ALBANIE
Albaniƫ toen en nu
Albaniƫ toen en nu
20 jaar geleden werkte ik voor een jaar lang in Albanië. De dictatuur was net ten einde en voorzichtig werd er gezocht naar vormen van democratie. In 1992 ging de deur naar het westen net open en voor het Internationale Rode Kruis mocht ik daar een bijdrage leveren aan de noodhulpoperatie. Ik schreef er een boek over, te zien via www.ecritures.nu/reizen
Het land was arm. Veel mensen hadden een inkomen waarvan ze door de inflatie slechts 6 broden per maand konden kopen. Winkels waren er niet. Op de markt waren slechts een paar producten te verkrijgen. Vaak was er geen stroom of water en in de dorpen moetsen mensen kilometers lopen om kannetjes te vullen bij een beek of een bron. Het meeste vervoer ging lopend, al dan niet met ezel of paard. De wegeninfrastructuur was ontoereikend voor elke vorm van ontwikkeling.
Een kenmerk van het land was de enorme hoeveelheid bunkers: maar liefst driekwart miljoen voor een land zo groot als België. Enver Hoxha, de voormalige dictator, zag ik alle landen vijanden die Albanië aan wilden vallen. Ook bijzonder was de enorme gastvrijheid. Vanwege mijn werk kwam ik veel in kleine dorpjes waar al tientallen jaren geen buitenlander was geweest. De ontvangst was altijd warm en weggaan zonder de plaatstelijke raki geproefd te hebben was onmogelijk.
In een jaar tijd leerde ik de taal spreken en doordat ik lid werd van de atletiekploeg DINAMO lukte het me ook om te integreren en veel vriendschappen op te bouwen.
20 jaar na mijn aankomst werd ik door mijn collega's en vrienden van toen gevraagd of ik niet eens terug wilde komen, om te zien hoe Albanië tegenwoordig is. En dat heb ik onlangs gedaan.
De hoofdstad Tirana, is op het centrum na, onherkenbaar. Ik kon mijn eigen huis niet eens terugvinden. Veel auto's, overal winkels, lichtbakken, moderne cafés en restaurants, kleuren en veel nieuwe gebouwen. De half vervallen stad van weleer is in 20 jaar tijd erg gemoderniseerd. Het decor buiten de stad, met een mooi meer, heeft er wat onder geleden, maar de stad is er erg op vooruit gegaan. Stroomuitval en gebrek aan water heb ik niet meer meegemaakt. Het weerzien met alle oude vrienden was zeer emotioneel.
Ik ben ook het land wat verder in geweest en heb de oude weg gevolgd naar Burrel, Peshkopi, Kukës en Bajram Çurri. Hier was er beduidend minder veranderd. Plaatsen waren nog herkenbaar, ook al zijn er meer winkels inmiddels. Maar het landelijke karakter is hier nog duidelijk dominerend. Vee loopt hier nog gewoon over straat en mensen bewerken hun land net als vroeger, vaak met handgereedschap. De wegen zijn voor een deel verbeterd maar de slechte maar pittoreske weg van Kukës naar Bajram Çurri is nog net zo slecht en daardoor even mooi als vroeger. Met zulke mooie uitzichten moet je niet eens harder willen dan dat het gemiddelde van 30 km/uur. Een sneller alternatief is om de grote weg via Kosovo te nemen, maar dit is mooier. De natuur kenmerkt zich door grote waterpartijen, veel begroeiing en steile bergpassen. De onlangs aangelegde snelweg van Kukës naar Tirana is het bewijs dat Albanië echt grote sprongen vooruit maakt.
Ik ben ook teruggeweest naar het stukje ongerepte natuur Valbona, in provincie Tropoja, vlak bij Bajram Çurri. Gelukkig is dit deel onaangetast gebleven. Er zijn wel een paar eetgelegenheden gebouwd maar die gaan op in de natuur. De watervallen zijn nog net zo puur als toen.
20 jaar na dato vind ik Albanië een echte aanrader. De mensen zijn nog steeds vriendelijk. Het land is comfortabel genoeg om er gerieflijk vakantie te kunnen vieren en er zijn tegenwoordig zelfs campings en lodges om te hiken. Hotels zijn betaalbaar en zijn er in alle categorieën. Voor een echt luxe hotel in de hoofdstad betaal je weliswaar tegen de 100 € per nacht voor z'n tweeën, maar elders en in het land zit je op amper € 15 voor een nette tweepersoonskamer.
Je kunt er een auto huren en veilig de weg op naar toeristische plaatsen als de kastelen in de buurt van Tirana (Petrela, Preza of Krujë). De stranden van Durrës, Vlorë en Saranda (tegenover Corfu) zijn prettige oorden in de warme maanden. Maar ook Tirana zelf is interessant om te zien. Een bezoek aan de kunstcollectie van het museum met schilderijen uit de communistische tijd is een leuke ontdekking.
Ik ga zeker weer terug. Als buitenlander heb je snel contact met de plaatselijke bevolking en zoals in veel zuidelijke landen nemen de mensen echt de tijd voor elkaar.
Meer foto's uit de tijd van toen zijn terug te zien op: