en Karel de Kale (823-877). Het verdrag beëindigde tevens een drie jaar durende Karolingische Burgeroorlog.

De Cevennen vallen na het Verdag van Verdun net onder het West-Francië ofwel Francia Occidentales (ook wel West-Frankische Rijk of West-Frankenrijk) van Karel de Kale, dat via een denkbeeldige lijn van Antwerpen via Mâcon naar Nîmes in Zuid-Frankrijk liep.

De opvolgers van Karel de Kale vertoonden weinig daadkracht en verschillende territoriale vorsten scheidden zich af van het Frankische rijk. Onder Karel III de Dikke werd het Frankische eenheidsrijk weer enigszins hersteld maar in 887 werd Karel afgezet en ontstond langzaamaan het West- en het Oost-Frankische rijk waaruit uiteindelijk Frankrijk en Duitsland zouden ontstaan.

advertentie

Karel de Kale 'regeerde' over de Cevennen in de 8e eeuwFoto: Web Gallery of Art in het publieke domein

De 11e eeuw stond in het teken van de grote religieuze ordes die zich in de Cevennen vestigden, de regio werd als het ware overspoeld met monniken in overbevolkte abdijen. Om die overbevolking op te lossen werden de abdijen gedecentraliseerd. Feodale prinsen gaven hen gebouwen, land en vee in ruil voor de producten die dat opleverde. Op grote schaal werden bijvoorbeeld kastanjebomen en andere cultures aangeplant.

*In 1020 leefden in de Abbey St. Guilhem le Désert ca. 450 monniken en meer dan 4000 schapen. Deze schapen werden aan het begin van de lente tot en met het einde van de zomer naar de weilanden op de heuvels en bergen van de Cevennen gebracht.*

*Bijna alle huidige plaatsnamen met Saint in hun naam waren oorspronkelijk monastieke dorpen, gesticht door een aantal monniken.*

Dertiende eeuw

-Ergens in de 13e eeuw stichtte de Johannieterorde van Saint-Jean-de-Jérusalem (ook wel Orde van Sint-Jan) 'La Commanderie de Gap Francès' aan de voet van Mont Lozère.

-Alès is in 1200 de eerste stad in de Cevennen met een consulaat.

-In 1233 wordt een koninklijke afgezant geïnstalleerd in Saint-Etienne-Vallée-Française.

-1287: de bisschop van Viviers, tot dan de diplomatiek vertegenwoordiger van de keizer, verklaard zichzelf onderdaan van de toenmalige koning van Frankrijk, Filips IV de Schone. De spirituele hoofden van de verschillende diocees kregen tijdelijk macht. Op deze manier werd de bisschop van Mende graaf van Gévaudan (voormalige Franse provincie, nagenoeg overeenkomend met het huidige departement Lozère)

-In 1295 wordt in Anduze een zetel voor de vertegenwoordiger van de koning geïnstalleerd.

Veertiende eeuw

-1307: Filips de Schone en de bisschop van Gévaudan, William Durant de Jongere (c. 1266-1330) beëindigen de feodale relatie tussen de koning en de bisschop. Documenten waar alle bezittingen opgesomd waren ('Feuda Gabalorum') wezen uit dat bijna alle huidige dorpen en steden van de Cevennen al aan het begin van de 14e eeuw bewoond waren.

-1308: de bisschop van Viviers onderwierp zich aan koning Filips de Schone.

-1317: Eind van de katharen of Albigenzen, een religieuze beweging die tijden vooral de 12e en 13e eeuw een grote aanhang kende in de westelijk Languedoc, maar ook in de Cevennen. Veel van deze 'afvalligen' van de Heilige Roomse Kerk in Rome vluchtten uit Frankrijk, de meeste werden echter gedood. De laatste vier katharen werden in 1329 verbrand in Carcassonne.

-1340: de eerste pestplaag of 'zwarte dood' treft eenderde van Europa en arriveert in 1348 in de Cevennen.

-1362: de benedictijn Guillaume de Grimoard, geboren rond 1310 in Grizac en onder andere prior van de abdij van Chirac en abt van de abdij van Saint-Victor in Marseille, was van 28 september 1362 tot aan zijn overlijden op 19 december 1370 onder de naam Urbanus V paus van de rooms-katholieke kerk van Rome.

advertentie

Urbanus V (Guillaume de Grimoard)Foto: Palais des Papes in het publieke domein

-In de jaren 1362-1363 hebben de Cevennen ernstig te lijden onder zogenaamde 'Grandes Compagnies', grote groepen 'werkeloze' huursoldaten die ondermeer het versterkte dorp La Garde-Guérin bezetten en Florac tot de grond toe afbrandden.

Vijftiende eeuw

-Tussen 1415 en 1435 vonder er in de Cevennen verwoestingen plaats door de gevechten tussen de Armagnacs en de Bourguignons. De Armagnacs waren tijdens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) de aanhangers van de vermoorde Lodewijk I van Orléans (1372-1407); de Bourguignons streden voor Jan I van Bourgondië (1371-1419), bijgenaamd Jan zonder Vrees en later Filips de Goede (1396-1467).

Daarna had de streek ook nog eens ernstig te lijden onder de plunderingen van de soldaten van de Spanjaard Rodrigo de Villandrando († ca. 1457), die niet voor niets bekend stond onder de bijnamen Keizer van de Plunderaars (Empereur des Brigands) en Slachter (L'écorcheur).

-In 1465 werd het oude stadje Saint Germain de Calberte, aan de voet van het kasteel Saint Pierre, om onbekende redenen verwoest en verlaten, men schrijft het toe aan de pest die hier toen heerste.

Zestiende eeuw

De sociale situatie voor de gewone man was in de 16e eeuw niet best. De notabelen leefden van de geldelijke bijdragen van de bevolking, commerciële activiteiten en exploitatie van onroerend goed. Ca. 20% van de bevolking was eigenaar van meer dan 70% van het land. Bijna 80% van de bevolking had niet meer dan 2 ha grond voor zichzelf en vaak zelfs helemaal niets.

De 16e eeuw was ook de eeuw waarin het protestantisme ontstond, een stroming binnen het christendom die ontstond nadat leerstellingen en praktijken in de middeleeuwse katholieke kerk in West-Europa veel weerstand begonnen op te roepen. Deze zogenaamde Reformatie zou ook veel invloed hebben in de Cevennen.

-1533: Er is sprake van ketterij in Alais en in de Gévaudan.

-1547: De franciscaan Nicolas Ramondy sprak een 'ketterse' vastenpreek uit in Anduze.

-1550: Diana van Poitiers (1499-1566) representeerde de baron van Florac in het bestuur van Gévaudan omdat echte adel in de Cevennen ontbrak.

-1560: De eerste protestantse kerken werden in de Cevennen gebouwd en in Aigladines werd een eerste, toen nog clandestine, synode georganiseerd, een kerkelijke vergadering.

-1562: Religieuze oorlog brak uit, protestantse legertjes verenigden zich in de zogenaamde 'Cause' en belegerden de stad Mende, nu de hoofdstad van het departement Lozère.

Februari 1573: Vergadering in Anduze ter oprichting van 'Les Provinces de l'Union', ook wel 'Provincies-Unies de Midi' genoemd, een soort hugenoten-staatje in het zuiden van Frankrijk, beschermheer was Henry I, prins van Condé (Henri de Bourbon-Condé, 1552-1588). De hugenoten creëerden een soort federatieve republiek waarin elke provincie grotendeels autonoom was.

advertentie

Henry I, prins van CondéFoto: Publiek domein

1598: Henry IV stemt in met het Edict van Nantes, dat de protestanten onder zekere voorwaarden gedoogd om hun erediensten te houden en weer alle beroepen mochten uitoefenen.

1599: Start met het op grote schaal aanplanten van witte moerbeibomen, waarvan de bladeren het enige voedsel zijn van de zijderups, die gekweekt worden ten behoeve van de zijdeindustrie. De zijdeindustrie zou zeer belangrijk worden voor de economie van de Cevennen.

Zeventiende eeuw

De Cévenols en de Caussenards (leefden in de heuvels) leefden ver verwijderd van de economisch belangrijke gebieden van Frankrijk en hielde zich bezig met zelfvoorzienende landbouw, kastanjes en wat vee. Vooral in de winter hielden ze zich bezig met het maken van kleine wollen handdoekjes, 'cadis' genaamd.

Hoewel er niet zoveel winst op zat, werd het wel een belangrijke industriële bezigheid voor de streek.

