CAMBODJA
Geschiedenis
Geschiedenis
To read about CAMBODIA in English - click here
Bouw je eigen Cambodja Rondreis |
Steden CAMBODJA
Phnom-penh |
Geschiedenis
Oudheid
advertentie |
Bijlen uit Samrong SenFoto: Didier Descouens CC 4.0 International no changes made
Over de allervroegste geschiedenis van Cambodja is maar weinig bekend door het ontbreken van betrouwbaar historisch materiaal. Schriftelijke bronnen zijn allemaal verdwenen, alleen inscripties en afbeeldingen op tempels worden als historische bronnen gebruikt.
Archeologisch onderzoek heeft in ieder geval wel aangetoond dat het huidige Cambodja 6000 jaar geleden al bewoond werd, al is de vraag wie dat dan waren, nog steeds niet beantwoord.
Een belangrijke archeologische vindplaats uit deze periode zijn de grotten van Laang Spean, waar jagers en verzamelaars woonden. De pottenbakmethode uit die tijd wordt nu nog steeds gebruikt.
Een andere belangrijke vindplaats van archeologisch materiaal is Samrong Sen. Ca. 3500 jaar geleden leefden de bewoners van deze nederzetting van de zwerflandbouw en gebruikten dieren om het land te bewerken. Ca. 2500 jaar geleden, in de ijzertijd, maakte men landbouwwerktuigen en woonde in houten en bamboehuizen op palen. Men leefde toen, net als nu nog, vooral van natte rijstbouw en visvangst.
Funan- en Chenla-rijk
advertentie |
Cambodja FunanFoto: Publiek domein
Tussen de 1e en 8e eeuw n.Chr. ontstonden de eerste Cambodjaanse koninkrijken, duidelijk beïnvloed door India en naar Cambodja gebracht via handelaren. Zo was het schrift gebaseerd op het Sanskriet en werden hindoeïsme, boeddhisme en het kastensysteem overgenomen.
Weinig betrouwbare Chinese bronnen maken melding van het rijk van Funan uit de 3e eeuw. Dit rijk zou het zuidoostelijk deel van het huidige Cambodja en de delta van de Mekong omvat hebben. Het strategisch gelegen rijk zou gesticht zijn door de Zuid-Chinese Mon-Khmer. Men vermoedt dat Cambodja in die tijd bestond uit een losse federatie van elkaar bestrijdende rijkjes, waarvan Funan een van de belangrijkste was. Rond de 5e eeuw bereikte het rijk van Funan haar hoogtepunt, maar daarna trad het verval in door burgeroorlogen.
Eind 6e eeuw werd Funan definitief van de kaart geveegd door de vazalstaat Chenla en startte de pre-Angkorperiode, die tot 802 duurde. Ook Chenla, gesticht door Bhavavarman I, breidde zich snel uit, maar viel door een familiestrijd in het begin van de 8e eeuw in twee stukken uit elkaar. Vanuit het zuiden van Laos ging men verder als Chenla Land, vanuit het zuidoosten van Cambodja ging Chenla Water verder. Chenla Water kreeg niet lang daarna te maken met de Javaanse Sailendra-dynastie.
Het Rijk van Angkor (802-1432)
advertentie |
Angkor Wat CambodjaFoto: Mark Fischer CC 2.0 Generic no changes made
Begin 9e eeuw keerde een in Java opgevoede Khmer-prins terug naar Chenla Water en maakte zich los van de Sailendra-dynastie. De gebieden die door de Khmer waren bewoond, werden door hem onafhankelijk verklaard en hij liet zichzelf tot ‘devaraja’ kronen, de goddelijke koning Jayavarman II. Hij zou de grondlegger worden van een van de machtigste Zuidoost-Aziatische rijken ooit, het Rijk van Angkor, dat 600 jaar zou duren. Hij noemde dit rijk Kambujadesa, later verbasterd tot Cambodja en Kampuchea. Jayavarman verplaatste de hoofdstad uiteindelijk naar Hariharalaya, het tegenwoordige Roluos. Kenmerkend voor het Angkor-rijk waren de prachtige tempels en het uitgekiende irrigatiesysteem. Onder koning Indravarman I werd de hoofdstad Angkor, ook wel Jasodharapura genoemd. Perioden van eenheid en groei werden afgewisseld met perioden van verdeeldheid en achteruitgang. In het begin van de 11e eeuw werd het verdeelde rijk door Suryavarman I weer herenigd en uitgebreid met grote delen van Laos en Thailand.
Onder zijn opvolger Suryavarman II beleefde Cambodja een gouden periode. Hij veroverde het rijk van Champa in het zuiden van Vietnam en knoopte betrekkingen met China aan. Hij liet tevens Angkor Wat bouwen, een van de grootste religieuze bouwwerken ter wereld. Dit kostte echter zoveel geld dat er weinig geld overbleef voor het leger. Champa maakte hier weer gretig gebruik van en veroverde de hoofdstad Angkor in 1177; koning Suryavarman II werd vermoord. Pas onder Jayavarman VII (1181-1219), de laatste grote koning van Angkor, werden de Cham verdreven. Geïnspireerd door dit succes ging hij door en breidde zijn rijk uit tot ongekende grootte. Het Khmer-rijk omvatte in die tijd het huidige Thailand, Laos, en delen van Birma, Vietnam en Maleisië. Onder deze koning werd het boeddhisme ingevoerd als staatsfilosofie.
Na de dood van Jayavarman VII viel het rijk al snel ten prooi aan machtige staten in de buurlanden. Sociaal-economische, militaire en religieuze factoren speelden hierin een belangrijke rol, maar door de geweldige bouwactiviteiten waren er ook te weinig boeren om het land te bewerken. Het boeddhisme zorgde er verder voor dat er meer gemediteerd werd dan gewerkt, met hongersnood als gevolg.
Halverwege de 14e eeuw vielen Thaise koninkrijken (Sukhotai) Angkor binnen, en in 1431 werd de hoofdstad definitief ingenomen. De laatste koning, Ponhea Yat, verliet Angkor en vertrok naar Phnom Penh en daarmee kwam er een einde aan zes eeuwen Cambodjaanse suprematie. In het begin van de 15de eeuw werd de door de Thai bedreigde hoofdstad verlaten: de koningen van Cambodja vestigden zich in Phnom Penh.
Periode tot de Franse koloniale tijd
advertentie |
Cambodja Lovek Kaart 17e EeuwFoto: Publiek domein
De periode tot de Franse koloniale tijd was er een van stilstand op velerlei gebied. Wel kwam Cambodja steeds meer in contact met de buitenwereld doordat het op een belangrijk handelsknooppunt van rivieren lag, waaronder de Mekong. Men wist hier echter niet van te profiteren door een zwak gezag en diverse oorlogen met Thailand.
In de zestiende eeuw werd Thailand voortdurend aangevallen door Birma en hier profiteerde koning Ang Chan van. Hij heroverde het westen van Cambodja op de Thai en verplaatste de hoofdstad Phnom Penh naar Lovek.
In de tweede helft van de 16e eeuw, onder koning Satha, trokken Portugese missionarissen Cambodja binnen. De Cambodjanen hoopten dat zij door de Portugezen geholpen zouden worden tegen de Thaise bezetters, maar dat viel tegen. In 1594 werd Lovek weer door de Thai ingenomen, die een stroman op de troon zetten.
Hierna begon de periode van de ‘donkere eeuwen’, waarin Cambodja in de vuurlinie lag tussen de twee machtige buurlanden Thailand en Vietnam. De zwakke Cambodjaanse koningen zochten dan weer bescherming bij Thailand, en dan weer bij Vietnam. In 1620 was het weer zover: koning Chey Chettha maakte zich los van Thailand en zocht bescherming bij Vietnam. Ook werd de hoofdstad weer eens verplaatst, nu naar Udong, gelegen ten noordwesten van Phnom Penh.
In 1779 trad koning Ang Eng aan, de grondlegger van het huidige koningshuis en een van de voorvaderen van de huidige koning Norodom Sihanouk. Maar onder zijn bewind kregen de Thai steeds meer grip op Cambodja en enkele Cambodjaanse provincies werden bezet. Tegelijkertijd veroverden de Vietnamezen de Mekong-delta, waardoor Cambodja de vrije doorgang naar zee verloor.
Cambodja wordt Franse kolonie
advertentie |
Frans Indochina Kaart 1886Foto: Publiek domein
Vanaf halverwege de 19e eeuw werd de invloed van de Fransen goed merkbaar in Indo-China of Cochin-China. Kort na de kroning van Norodom in 1864 stond hij de provincies Siem Reap, Sisophon en Battambang aan Thailand af in een verdrag dat in 1867 door Napoleon III van Frankrijk werd geratificeerd.
Op 17 april 1864 ondertekende Norodom een verdrag met de Fransen, waarbij Cambodja een Frans protectoraat werd. Hiermee probeerde Norodom een einde te maken aan de overheersing van de Thai en de Vietnamezen. De Cambodjanen schoten hier echter niet zo heel veel mee op, want in 1884 werd het land een kolonie van Frankrijk en bestuurd door een Franse ‘resident superieur’. Het door Frankrijk getolereerde binnenlands bestuur stelde bitter weinig voor en alle economische winsten verdwenen in de zakken van de Fransen. In 1887 trad Cambodja toe tot de Unie van Indo-China, samen met Vietnam en Laos.
Na de dood van Norodom in 1904 bestegen een tweetal schertsfiguren de troon, eerst de halfbroer van Norodom, Sisowath, en daarna koning Monivong (1927-1941). In 1907 sloot Frankrijk met Thailand een verdrag op grond waarvan Siem Reap, Battambang en Sisophon weer tot Khmergebied werden verklaard. Opmerkelijk was dat er geen enkele nationalistische activiteit te bespeuren was in Cambodja. Dit werd echter volkomen geregisseerd door de Fransen, die de bevolking het idee gaven dat de koning het voor het zeggen had en men dus volkomen onafhankelijk was van de Fransen.
Dit veranderde echter tijdens de Tweede Wereldoorlog. De pionier van de eerste nationalistische beweging was Son Ngoc Thanh, een fervent aanhanger van een van de boeddhistische scholen. In 1937 richtte hij het blad Nagaravatha op, waarin hij opkwam voor meer zelfstandigheid ten aanzien van Frankrijk en kreeg daarbij heimelijke steun van de Japanners.
Na de dood van koning Monivong in 1941 werd door de Fransen zijn 19 jaar jonge kleinzoon Norodom Sihanouk naar voren geschoven. Hoewel onervaren eiste hij meteen de onafhankelijkheid van Cambodja op. Dit leek in maart 1945 te gaan lukken toen de Japanners het Franse koloniale bestuur afzetten en vervingen door een regering onder leiding van Sihanouk. Toen de Japanners echter capituleerden wilden de Fransen op de oude voet verder gaan, zeer tot ongenoegen Sihanouk en de Cambodjaanse elite. Er volgden steeds heviger protesten tegen de koloniale aanwezigheid van de Fransen in Cambodja en er ontstond onvermijdelijk een nationalistische beweging, de Khmer Issarak, de ‘Vrije Khmer’. De Fransen antwoordden daarop met het nog verder beperken van de macht van Sihanouk. Toch kwam men enigszins tegemoet aan de wens van de Cambodjanen door in 1946 het land de status van autonome natie binnen de Franse Unie te geven.
In 1952 pleegde Sihanouk een zogenaamde koninklijke coup. Hij schortte de grondwet op, benoemde zichzelf tot regeringsleider en ontbond het parlement. Daarna probeerde hij in de hele wereld steun te krijgen voor zijn gedurfde initiatief. Deze ‘publiciteitsstunt’ was echter zeer effectief want op 9 november 1953 droeg de Franse regering de soevereiniteit over aan de Cambodjaanse regering en werd Norodom Sihanouk staatshoofd.
Het tijdperk Sihanouk
advertentie |
Norodom Sihanouk CambodjaFoto: Rob C. Croes / Anefo in het publieke domein
In maart 1955 nam Sihanouk een op het eerste gezicht merkwaardige beslissing. Hij trad af als koning ten gunste van zijn vader Norodom Suramarit. De bedoeling hierachter was dat hij nu de handen vrij had om zich met de politiek te bemoeien. Hij stichtte een politieke partij, de Socialistische Volksbeweging (Sangkum Reastr Niyum), die tot 1966 alle zetels in het parlement innam. Dat verkiezingen nooit eerlijk verliepen nam de bevolking voor lief, en door de populariteit van Sihanouk werd die corruptie gelaten geaccepteerd.
