ARDECHE
karaktervolle dorpjes
karaktervolle dorpjes
Verstild, romantisch, mystiek, geschiedkundig interessant en beneveld door de geuren van lavendel. Dat zijn de niet meer dan tweeduizend inwoners tellende dorpjes van de Ardèche met het kwaliteitslabel ‘Villages de caractère.’
Neem nu Labeaume. Het dorpje is als een brok kristal tussen ruwe rotsen. Omgeven door hoge kliffen is het een wirwar van smalle straatjes en steegjes binnen een door de natuur gevormd labyrint.
Labeaume
Het is heerlijk om in Labeaume te slenteren tussen de huizen en straten gebouwd van ronde, gladde stenen uit de rivier. Al sinds mensenheugenis stroomt aan de ene kant de Ardèche. Paarse en rode bloemen, waaronder de judaspenning, tegen kale rotsen omzomen aan de andere kant het stadje.
Overal ruikt het naar rozen. De wingerds slingeren zich tegen de grijs-zwarte rivierstenen van de huizen. Ergens zingt een wielewaal. In een meidoornstruik gonst het van de bijen. Op straat klinkt het vloeiend Frans van enkele bewoners en lopen toeristen. Verder is het stil.
De straatlantaarns dateren nog uit de tijd van de lantaarnopstekers. Bij het vallen van de avond laten ze hun licht schijnen over dit schilderachtige stadje. ’s Avonds komt de stad tot leven. Allerlei keukengeluiden doorbreken dan de stilte en even later ruikt het naar knoflook en gebakken spek.
In het centrum bevindt zich de église st Pièrre met zijn eenvoudige maar mooie beelden. De liefde straalt van de gezichten als om de bewoners te koesteren en te beschermen. Aan zijn vriendelijke gezicht herkent men het beeld van de pastoor van Ars. In de kerk is het intens gebeden gebed nog steeds voelbaar. Het getuigt van een diep godsbesef van een geïsoleerd bergdorp.
Eenmaal per jaar bruist het stadje van de activiteiten tijdens het jaarlijks muziekfestival, maar verder heerst er een haast serene rust. Het ontdekken van dit stadje is een feest op zichzelf.
Vogüe
Zeer vermeldenswaard is ook Vogüe. Het stadje lijkt ontsproten te zijn uit de aanleunende rots. Als een juweel in lijsteen goud gekleurd door zonnestralen. Hoog op een rots ligt het kasteel van de Heren van Vogüe uit de 17e eeuw. De slottoren uit de 12e eeuw op de binnenhof wijst op een nog vroeger ontstaan.
Alba la Romaine
Alba la Romaine getuigt met zijn naam nog van zijn Romeinse oorsprong. Het was de hoofdstad van de Helveti, Romeinse burgers van Gallische oorsprong. Van de 1e tot de 4e eeuw was het een dynamische Gallo-Romeinse stad met een forum, tempels en een theater. De fundamenten van dit glorieuze bleven bewaard dankzij wijnranken.
Boven het stadje uit torent het middeleeuwse kasteel met zijn in de 17e eeuw herbouwde poorten en torens. In het stadje domineren de kleuren wit en zwart. Huizen gebouwd van basalt en lijmsteen, stenen arcades, hofjes en kronkelende steegjes maken het dorpje pittoresk.
St Montan
Charmant is ook st Montan. Hoog boven het dorpje uit toren het kasteel. Gebouwd in de 16e eeuw werden haar fundamenten aangelegd in de 12e, 13e, en 14e eeuw. Aan zijn voeten kronkelen de smalle steegjes van het dorpje. Eind 20e eeuw werd het stadje gerenoveerd dankzij de associatie Friends of st Montan.
Volgens de legende dankt het stadje zijn naam aan de waarzegger en heremiet Montanus. Hij leefde in de Ve eeuw in Picardie. Op de vlucht gedreven vond hij een schuilplaats in de grot Val Chaud bij de ingang van de grotten la Sainte Baume. Onder druk van zijn vrienden verhuisde hij naar een woning naast de kerk Sansamonta. De naam betekent Heilige San Montan en zo kreeg het dorpje zijn naam. Als beschermd monument is ze nu een van de drie kerken in San Montan.