Zo werd maar een tiende van de wol in de streek zelf gefabriceerd, de rest werd geïmporteerd. De doekjes werden verkocht aan landen als Zwitserland, Duitsland, Italië en Malta. In het centrale gedeelte van de Cevennen was de wolindustrie lange tijd zelfs belangrijker voor de economie dan de zijdeindustrie.

1600: jezuïeten vestigden zich in Aubenas, het begin van een katholieke poging om het verloren terrein in de Cevennen weer terug te winnen.

1612: Oprichting van de synodische provincie Cevennen.

1627: De meest belangrijke periode van de strijd tegen de 'Cause' van de hugenoten in de Cevennen, werd geëntameerd door koning Lodewijk XIII, 'le Juste' of de 'Rechtvaardige' en dan vooral zijn eerste minister, de kardinaal Richelieu. De strijd ging vooral tussen de beroemde protestant en oorlogsstrateeg Henri II de Rohan en de koninklijke troepen, de zogenaamde 'dragons noire'. Na dertien maanden kwam er op 27 september 1629 een einde aan de hugenotenopstanden door het Verdrag van Alais. De hugenoten verloren hun grondgebied en hun politieke en militaire verworvenheden, maar behielden wel hun geloofsrechten die in het Edict van Nantes waren vastgelegd.

advertentie

Hendrik II 'duc' de RohanAfbeelding: Publiek domein

ca. 1660: opening van de eerste zijdespin-molens en fabrieken in onder andere Anduze, Alais (nu: Alès) en Ganges.

1683: Protestanten van Saint-Hippolyte-du-Fort houden een mis in een vernielde kerk; de eerste openlijke weerstand van Franse calvinisten tegen Lodewijk XIV.

Oktober 1685: Herroeping van het Edict van Nantes; enkele weken daarna vinden alweer de eerste verboden protestantse samenkomsten plaats. De economie in de cevennen draait goed, maar wordt verpest door het lijden en de vervolging van de protestantse bevolking.

1687: Oprichting van het katholieke diocees Alais (nu Alès) om de bekeerlingen of 'nieuw-geborenen' op te vangen.

1696: Nieuwe beroepen ontstaan door de economische voorspoed, ook in de meer afgelegen streken: bakker, metselaar en klompenmaker. De economie van de Cevennen werkt in deze tijd ook nauw samen met onder andere de Rhône-vallei en Zuid-Frankrijk. Dit verklaart ook het grote aantal markten die gehouden worden, waarvan de grootste die van Barre des Cévennes is.

24 juli 1702: De priester François de Langlade du Chayla of Abbé du Chayla, twee andere priesters en een katholieke familie uit Dévèze worden vermoord en dat is het begin van de Camisarden-oorlog. Camisard is de Franse naam voor de protestantse opstandelingen met hun lange blouse of 'camise'.

advertentie

François de Langlade de ChaylaAfbeelding: Publiek domein

1709: Strenge winter met grote hongersnood in Noord-Lozère. In het zuiden zorgden de kastanjebomen voor genoeg voedsel.

De pest slaat weer ongenadig toe: tussen 1722 en 1724 sterven ca. 30.000 mesnen in de Gévaudan en de bevolking van Marseille werd gehalveerd.

1735: Start katoenindustrie in Aubenas.

1750: Om de zijdeteelt te bevorderen komt er koninklijke financiële steun voor het planten van nog meer moerbeibomen.

1787: Het Edict van Versailles, beter bekend als het Edict van Tolerantie, was een door koning Lodewijk XVI op 7 november 1787 ondertekende wet die niet-katholieken het recht gaf om openlijk hun godsdienst te praktiseren en men mocht nu bijvoorbeeld ook trouwen zonder de verplichtig om over te stappen op het katholieke geloof. Het Edict van Versailles zorgde nog niet meteen voor vrijheid van godsdienst in geheel Frankrijk, het was eigenlijk een stilzwijgende acceptatie, maar maakte wel een officieel einde aan de godsdienstvervolgingen in Frankrijk.

Tekst Édit de Tolérance, ondertekend door Lodewijk XVIAfbeelding: Publiek domein

1788: Grootste oogst van moerbeiboombladeren tot het midden van de 19e eeuw.

1790-1792: Drie zogenaamde 'Camp de Jalès' (Jalès is een vlakte in het zuidoosten van het Centraal Massief tussen Gard en de Ardèche), waarbij revolutionaire edelen, religieuzen en katholieke boeren in de eerste jaren van de Franse Revolutie ten strijde trokken tegen royalisten. Tijdens de derde '''Camp' in 1792 werd graaf en Frans generaal François-Louis de Saillans (1741-1792) gevangen genomen en gedood.

François-Louis de JaillansAfbeelding: Publiek domein

1793-1815: De Franse revolutionaire en Napoleontische Oorlogen (ook wel Coalitieoorlogen of Franse Oorlogen) waren zeven grote en wat kleinere oorlogen van Europese mogendheden tegen het revolutionaire Frankrijk en na 1799 tegen het Frankrijk van Napoleon. Deze oorlogen kostten veel bewoners van de Cevennen het leven.

Negentiende eeuw

1820: Economische voorspoed van de middenklasse geeft een boost voor de zijde-industrie.

1825: Oprichting mijnbedrijf, smederijen en gieterijen in Alès.

1833: Paulin Talabot (1799-1885), een trein- en kanaalingenieur, verenigde alle mijnconcessies van La Grand-Combe in de 'Compagnie des Mines de la Grand'Combe et des Chemins de fer du Gard'. Het plan was om een spoorweg te bouwen om kolen te vervoeren van de mijnen van La Grand-Combe naar Nîmes aan de Franse zuidkust.

Paulin TalabotAfbeelding: Publiek domein

1840-1845: De ziekte 'La prébine' treft de zijderups.

1845: Spoorweg van ca. 100 km tussen La Grand-Combe en Beaucaire wordt in gebruik genomen.

1846-1896: De bevolking van het mijngebied verdriedubbelde.

1850: De zijderupsziekte 'La pébrine' nam epidemische vormen aan en richtte een ravage aan in de zijde-industrie.

2 december 1851: Zelfcoup van Lodewijk Napoleon Bonaparte, van 1848 tot 1852 president van de Franse Republiek en neef van Napoleon I Bonaparte; hij ontbond het parlement, waarna veel revolutionairen hem de rug toekeerden. In 1852 werd na een volksraadpleging het Tweede Keizerrijk of 'La Seconde Empire' uitgeroepen. Bijna het gehele Franse volk stemde voor Napoleon als erfelijk keizer en dat bleef hij als Napoleon III tot 1870. De zelfcoup in 1851 werd ondersteund door veel protestanten uit de Cevennen.

1864: Uitvinding van het weefgetouw, belangrijk voor de productie van zijden sokken.

1865: Louis Pasteur, beroemd Frans scheikundige en bioloog, reist af naar Alès om de zijdewormziekte te onderzoeken. In 1868 ontdekt hij de oorzaak van de zijdeworm-ziekte en ontwikkelt een potentiële remedie.

Tussen 1856 en 1914 loopt het aantal inwoners van de Lozère-Cevennen met 39% terug door twee zijdeworm-crises en sinds 1860 de inktziekte, die in twee of drie jaar tijd een kastanjeboom kan doden. In de lagere Cevennen heeft de wijnbouw, als vervanging van de banen in de zijde-industrie, ernstig te lijden onder een nieuwe ziekte: druifluis (Daktulosphaira vitifoliae), een bladluizensoort uit de Phylloxeridae-familie.

Tussen 1861 en 1911 zorgde de toegenomen mijnbouwactiviteiten voor een toename van de bevolking van Grand Combe, van 7.700 naar 11.500 inwoners. In Alès arriveren ca. 8.000 nieuwe inwoners. De mijnbouwbedrijven domineren het hele leven in de regio wat betreft huizen, kleding, medische voorzieningen, opleidingen, kerkgebouwen.

1870: De inktziekte (la maladie de l'encre) neemt zeer serieuze vormen aan, vele bomen sterven en worden in de lagere Cevennen vervangen door grove dennen en zeedennen. De kastanjeteelt werd vervangen door de teelt van onder andere granen en wijnranken. In de plaats Sumène werden van het kastanjehout vaten gemaakt.

Door inktziekte aangetaste kastanjeboomFoto: Lycyin CC 3.0 no changes made

1873: Bouw van de Marquarès-tunnel in de buurt van St. André de Valborgne, die de Gardon- en Tarnon-vallei met elkaar verbindt.

1874: Realisatie van een spoorweglijn tussen Vigan en Lunel via St. Hyppolite Dufort.

1880: Naast de zijdewormziektes wordt de zijde-industrie ook sterk bedreigd door het goedkope zijde uit het Verre Oosten. Gelukkig verdriedubbelde het aantal banen in de mijnbouw en zorgde voor veel werkgelegenheid: In Grand Combe 5000 extra banen, In Alès/Bessèges 3000 extra metaalbewerkers en 13.000 mijnwerkers.

1881-1882: Eerste belangrijke stakingen in het mijnbouwgebied.

1890/1891/1900/1907: zware herfstregens zorgen voor grote overstromingen, de zogenaamde 'Gardonnades'.

Twintigste eeuw

1906: In de reisgids 'JOANNE', voorloper van de Blue Guide, worden de Cevennen voor het eerst als toeristische bestemming genoemd.

1906: Spoorlijn Anduze naar St. Jean du Gard wordt in gebruik genomen.

1907-1916; Aanleg van de spoorlijn Florac naar Sainte Cécile d'Andorge

1 augustus 1914: Begin van de Eerste Wereldoorlog; het vertrek van de soldaten zorgt voor een leegloop in de dorpen van de Cevennen. Van het kanton St. Germain de Calberte sterft 225 van de daarvan afkomstige soldaten. Intussen verrichten de vrouwen veelal het werk op het land, zoals bij protestantse families al vaak het geval was.

Tussen 1911 en 1921 is het economisch zeer slecht gesteld in de cevennen. er vindt een grote uittocht plaats van mensen die werk zoeken, ca. 20% van de mannen en 25% van de vrouwen tussen 20 en 40 jaar vertrekt naar andere regio's.

1943-1944: De (protestantse) bevolking speelde een belangrijke rol in de Tweede wereldoorlog. Zelf lange tijd veel te lijden gehad onder godsdienstvervolgingen, werden er veel joden in de Cevennen geholpen met onderduiken, met name in de plaats Le Chambon-sur-Lignon.

1958: Na het verwoestende werk van verschillende overstromingen wordt besloten in de buurt van St. Cécile d'Andorge en Camboux stuwdammen te bouwen. De Romeinse brug in St. Jean du Gard loopt grote schade op.

1959: De oprichting van de Coopérative Laitière de Pelardon des Cevennes en Vallee Français, een geitenkaas- coöperatie, waaruit bleek dat de landbouwsector zich definitief een plaats wilde vestigen in de economie van de Cevennen en de productie wilde vergroten.

Door de slechte verkoopresultaten stopten de ondergrondse mijnen met het oogsten van half- en kwartvette kolen en sloten hun deuren.

1965: Sluiting van de laatste zijdespinnerij, opening van de nieuwe industriële zone Clavières-Groupillac nabij de stad Alès.

1970: Opening van het nationale park Cevennen

Parc National des CévennesFoto: Lisa Estival CC 4.0 Internationaal no changes made

1975: Opstarten van zijdewormboerderijen met behulp van aangeplante Japanse moerbeibomen in het zuidelijke deel van de Cevennen.

Eenentwintigste eeuw

Op 14 december 2018 werd de nieuwe Economische, Sociale en Culturele Raad (CESC = Conseil Économique, Social et Culturel) van het Nationaal Park Cévennes geïnstalleerd. Bij deze gelegenheid werd Philippe Galzin verkozen aan het hoofd van dit overlegorgaan.

Zie verder ook de geschiedenis van Frankrijk op Landenweb.

CEVENNEN LINKS

Advertenties
• Cevennen Hotels
• Frankrijk Tui Reizer
• Hotels Trivago
• ANWB vakantie boeken Cevennen
• Auto huren in Frankrijk
• Reisgidsen en kaarten Cevennen

Nuttige links

Cevennen Startnederland (N+E)

Bronnen

BBC - Country Profiles

CIA - World Factbook

Forst, Bettina / Cevennen-Ardèche : met Grands Causses, Aigoual-Massiv en Mont Lozère : 50 wandelingen tussen Centraal Massief en Rhônedal

Graaf, Gjelt de / Languedoc, Rousillion : Cevennen, Tarn

ANWB

Pijnenburg, Hans / Languedoc, Cevennen en Tarn

Gottmer/Becht

Wikipedia

www.landenweb.nl/frankrijk

laatst bijgewerkt november 2024
Samensteller: Arie Verrijp / Geert Willems