Wat de buitenlandse politiek betrof hield hij een neutrale koers aan en waaide met alle winden mee, maar in 1963 volgde er een koerswijziging. De Verenigde Staten knoopten vriendschappelijke banden aan met Zuid-Vietnam en Thailand, van oudsher vijanden van Cambodja. Vanaf die tijd weigerde Sihanouk nog langer hulp van de Amerikanen te aanvaarden en schortte zelfs alle diplomatieke betrekkingen op. In 1966 trok Sihanouk zijn land als het ware de Indo-Chinese oorlog in. Hij gaf de Noord-Vietnamezen toestemming om over Cambodjaans grondgebied de Ho Chi Minh-route te gebruiken richting Zuid-Vietnam. In 1969 brak de hel los boven het oosten van Cambodja: Amerikaanse bommenwerpers wierpen meer dan een half miljoen ton bommen af boven het gebied. Dit kostte honderdduizenden Cambodjanen het leven en er kwam bovendien een grote vluchtelingenstroom op gang. Pas in 1973 stopten de aanvallen van de Amerikanen.
In de binnenlandse politiek kreeg Sihanouk het ook zwaar te verduren. Zowel linkse intellectuelen als de stedelijke middenklasse keerden zich tegen hem.
De in 1969 premier geworden generaal Lon Nol was medeverantwoordelijk voor de staatsgreep van 18 maart 1970 waarbij Sihanouk, die op dat moment in het buitenland verbleef, werd afgezet. Op 5 oktober 1970 werd in Cambodja de republiek uitgeroepen en Lon Nol bleef premier tot hij in maart 1972 staatshoofd werd.
Opkomst Rode Khmer
advertentie |
Rhode Khmer Vlag CambodjaFoto: Publiek domein
Onmiddellijk na het aantreden van Lon Nol kwam het verzet op gang, met name door de Rode Khmer, die in hun guerrilla-activiteiten werden gesteund door onder andere Noord-Vietnam. Lon Nol werd gesteund door Zuid-Vietnam en de Amerikaanse luchtmacht, maar hij wist de strijd tegen de guerrilla’s niet te winnen.
Begin april 1975 ging hij in ballingschap enkele weken later rukte de Rode Khmer Phnom Penh binnen. Ze erkenden Sihanouk als staatshoofd, maar die trad een jaar later al af. Hij werd opgevolgd door Khieu Samphan met als premier Pol Pot (eigenlijke naam Saloth Sar). Binnen de Rode Khmer ontstonden drie verschillende stromingen, waarvan de radicale Pol Pot de twee andere groepen in 1976 wist uit te roeien.
Het radicale karakter van de groep Pol Pot kwam tot uiting in het afschaffen van privé-eigendom en een gedwongen collectivisatie op economisch en sociaal gebied. Ook wilde ze nationalistische delen van Thailand, Laos en Vietnam wilden veroveren.
Het bewind van Pol Pot
advertentie |
Pol Pot en Nicolae CeaucescuFoto: Publiek domein
Op 5 januari 1976 kreeg het land officieel de naam Democratisch Kampuchea en tot 1978 was het volkomen in zichzelf gekeerd. Pol Pot zorgde voor zeer ingrijpende politieke en sociale maatregelen. Zo werden miljoenen inwoners uit de hoofdstad Phnom Penh gedwongen om naar het platteland te verhuizen. Van de drie miljoen mensen die de hoofdstad in 1975 bewoonden, waren er in januari 1979 nog maar 23.000 over! De meeste van deze mensen waren boeren die tijdens de bombardementen van de Amerikanen naar Phnom Penh gevlucht waren. Ook ander steden werden ontvolkt om te gaan werken op het platteland.
Bovendien heerste er hongersnood, braken er ziektes uit en liepen de politieke en maatschappelijke hervormingen uit op massa-executies. In 1978 vluchtten veel Cambodjanen naar Vietnam en Thailand, maar ook het verzet tegen Pol Pot stak de kop op.
In december 1978 begon de invasie in Cambodja door het FUNSK, gesteund door Vietnamese troepen. Op 7 jan. 1979 waren Phnom Penh en de belangrijke havenstad Kompong Som veroverd en op 11 januari 1979 werd de Volksrepubliek Kampuchea uitgeroepen. Er werd een regering gevormd onder leiding van Heng Samrin, die in september 1979 door nog slechts 31, veelal communistische, staten, erkend. De Verenigde Naties bleven achter de Pol Pot-regering in ballingschap staan als de wettige representant van het Cambodjaanse volk.
In augustus 1979 werd ex-premier Pol Pot en bij verstek ter dood veroordeeld door een revolutionaire volksrechtbank in Phnom Penh. Ook binnenslands bleef de regering Heng Samrin op verzet stuiten. De Rode-Khmertroepen van Pol Pot) zetten vanuit de noordelijke grensprovincies de guerrilla verder.
Daarnaast opereerden er begin 1980 nog guerrillagroeperingen die zich zowel tegen de restanten van het Pol Pot-regime keerden als tegen de regering van Heng Samrin. Onderhandelingen tussen de strijdende partijen werden op aandringen van met name de ASEAN-lidstaten georganiseerd, omdat bezetting van Cambodja door Vietnam als een bedreiging voor de vrede en stabiliteit in de regio werd ervaren.
Jaren tachtig en negentig van de 20e eeuw
Hun Sen CambodjaFoto: World Economic Forum CC 2.0 Generic no changes made
De coalitieregering (in ballingschap), bestaande uit het Khmer People's National Liberation Front (KPNLF), de Sihanoukisten en de Rode Khmer onder leiding van Khieu Samphan, werd door China, de Verenigde Naties en het Westen als de legitieme regering gezien. In april 1989 kondigde premier Hun Sen aan dat de Vietnamese troepen zich vóór september 1989 uit Cambodja zouden terugtrekken. In mei 1989 werd de officiële naam in Cambodja veranderd en werd ook de vlag veranderd.
Na de terugtrekking van de troepen werden verkiezingen beloofd, tegelijkertijd namen de guerrilla-activiteiten in het land toe. Na het mislukken van de internationale vredesconferenties in 1990 begon een moeizaam onderhandelingsproces tussen de Cambodjaanse verzetsgroepen en de nog door Vietnam geïnstalleerde regering. Uiteindelijk keerde prins Norodom Sihanouk in november 1991 terug, nadat op 23 oktober de strijdende partijen onder toezicht van de VN-Veiligheidsraad het vredesakkoord tekenden, dat de weg vrijmaakte voor de komst van internationale troepen, de UN Transitional Authority in Cambodia (UNTAC). Deze troepen moesten toezicht houden op het staakt-het-vuren, de vier strijdende partijen deels ontwapenen en het zodoende mogelijk maken dat vrije verkiezingen gehouden konden worden.
De vier partijen vormden samen met de UNTAC een overgangsregering, de Opperste Nationale Raad (ONR). De Rode Khmer onder leiding van Khieu Sampan trok in april 1993 al haar vertegenwoordigers terug uit Phnom Penh, waar zij sinds eind 1991 deelnamen aan overleg en regering. De in mei 1993 gehouden vrije verkiezingen werden gewonnen door het Verenigd Nationaal Front voor een Onafhankelijk, Neutraal, Vredelievend en Samenwerkend Cambodja (Funcinpec).
Opmerkelijk was dat de Rode Khmer had de verkiezingen niet verstoord, maar de voortgang van het vredesproces werd ernstig in gevaar gebracht door de weigering van Democratisch Kampuchea (DK, oftewel de Rode Khmer) om de wapens in te leveren en de kiezers te laten registreren in districten die onder haar gezag stonden. Begin 1994 braken er dan ook gevechten uit tussen het regeringsleger en de Rode Khmer en pogingen van Sihanouk om de Rode Khmer aan de onderhandelingstafel te krijgen haalden niets uit.
Deze problematiek had zijn weerslag op de ontwikkeling van de economie, terwijl machtsmisbruik, corruptie en terreur van de Rode Khmer zorgden voor veel ellende.
In het najaar van 1996 kwam het tot een breuk binnen de Rode Khmer, na een geschil tussen de eerder doodgewaande leider Pol Pot en diens zwager Ieng Sary. In juni 1997 pleegde de tweede premier Hun Sen een succesvolle staatsgreep. Eerste premier Novodom Ranariddh, die in Thailand verbleef, werd van al zijn functies ontheven en in maart 1998 bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens wapensmokkel en tot dertig jaar wegens collaboratie met de Rode Khmer. Niet lang daarna werd hem echter door zijn vader, koning Sihanouk, gratie verleend. Hierdoor konden de door de internationale gemeenschap bepleite parlementsverkiezingen doorgaan. Deze parlementsverkiezingen van 26 juli 1998 werden gewonnen door Hun Sen's Cambodjaanse Volkspartij met 41,4% van de stemmen en als goede tweede de door Ranarridh geleide Funcinpec met 31,5% van de stemmen. Met de uitslag van de redelijk eerlijk verlopen verkiezingen en de vorming van een wankele coalitieregering op 30 november in de internationale gemeenschap hoopte Cambodja's sterke man Hun Sen weer opgenomen te worden in de internationale gemeenschap. Helaas voor Cambodja hadden noch de ASEAN, noch de VN hier veel zin in, met als gevolg dat buitenlandse investeringen uitbleven.
Belangrijke Rode Khmer-leiders als Khieu Samphan en Nuon Chea, gaven zich in december 1999 over. De overgebleven Rode Khmer legden de wapens neer en erkenden het wettig gezag van Hun Sen. Er kwamen steeds meer bewijzen dat Pol Pot op 15 april 1998 zelfmoord had gepleegd. In april werd Cambodja officieel toegelaten tot de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN) en de financiële steun van het IMF en de Wereldbank werd eind 1999 weer hervat.
21e eeuw
Tuol Sleng martelcentrum CambodjaFoto: Adam Carr CC 3.0 Unported no changes made
In 2000 werd er na lang aandringen van de VN, door Hun Sen ingestemd met instelling van een Buitengewoon Tribunaal voor de Berechting van Misdaden tijdens het Rode Khmer-bewind van Pol Pot in de periode 1975-1979. ook de rol van de Verneigde Staten en de hele internationale gemeenschap zou bekeken moeten worden, maar dat was natuurlijk en brug te ver. Met de latere Amerikaanse presidentskandidaat senator John Kerry werd er toen een compromis gesloten, waarin overeengekomen werd dat alléén de voormalige Rode Khmer-leiders berecht zouden worden. Uiteindelijk bleven de belangrijkste Rode Khmer-leiders echter in vrijheid en keerden zelfs terug in de politiek.
Duidelijk werd hoeveel steun het verderfelijke regime van Pol Pot van de Verenigde Staten en China had gekregen, in totaal ging het om honderden miljoenen dollars. Eind mei 2000 werd de regering beloond voor de oprichting van het tribunaal. Op de jaarlijkse donorconferentie in Parijs werd Cambodja 548 miljoen dollar hulp beloofd.
Op 26 november 2000 kwam het in Phnom Penh tot een bloedige botsing tussen de rechtse beweging, Cambodja Vrijheid Vechters, beter bekend als de Khmer Serei of Vrije Khmer-beweging, en leger en politie; acht mensen kwamen om het leven en veertien mensen raakten gewond. De Vrije Khmer verweet Hun Sen een laks beleid inzake omstreden grenskwesties en de ongeveer 100.000 in Cambodja levende Vietnamezen waren hun een doorn in het oog.
Cambodja werd dit jaar ook getroffen door ernstige overstromingen. Er vonden 173 mensen de dood en de schade aan de landbouw en de infrastructuur werd geschat op 50 miljoen dollar.
Van de belangrijkste zes Rode Khmer-leiders zaten in 2001 alleen Kang Kek Iev, beter bekend als Deuch en hoofd van het martelcentrum Tuol Sleng, en Ta Mok, een berucht generaal van de Rode Khmer, gevangen. De anderen, Nuon Chea, Pol Pots tweede man, Khieu Sampan, voormalig premier, Ieng Sary en Ke Pauk, een regionaal leider, waren nog steeds op vrije voeten. De kans op vrijspraak door het tribunaal werd klein geacht.
China oefende achter de schermen grote politieke en economische druk uit om de eerste zitting van de rechtbank te verdagen. President Jiang Zemin, en de tweede man in de Chinese Communistische Partij, Li Peng maakten duidelijk dat China geen gehoor zou geven aan de eis van de Verenigde Staten om een dergelijk tribunaal in te stellen. Ook wilde Peking niet dat de kwestie van de mensenrechten in Cambodja op de agenda geplaatst zou worden.
Tijdens een bijeenkomst in Tokio, op 13 juni, zegde de groep van donorlanden onder leiding van de Wereldbank Cambodja US$ 615 mln voor het komende jaar toe
In augustus 2001 werden de voorverkiezingen gehouden voor de hoofden van de administratieve dorpsgemeenschappen. Opmerkelijk was dat sinds meer dan twintig jaar ex-leden van de Rode Khmer en de Cambodjaanse Volkspartij de belangrijkste posities op lokaal niveau innamen. Politiek geweld was aan de orde van de dag, vooral tegen leden van de oppositie uit de hoek van Sam Rainsy en de Sihanouk-gezinde FUNCINPEC.
Ook dit jaar weer veel problemen met het tribunaal. De regering van Hun Sen weigerde belangrijke waarborgen te garanderen op het gebied van de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit van de Cambodjaanse rechters.
Beruchte misdadigers van het Rode Khmer-regime waren nog steeds niet veroordeeld en andere belangrijke als Ieng Sary en Khieu Sampan leiden een ongestoord en comfortabel leven. Positief was dat in december van dit jaar Sam Bith, verantwoordelijk voor de moord op drie buitenlandse toeristen in 1994, werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.
Gemeenteraadsverkiezingen op 3 februari werden gewonnen door de regerende CPP. Ook nu stonden de voorbereidingen voor de verkiezingen in het teken van geweld.
De economie deed het slecht in 2002. De donorhulp daalde met 25% en de buitenlandse schuld steeg tot meer dan 3 miljard dollar. Belangrijke economische sectoren als de kledingindustrie en het toerisme groeiden niet meer en zorgden voor een sterke daling van de algemene groei. Op de ranglijst van meest corrupte landen bereikte Cambodja een van de hoogste plaatsen.
Internationaal ontstonden spanningen nadat leden van minderheidsgroeperingen uit Vietnamese grensprovincies hun toevlucht hadden gezocht in Cambodja als gevolg van de sinds begin 2001 heersende politieke onrust in de Centrale Hooglanden van Vietnam.
Twee locaties in Cambodja werden aangewezen om de overige vluchtelingen tijdelijk op te vangen met steun van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. In juni 2002 vertrokken ongeveer 900 vluchtelingen naar de Verenigde Staten waar zij politiek asiel kregen.
In 2003 ontstonden er grote problemen met Thailand tijdens de verkiezingscampagne van de parlementsverkiezingen van 27 juli 2003. Het draaide allemaal om de vermeende Thaise oorsprong van Angkor Wat. De Thaise ambassade werd in brand gestoken en Thailand verbrak tijdelijk alle banden met Cambodja. De regeringsleiders van beide landen wisten na onderling overleg erger te voorkomen.
De vrij rustig verlopen verkiezingen werden vervolgens gewonnen door de Cambodjaanse Volkspartij (CPP) met 73 van de 123 zetels. Hierdoor kon premier Hun Sen nogmaals acht jaar aan de macht blijven. Toch was er om te kunnen regeren een coalitieregering nodig, maar dat had veel voeten in de aarde. Ranariddhs FUNCINPEC en de Sam Rainsy Partij (SRP) weigerden aanvankelijk, maar onder druk van koning Sihanouk gingen beide partijleiders akkoord met een coalitieregering onder leiding van Hun Sen. Ranariddh werd beloond met het voorzitterschap van het parlement en een lid van de SRP werd vice-voorzitter.
In maart 2003 werden drie leden van het in Zuidoost-Azië actieve moslimextremistische netwerk Jema'ah Islamiyyah in Cambodja gearresteerd.
Op 11 september 2003 werd tijdens de ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het Mexicaanse Cancún besloten dat Cambodja en Nepal, als eerste arme landen, als lid konden toetreden. De SARS-epidemie die in 2003 o.a. Vietnam en China trof, had ook ernstige gevolgen voor Cambodja. De toeristenindustrie liep miljoenen dollars aan inkomsten mis waardoor de economische groei wat achterbleef bij 2002.