Largentière
Straatje in Largentiere
Largentière dankt zijn naam aan zijn zilvermijn. Of nu de Kelten, de Romeinen, of Saracenen de mijn ontdekten, weet men niet. Vast staat dat de Duitse keizer aan bisschop Guillaume van Viviers in 1146 het recht gaf om munt te slaan. Dat maakte het stadje tot een van de welvarendste en daardoor mooiste van Frankrijk. Met 2400 ligt het aantal bewoners boven het door de associatie Village de Caractèrevastgestelde maximum. Daarom komt het niet in aanmerking voor het kwaliteitslabel. Maar anders...
Moed en wilskracht maar ook devotie lopen als een rode draad door de historie van Largentière. Na eeuwen van welvaart viel de exploitatie van de zlvermijnen stil door de strijd tussen de bisschop van Viviers en de Graaf van Toulouse in de XIIe eeuw. Na de vrede van Parijs in 1225 keerde de vrede weer en daarmee ook het ontginnen.
Als een katholiek bolwerk zegevierde het stadje in de 16e eeuw over de troepen van de protestanten. Als dank bouwde men de kapel. Na de moord op koning Henri IV (1610) en de pest (1629-1630) herstelde het stadje zich opnieuw. In de 19e eeuw betekende de zijde-industrie een nieuwe bron voor welvaart.
Ridderspelen
In juli en augustus komt de historie weer tot leven dankzij een middeleeuws theater en het openstellen van het kasteel (XIIIe eeuw). ‘De hele stad viert dan feest,’vertelt stadsgids Eleonore. ‘Er worden dan ridderspelen gehouden. Ook kan men schieten met katapult en boog.’
In de verte draaien de wieken van de molens om graan voor brood te malen. Op 2 januari bakt men van het meel ook flensjes. ‘Zo’n vijfhonderd crêpes bakt de horeca dan want het is dan Maria Lichtmis,’vertelt Eleonore enthousiast.
Oud Franse spelen
Deze vlotte en charmante Française laat de geschiedenis weer herleven dankzij haar sprankelende verhalen. Ze wijst naar de balkons van huizen uit de 13e eeuw. ‘Vroeger kweekten ze daar zijderupsen. En daar op het plein kegelen we en doen we andere oud Franse spelen tijdens het feest.’
Intussen prikkelen aroma’s van knoflook en gebakken spek de neusgaten. De stad kent vele restaurants die allerlei specialiteiten bereiden. Op het plein met zijn arcades en hallen worden olijven, kip, aubergines en andere producten verkocht.
Pittoresk zijn de zogemaande calades, smalle straatjes voor paarden en voetgangers. Om het middeleeuwse karakter te bewaren zijn auto’s in de stad verboden. La Maison Baglide, het huidige gemeentehuis, behoort tot de mooiste van de panden uit de renaissance. De ramen in rijke gedecoreerde lijsten hebben een vorm van een kruis. Fraai zijn ook de panden van de kunstenaars, zoals Maison Durange. De voordeur stond meestal open om zo de kunstenaar aan het werk te zien.
De stadspoort bij de ezelsbrug (XIIIe eeuw)bewaakte de toegang in de tijden van de pest. Alleen over deze brug mocht men het stadje binnengaan en dan alleen nog met een medische verklaring. Eens in de drie jaar komt ook deze historie weer tot leven. Dan ontvangt de bisschop van Viviers de stadssleutels, zoals dat vroeger ook gebeurde.
Stuk voor stuk zijn de ‘Villages de caractère’ plaatsjes om verliefd op te worden. In de zomermaanden bruisen ze van de festiviteiten.
Neem voor informatie contact op met:
Agende de Developpement Touristique de l"Ardèche,
4, cours du Palais
F-07000 Privas,
Tel. 0475640466
adt07@ardeche-guide.com