Norodom Sihamoni CambodjaFoto: Jeffdkennel CC 3.0 Unported no changes made
Cambodja krijgt op 23 juli een nieuwe regering, die met 171 (onder)ministers meer leden heeft dan het zittende parlement (123). De coalitiepartners CPP van Hun Sen en FUNCINPEC van Norodom Ranariddh deelden voortaan onder leiding van premier Hun Sen de macht. Koning Norodom Sihanouk deed op 6 oktober afstand van de troon en wordt opgevolgd door zijn zoon Norodom Sihamoni Van Sihamoni is bekend dat hij buiten de politiek staat.
Premier Hun Sen heeft de laatste jaren getracht politieke tegenstanders steeds verder te marginaliseren. De voornaamste oppositiepartij SRP van Sam Rainsy werd buiten spel gezet. Rainsy zelf verloor zijn parlementaire onschendbaarheid, vluchtte naar het buitenland en werd eind 2005 bij verstek veroordeeld. Nadat vooral in het laatste kwartaal van 2005 de oppositie de duimschroeven waren aangedraaid (een golf van arrestaties en de veroordeling van mensenrechtenactivisten wegens smaad), volgde begin 2006 een koerswijziging. Vier gearresteerde activisten werden vrijgelaten en aanklachten tegen hen wegens smaad werden ingetrokken. Tot ieders verrassing liet Hun Sen vervolgens de in ballingschap levende oppositieleider San Rainsy weten hun vete te zullen bijleggen. Rainsy keerde in februari 2006 terug naar Cambodja teruggekeerd en Cheam Channy, een prominent lid van de SRP, werd op vrije voeten gesteld. De parlementaire onschendbaarheid van beiden is hersteld. Prins Ranariddh nam in maart 2006 ontslag als voorzitter van het parlement, waarna hij de meeste tijd in het buitenland verbleef. Op 18 oktober 2006 stemden de leden van FUNCINPEC voor zijn afzetting als partijleider. Ranariddh werd als voorzitter van het parlement opgevolgd door Heng Samrin van de CPP. Hun Sen is bezig zijn greep op de macht te versterken, terwijl FUNCINPEC sterk aan invloed verliest. In juli 2008 claimt Hun Sen de overwinning in de parlementsverkiezingen. EU waarnemers rapporteren dat de verkiezingen niet aan de internationale standaarden hebben voldaan. In februari 2009 wordt voormalig Rode Khmer leider Duch berecht in Phnom Penh. Hij wordt in 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 35 jaar. In de jaren 2012 en 2013 zijn er spanningen aan de grens met Thailand. In juli 2013 zijn er presidentsverkiezingen. Hun Sen krijgt een nieuwe termijn van vijf jaar. In september 2013 zijn er massale protesten tegen het resultaat van de verkiezingen. De oppositie boycot de opening van het parlement. In januari 2015 is premier Hun Sen 30 jaar aan de macht. In maart 2017 wordt Ken Soka gekozen als oppositieleider en in september 2017 wordt hij beschuldigd wegens verraad. In 2018 reedt een wet in werking die belediging van de koning strafbaar stelt. In 2020 is Hun Sen 35 jaar premier, de volgende verkiezing zal in 2023 worden gehouden.
CAMBODJA LINKS
Advertenties
• Cambodja Tui Reizen
• Cambodja verre reizen van ANWB
• Hotels Trivago
• Avontuurlijke & duurzame rondreizen voor reizigers tussen de 18 en 37 jaar
• Bouw je eigen Cambodja Rondreis
• Cambodja Rondreizen
• Hotels Cambodja
• Djoser fietsreis - Vietnam & Cambodja
• Boeken, ook tweedehands, over CAMBODJA bij Bol.com
Nuttige links
Reisinformatie Cambodja (N)Reizendoejezo – Cambodja (N)
Rondreis Cambodja (N)
Rondreis door Cambodja (N)
Sem op Reis Video's over Cambodja (N)
Bronnen
Canesso, C. / Cambodia
Chelsea House Publishers
Colet, J. / Cambodia handbook
Footprint Handbooks
Green, R. / Cambodia
Lucent Books
Kleinen, J. / Cambodja
Koninklijk Instituut voor de Tropen ; Novib
Peterse, L. / Cambodja
Gottmer/Becht,
Wulf, A. / Cambodja, Laos
Het Spectrum
CIA - World Factbook
BBC - Country Profiles
laatst bijgewerkt oktober 2024Samensteller: Arie Verrijp / Geert Willems